Skip to main content

Nieuws

ForFarmers: Stevig inzetten op innovatieve voerconcepten en data-analyse op boerenerf

Veevoerconcern ForFarmers heeft de ambitie om de komende vijf jaar haar marktposities in de bestaande thuismarkten uit te bouwen en de activiteiten buiten Nederland uit te breiden. De uitbouwing van de thuismarkten denkt het voerconcern te kunnen realiseren door het leveren van innovatieve voerconcepten en het zwaarder inzetten van digitalisering van bedrijfsprocessen, zowel op het boerenerf als bij de onderneming zelf. Dit maakte de veevoerspecialist dinsdag bekend in aanloop naar zijn beleggersdag, waar het zijn nieuwe strategie voor de komende vijf jaar zal presenteren.

‘Klantgericht tegen de laagste kosten’

ForFarmers wil het verschil maken met de concurrentie door klantgericht te zijn tegen de laagste kosten. Innovatieve voerconcepten staat daarbij centraal. Als voorbeeld noemt het voerbedrijf het gebruiken van meer reststromen uit de voedingsindustrie. Ook zet de onderneming stevig in op het verbeteren van de voederconversie, waarbij meer productie wordt gehaald met minder voer.Ook stelt ForFamers bij de productie van voer en van dierlijke eiwitten het verminderen van de CO2-uitstoot centraal.

Stap buiten Europa

Naast de focus van de al bestaande marktpositie, wil ForFarmers groeien door overnames in bestaande markten en in nieuwe groeimarkten. De doelstelling is om in 2025 in zeven landen actief te zijn. Daarbij sluit het beursgenoteerde bedrijf de stap buiten Europa niet uit. Op dit moment heeft ForFarmers activiteiten in vijf landen; Nederland, België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Polen. Vooral voor Polen ziet de onderneming kansen om uit te breiden.

forfarmers lochem aanvoer grondstoffen schepen e m 2. detail

13 oktober: officiële overhandiging sectorpublicatie in Den Haag

De sectorpublicatie 'Wereldleider in duurzame pluimveetechnologie - Het Nederlandse pluimveecluster in vogelvlucht', door bureau Berenschot opgesteld in opdracht van Dutch Poultry Centre, wordt op 13 oktober in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag in aanwezigheid van de Nederlandse (vak)media officieel overhandigd aan twee Tweede Kamerleden, mevrouw Helma Lodders (lid van de VVD Tweede Kamerfractie en namens de VVD woordvoerder op het gebied van landbouw en voedselveiligheid).  en de heer Jaco Geurts (woordvoerder land- en tuinbouw in de Tweede Kamer voor het CDA). Beide Kamerleden zijn gespecialiseerd in en zeer betrokken bij de agrarische sector.

Uiteraard nodigen wij graag onze Preferred Partners uit om aanwezig te zijn bij deze perspresentatie! 

Wanneer: donderdag 13 oktober van 13.30 - 14.15 uur
Waar: Nieuwspoort, Lange Poten 10, 2511 CL Den Haag

 

Managementsamenvatting sectorpublicatie 'Wereldleider in duurzame pluimveetechnologie'

Het Nederlandse pluimveecluster is zeer innovatief en levert daarmee een belangrijke toegevoegde waarde aan de economie en werkgelegenheid. Het cluster, bestaande uit de primaire sector, toeleveranciers (technologie, veevoeder en gezondheid) en dienstverleners, zijn goed voor een jaarlijkse omzet van 5,4 miljard euro. Het aandeel van toeleveranciers hierin is ruim 70%. Nederland behoort bovendien tot de wereldtop als het gaat om duurzame (productie)technologie in de wereldwijde pluimveesector. Ons land loopt voorop in bijvoorbeeld fokkerij en rasontwikkeling, broedmachines, eiersorteermachines, slachterijoplossingen en geïntegreerde, duurzame huisvesting en hygiëne voor kippen. Wat dat betreft zijn wij echt de innovatiemotor van de wereld. Onze blik is gericht op de mondiale markt. De perspectieven voor de sector zijn goed. De wereldwijde vraag naar voedsel blijft toenemen. Daarbij stijgt de vraag naar kippenvlees sterker dan die naar andere vleessoorten. De uitdaging daarbij is om de 9 miljard monden in 2050 te voeden op een manier die onze natuurlijke hulpbronnen zoals water, energie en grondgebruik niet uitput. Het Nederlandse pluimveecluster is uitstekend gepositioneerd om een bijdrage te leveren aan het wereldvoedselvraagstuk. Wij zijn in staat systemen te leveren die hoogproductief en efficiënt zijn, en bovendien ook duurzaam en veilig. Echter, de sterke internationale positie van de Nederlandse pluimveesector is niet vanzelfsprekend. Sterker nog: deze staat onder druk en kan binnen enkele jaren sterk verzwakken als we nu geen actie ondernemen. Wereldleider zijn kan alleen als er een sterke pluimveeproductie in de thuismarkt Nederland is. Daarom zijn er twee dingen nodig: (1) kunnen blijven produceren voor de West-Europese markt (tegen standaarden die voor die markt gelden) en (2) een stimulerend vestigings- en innovatieklimaat voor toptechnologische bedrijven in het pluimveecluster. Hierbij moeten we beseffen dat we technologie leveren voor de wereldmarkt, waar vaak andere normen gelden. Hoe kunnen we onze internationale positie uitbouwen en tegelijkertijd nóg beter, duurzamer, diervriendelijker en innovatiever worden? Wij geloven dat de oplossing ligt in:
1. samenwerken
2. dialoog met de maatschappij
3. eerlijke regelgeving - level playing field
4. een stimulerend vestigings- en innovatieklimaat.

2020, een nieuw jaar met nieuwe uitdagingen

Op uitnodiging van het DPC en de VIV kwamen op woensdag 8 januari een groot aantal leden naar Boerderij Mereveld in Utrecht voor de traditionele Nieuwjaarsbijeenkomst.  Onder het genot van een hapje en een drankje werd er terug- en vooruitgekeken.

Het jaar 2020 werd door DPC voorzitter Jan Wolleswinkel ingeluid met een korte terugblik op een bewogen 2019. De stikstofmaatregelen van de overheid heeft tot veel onrust geleid met de nodige demonstraties in Den Haag en provinciehoofdsteden tot gevolg. De landbouwsector voelt zich niet erkent en krijgt vaak de zwartepiet toegeschoven. Er ligt daardoor een flinke uitdaging om meer erkenning en begrip te krijgen voor de positie van de landbouwsector en de veehouderij in het bijzonder. Er moeten oplossingen worden gezocht voor een reductie van stikstofuitstoot en elke sector zal daar een bijdrage voor moeten leveren. Vanuit de pluimveesector zijn Cor van de Ven (Vencomatic) en Thijs Hendrix (Hendrix Genetics) betrokken bij het zoeken naar oplossingen.  Wolleswinkel riep de leden van het DPC op om mee te denken en te werken aan het terugdringen van de stikstofuitstoot. Er is binnen de pluimveesector al veel gebeurd en dat zullen we met zijn allen moeten uitdragen net als de nog te nemen stappen.

Nieuwe leden

Het gaat goed met het DPC en voor het nieuwe jaar staan weer veel activiteiten op stapel. Afgelopen jaar werd, aldus relatiemanager Jan Hulzebosch, het honderdste lid bijgeschreven en ook nu kan hij weer twee nieuwe leden melden. Dat zijn pluimvee opleider / trainer Bertus Bronkhorst  en slachterij specialist (kwaliteit en veiligheid) Jaap Obdam.

Hulzebosch gaf tevens aan dat de pluimveesector goed vertegenwoordigd is in de lijst van de top 100 bedrijven van de Nederlandse maak industrie. Hij noemde daarbij zes DPC leden  Moba, Bolidt, Ottevanger, Jansen Poultry, De Ridder en Vostermans, en ook de Koninklijke Pas Reform staat onder de naam Hydratec op deze lijst.

Renate Wiendels en Zhenja Antochin, event managers van VNU Exhibitions wensten namens het VIV team de DPC een goed 2020 toe. Zij hebben gedeeltelijk de taken van Ruwan Brculo overgenomen, nadat hij had besloten een stapje terug te doen. Renate en Zhenja vertelden over hun nieuwe rol en de activiteiten die voor 2020 op het programma staan, zoals VIV MEA en VIV Health and Nutrition Asia. Beide evenementen vinden in maart plaats waarbij de laatste in samenwerking met Victam Asia. De twee even managers kijken uit naar een mooi nieuw jaar en een voortzetting van de prettige samenwerking met het DPC en haar leden.

DSCF7905

A Dutch delegation discusses the establishment of the first association for Poultry Producers in Saudi Arabia

(Publiced in Al Hayat Newspaper)
A high ranking Dutch economic delegation discussed the basic challenges confronting the poultry industry in the Kingdom, and they discussed with Saudi officials means of establishing an association representing the poultry producers in the Saudi private sector.  The delegation members were  accompanied by ARASCO and they visited Riyadh and Al-Kharj aiming at enhancing the strategic relations and exchanging the experiences between private sector companies in Saudi Arabia and the Netherlands.

The delegation consisted of Dutch experts in the field of poultry headed by the Director General of the Poultry Center Mr. Andries de Vries and the former Head of the Animal Resources Council Mr. Jos Ramekers, and the Agricultural Counsellor in Riyadh Dr. Hans van der Beek, in addition to a number of heads of big companies and senior specialists in the field from the Netherlands.

The delegation viewed part of the food supply chain and the slaughterhouse managed by ARASCO in each of Riyadh and Al-Kharj.

The Agricultural and Food Officer at the Netherlands Embassy Mr. Mohsen Al-Bahaie said that this visit coincides with the hard work of the Kingdom to develop its poultry sector, due to the huge opportunities offered to this sector, declaring that the Kingdom counts on the Netherlands to cover more than 60% of its technical and technological needs in the field of poultry producing, animal feed and veterinary drugs, and also depends on the Netherlands to develop this sector  strongly through helping the private sector  by offering them innovative solutions to increase the producing competency of poultry farms spread all over the Kingdom.

Al Bahaie said that the Dutch delegation looks for strategic partnerships in the Kingdom within a plan that aims at a dialogue over the strategic cases and not only the trade ones, in the way to attain sustainable development of poultry industry sector in the Kingdom.

On his side, Fahd Al Shihry, from ARASCO, clarified that visiting the industries of ARASCO gave the members of the Dutch delegation a chance to know more about the characteristics of the Saudi agricultural sector, specially the sector of poultry.  He stressed that ARASCO has exerted all its human resources capabilities using the latest advanced technologies to manage its industries and numeral units.

ABN Amro Insights over pluimveesector 2016

ABN Amro bank verwacht dat de omzet van de Nederlandse pluimveesector dit jaar licht groeit. „Het volume neemt mogelijk iets af, maar doordat meer pluimveehouders overschakelen naar hogere segmenten, zoals Freiland en bio in de legsector, neemt de omzet licht toe”, verwacht sectormanager Wilbert Hilkens van ABN Amro.

De pluimveehouderij kende volgens de bank een aantal goede jaren. Met name de vleeskuikenhouders hebben geprofiteerd van een toenemende consumptie van kippenvlees. Ook legpluimveehouders profiteerden vorig jaar van gunstige export, schrijft ABN Amro bank woensdag 11 mei in haar visie op de pluimveesector voor 2016. 

Vleeskuikenstapel toegenomen 

„De schaalvergroting in de pluimveehouderij zet al een aantal jaren door. Vorig jaar bereikte het aantal in Nederland gehouden kippen een hoogtepunt met ruim 106 miljoen dieren. Ten opzichte van 2014 is dit een toename van een kleine 4 procent”, schrijft de bank.  

„De verdeling tussen leg- en vleeskippen is ongeveer 45/55. Hierbij is de vleeskuikenstapel over de laatste tien jaar sneller toegenomen dan de leghennenstapel. Tegenover de groei van de pluimveestapel staat al jaren een krimp in het aantal bedrijven. In 2015 telde Nederland nog 2.048 pluimveebedrijven tegenover ruim 2.800 tien jaar eerder.”

Exportmarkten

In 2015 heeft de export van pluimveeproducten (vlees & eieren) zich positief ontwikkeld. De toenemende export voor vleeskuikens is een trend die al jaren doorzet en volgens ABN Amro de komende jaren licht zal afvlakken. 

Een positieve verrassing was de gegroeide eierenexport in 2015. Met name buiten de EU nam de exportwaarde fors toe met ruim 15 procent. Extra vraag vanuit de VS zorgden hier voor een forse opleving. Voor de komende jaren blijft de exportmarkt voor Nederlandse pluimveehouders van cruciaal belang vanwege de hoge zelfvoorzieningsgraad van Nederland. 

‘Positieve rendementsontwikkeling geen zekerheid’

„2015 was voor de pluimveehouderij een positief jaar. De gemiddelde rentabiliteit in de sector lag vorig jaar op 5,5 procent. Met name de legpluimveehouders kenden een goed jaar, met een rendement van 8 procent.” Deze sector kenmerkt zich echter door een grote volatiliteit, mede door de grote afhankelijkheid van exportmarkten. De groei van de afgelopen jaren lijkt langzaam voorbij te zijn, volgens ABN Amro. Voor de pluimveehouderij blijft kostprijsefficiency een belangrijk speerpunt om voldoende rendement te kunnen behalen.

Kip en ei weer kek

„Er wordt meer kip en ei gegeten door de veranderende samenstelling van de bevolking in Noordwest-Europa, het gezondheidsimago en de lage prijs in een tijd van beperkte koopkracht. Dit zorgt ervoor dat de kip- en eierconsumptie per hoofd van de bevolking in Europa stijgt met respectievelijk 1 en 0,6 procent per jaar. Door in te spelen op consumententrends ontstaan mogelijkheden voor verdere groei”, stelt de bank. 

Bron: Pluimveeweb 11 mei 2016 en ABN Amro Insights sectorrapport Pluimveesector

Aboutaleb opent Dutch Innovation Seminar en bezoekt VIV Asia

Tijdens VIV Asia 2015 organiseerden het Dutch Poultry Centre en VIV het Dutch Innovation Seminar. Het Seminar werd geopend door de heer Ahmed Aboutaleb, Burgemeester van Rotterdam. Namens DPC trad Ruud Duijghuisen op als moderator. Het Dutch Innovation Seminar ontstond als vervolg op de zeer succesvolle Innovatie & Cocreatie bijeenkomst in november 2014. Een aantal DPC leden deelde hun visie en innovaties met bezoekers van VIV Asia.

De volgende bijdragen werden door de leden geleverd;

  • Transition to new broiler production systems, door Sander Lourens, Researcher Poultry Health, Wageningen UR Livestock Research
  • Informed decision-making in the modern hatchery, door Bouke Hamminga, Director international sales and business development, Pas Reform Hatchery Technologies
  • A turn-key delivered broiler farm: a logical link in an integrated chain, door Mari van Gruijthuijsen, Jansen Poultry Equipment
  • Feed poultry in Asia, door Jan Cortenbach, Chief Technical Officer, Wellhope - De Heus Animal Nutrition B.V.
  • Poultry manure processing, door Henk Haaring, General manager, Dorset Green Machines B.V
  • Precision Livestock Farming - animal as a sensor, door Simon Lague, Manager business development, Fancom B.V.
  • Food safety and security in broiler production, door Janjaap van der Mark, Regional Sales Manager Asia, Marel Stork Poultry Processing

 Aboutaleb

Na de opening van het Seminar bezocht de heer Aboutaleb een aantal leden van het Dutch Poultry Centre op de beursvloer van VIV Asia, o.a.: Marel Stork Poultry Processing, Ottevanger Milling, MOBA, Foodmate en Pas Reform Hatchery Technologies. Piet Simons overhandigde zijn boek 'Kippen" aan de Burgemeester.

 

Afrika – een continent met uitdagingen

Op woensdag 21 juni 2017 organiseerden DPC, NABC en de VIV onder het motto “Poultry in East Africa “ een bijeenkomst over de kansen en uitdagingen voor de Pluimveesector in Oost Afrika. Bijna 100 deelnemers waren op  deze meeting aanwezig. 

Ruwan Berculo van DPC en VIV  Worldwide  verwelkomde de gasten en sprekers. Afrika is een belangrijk continent  voor de Pluimveesector en biedt vele mogelijkheden. In het najaar zal in Kigali, hoofdstad van Rwanda door o.a.  de NABC een special event worden georganiseerd onder de titel Poultry Africa 2017.

Na de opening was het woord aan de ambassadeur  van Uganda, H.E. Mrs. Blaak Sow.

Uganda heeft een heel strategische ligging in de regio met goede klimatologische omstandigheden. Het land zelf heeft 35 miljoen inwoners, maar samen met de buurlanden is er een marktpotentie van 160 miljoen mensen. Er is een volledig open economie en een goed investeringsklimaat.

De Agro sector heeft een hoge prioriteit.  De pluimveesector wordt gekenmerkt door kleine bedrijven en er is behoefte aan investeringen in de sector.  Er liggen zeer goede mogelijkheden voor de pluimveebranche . Er is een grote vraag naar Poultry producten. De kansen voor Nederlandse bedrijven liggen vooral op het gebied van kennis en management. Er moet wel worden gewerkt aan de infrastructuur en de logistiek. Er zijn gunstige fiscale-  en import regelingen voor investeringen .

De ambassadeur van Rwanda, Mr. J.P. Karabaranga,  was de volgende spreker.  Rwanda is een land met veel heuvels en meren.  Er is een regering, die een “zero tollerance” beleid op het gebied van corruptie voert. Ook in Rwanda zijn er gunstige regelingen voor investeerders uit het buitenland . Zij willen met name groeien in de agrarische sector. Daarom worden initiatieven extra gefaciliteerd. Dit geldt ook voor de Pluimveesector.

Na de ambassadeur van Rwanda was het de beurt aan Ruwan Berculo om de toehoorders te wijzen op: Poultry Africa 2017. Deze bijeenkomst zal op 4 en 5 oktober 2017 worden gehouden in Kigali, hoofdstad van  Rwanda, het Singapore van Afrika. Afrika is zich sterk aan het ontwikkelen en biedt vele kansen voor de Nederlandse Poultry industrie. Op deze bijeenkomst worden 100.000 bezoekers verwacht .

Door de NABC, VIV en DPC wordt een Poultry Trade Mission georganiseerd naar Rwanda en Uganda. Er hebben zich al 16 deelnemers gemeld. Voor bedrijven die zaken doen met Afrika of plannen hebben in die richting is deze reis een “must”. Deze reis zal plaatsvinden in oktober 2017 rond de bijeenkomst POULTRY Africa 2017.

Adriaan Vernooij  van de Wageningen Universiteit deed vervolgens verslag van een studie die is gedaan over de Pluimvee ontwikkelingen in Oost Afrika. Doel van de studie is om de vooruitzichten van de sector in kaart te brengen in dit deel van Afrika en de mogelijkheden te onderzoeken voor Nederlandse bedrijven, die hun activiteiten willen richten op deze regio.

Geconcludeerd kan worden dat er veel potentie is voor de groei van de Pluimveesector in al zijn facetten..

Tenslotte werden de drie beste agrarische ondernemers uit Uganda voorgesteld. Opvallend is dat het drie vrouwen zijn, die voorstelden  aan de bezoekers en vertelden over hun activiteiten.

Zij gaven een aantal problemen aan, die deze onderneemsters tegen komen. Dit betreft de geringe omvang van de bedrijven, het gebrek aan kennis en de hoge import prijzen. Vooral het veevoer zorgt voor problemen. Zij willen graag weten of Nederlandse ondernemers  een oplossing kunnen bieden voor deze vraagstukken. Er is behoefte aan de import van producten tegen redelijk prijzen. Daarnaast is een efficiëntere productie en de verlaging van de kosten een grote uitdaging.

Uitbreiding van het aantal bedrijven en individuele groei zullen ongetwijfeld een goede invloed hebben op de resultaten.

Ruwan  bedankte iedereen voor hun aanwezigheid en inbreng en benadrukte nogmaals  dat er voor Nederlandse ondernemers, maar ook voor de Pluimveesector in Afrika veel kansen en mogelijkheden liggen.

De beelden die bij de presentaties zijn gebruikt kunt u terug zien op de site van Dutch Poultry Centre. 

 

Agrifirm, MSD Animal Health, Probroed & Sloot en Hubbard lanceren ProKip Vitaliteitsconcept

In het ProKip Vitaliteitsconcept werken koplopers in de vleeskuikensector integraal samen aan een basisconcept voor vitale kuikens.

In dit concept bundelen de ketenpartners Agrifirm, MSD Animal Health, Probroed & Sloot en Hubbard kennis en innovaties in één strategisch waardeconcept. Dit concept wordt ontwikkeld met partners in de geschakelde netwerken.

Volgens Albert Hoekerswever, oprichter van 5D Connections en initiatiefnemer van het ProKip-ketenconcept, verdienen producenten in het huidige supply chain-businessmodel geld met de marge die zij met leveranciers afspreken of bedingen.

“Dit model gaat vooral over het versterken van je eigen positie, terwijl je ook gezamenlijk een eindproduct levert. In het ProKip-ketenconcept werken we samen binnen een nieuw ketenmodel, waarbij we het eindproduct gezamenlijk ontwikkelen, verwaarden en vermarkten.”

Duurzaam inkopen

Het 5D-ketenmodel dient vijf doelen en belangen tegelijk en kent een nieuw verdienmodel en marketingmodel, legt Hoekerswever uit: “Feitelijk gaat het om een nieuwe manier van ondernemen, niet primair gericht op transactie, maar op transitie naar een nieuwe duurzame vorm van waardecreatie door innovaties te delen in een gezamenlijk concept.”

Hoekerswever wil samen met een kopgroep van producenten en toeleveranciers weer de regie nemen over de verwaarding van hun eigen producten en het vermarkten daarvan, in samenwerking met afnemers die duurzaam willen inkopen uit een op waarde gerichte coöperatieve community.

“Door als keten zelf de regie over vitaliteit te nemen werk je niet alleen concreet en zichtbaar aan het verbeteren van diergezondheid, leefomstandigheden en dierenwelzijn”, zegt Hoekerswever. “Je neemt hiermee als voedselproducent ook verantwoordelijkheid voor een breed gedragen maatschappelijk belang, samen met de partijen die direct invloed hebben op het ontwikkelen van diergezondheid op boerderijniveau.”

Duurzame zorg

In februari 2017 worden de uitkomsten van de ProKip-pilot op boerderijniveau en het eerste marktconcept gepresenteerd aan interne stakeholders en een aantal zorgpartners uit het kennisnetwerk van 5D Connections.

Een van de uitgangspunten van het ProKip Vitaliteitsconcept is het leveren van antibioticavrij kippenvlees. De deelnemende pluimveehouders gebruikten al geen antibiotica meer. Hoekerswever is al in gesprek met partijen uit de zorg, met de vraag om mee te doen aan een pilot om ProKip op het menu te zetten.

Antibioticavrij produceren

De ambitie is om het ProKip Vitaliteitsconcept in Nederland verder te ontwikkelen en het daarna via een gezamenlijk platform internationaal uit te rollen. “Alle deelnemende ketenpartners zijn marktleiders met een internationaal netwerk”, aldus Hoekerswever.

“Op een conferentie over antibioticavrij produceren, eerder dit jaar in Engeland, werd duidelijk dat het produceren van antibioticavrij kippenvlees een ‘license to deliver’ wordt. Nederland loopt daarin ver voorop en die transitie kunnen we vanuit Nederland straks gaan faciliteren.”

 

Bron: www.duurzaambedrijfsleven.nl 

AGRITECH - Tel Aviv Israël 27-30 april 2015

DPC voorzitter Jan Wolleswinkel bezocht op uitnodiging van 27 tot 30 april de Agritech beurs in Tel

Aviv, die eens per drie jaar gehouden wordt. Een beurs met als aandachtsveld Agro, Voedsel, Water

en Technologie. Naast de bezoekers uit Israël waren met name gasten uit India, China en enkele

Afrikaanse landen ( Nigeria) zichtbaar aanwezig. De Nederlandse delegatie, georganiseerd door

Three4life, stond onder leiding van de heer Jan Hak. In nauw contact met de ambassade werd

ingespeeld op een goede presentatie van het Nederlandse bedrijfsleven door een oranje gekleurd

Holland Point op de beurs in te richten. Een aantal DPC leden was met eigen stands aanwezig, terwijl

anderen hun zakelijke belangen in Turn-key projecten van Israëlische ondernemingen hadden onder

gebracht.

 

Naast contacten op de beurs kreeg Jan Wolleswinkel op een door de ambassade georganiseerd

symposium gelegenheid de structuur en werkwijze van de Nederlandse pluimveesector uit te leggen.

Dit in relatie tot het thema “Vermindering van voedselverspilling”. Een thema met veel plantaardige

raakvlakken maar door de Nederlandse Pluimvee Keten ook goed vanuit de dierlijke benadering in te

vullen. Het produceren van diervoeders gebeurt in Nederland door efficiënt gebruik van grondstoffen

en gebruik van producten die niet (meer) geschikt zijn voor menselijke consumptie. Vragen werden

met name gesteld over de wereldwijde exportpositie van de Nederlandse agribusiness in relatie tot

de grootte van ons land.

 

Israel

Big Data: adopt or die!

De Eindejaarsbijeenkomst 2017 van het DPC stond in het teken van Big Data in de pluimveehouderij. Een onderwerp dat de nodige aandacht trekt en velen deed besluiten om naar het Van der Valk hotel in Duiven te komen om te horen dat je wel mee moet doen om niet op een dood spoor terecht te komen.

Iedereen in het bedrijfsleven praat tegenwoordig over Big Data. Ook de pluimveehouderij ontkomt daar niet aan. Dat was de reden voor het DPC om op haar Eindejaarsbijeenkomst aandacht aan dit onderwerp te besteden om inzichtelijk te maken waar het dan precies over gaat. Maar ook om helder te krijgen hoever de Nederlandse sector is met de implementatie van Big Data programma’s en wat er precies om ons heen gebeurt. Daartoe waren een aantal sprekers uitgenodigd die betrokken zijn bij actuele initiatieven in de sector. Vooraf aan deze sprekers gaf trendwatcher nieuwe technologie Sander Duivestein een uiteenzetting over wat er in de maatschappij zoal gaande is op het gebied van informatietechnologie.

‘Adopt or Die’

Alles is tegenwoordig digitaal en we kunnen er niet meer zonder, zo begon Duivestein zijn verhaal. Hij wees daarbij op het gebruik van de computer, smartphones, social media, de 3D-bril, de hololens, etc. De digitale technologie heeft zich verankerd in onze maatschappij en we kunnen er niet meer zonder. Daarbij komt dat de veranderingen zo snel gaan dat we het bijna niet meer bij kunnen houden. Onze kinderen kunnen al niet meer zonder wifi en over niet al te lange tijd nemen robots een niet onbelangrijk deel van onze dagelijkse bezigheden over: denk daarbij maar eens aan de keukenrobot die met een druk op de knop het eten voor je klaar maakt, zo stelde Duivestein. Scholen maken op grote schaal gebruik van elektronische schoolborden en iPhones om met de leerlingen te communiceren. Door de kunstmatige intelligentie kun je de hele wereld bevragen en zelfs voorspellingen maken over wat er op korte of langere tijd gaat gebeuren. Als voorbeeld gaf Duivestein dat Google op basis van diverse koop beslissingen en zoek opdrachten zeer goed kan aangeven of en wanneer een griepgolf is te verwachten. Dit voorbeeld kan door bedrijven omgezet worden in betere besluitvormingsprocessen voor hun onderneming of zelfs voor hele bedrijfssectoren. Het op grote schaal verzamelen van data leidt tot snellere en betere besluitvorming. Daardoor is er voor bedrijven reden genoeg om met elkaar in contact te komen, samen te werken en informatie te delen. “Secrets are lies” en “Sharing is caring” zijn in dit verband volgens Duivestein sleutel begrippen. Bedrijven moeten daarom naar zijn mening geen weerstand bieden aan de introductie van digitale data uitwisselingssystemen, maar deze juist omarmen. Het is Digitale Darwinisme: “Adopt or Die”.

Een gezonde pluimveeketen

Na de inleiding van Sander Duivestein gaven drie pitch-sprekers inzicht in de data-projecten waarbij zij betrokken zijn. Als eerste kwam Alex Spieker aan het woord. Als coördinator voor Pluimveegezondheidszorg en onderzoek&innovatie bij AviNed zette hij uiteen wat het project ‘Gezonde pluimveeketen’ inhoud . Door medewerking van alle schakels in de sector wordt naar zijn mening een beter inzicht gekregen in de oorzaak van ‘incidenten’ en wordt het mogelijk sneller in te grijpen wanneer zich problemen aanmelden. Voorwaarde is echter wel dat alle deelnemers al hun data beschikbaar stellen, waarbij de zekerheid wordt gegeven dat gevoelige informatie niet persoonlijk wordt gemaakt. Het project kan naar zijn mening alleen slagen als alle deelnemers de voordelen zien in het delen van data.

Marcel Kuijpers, DGA van Kuijpers Kip BV, beschreef wat hij in samenwerking met industriële partners (GMV/FME, Trouw Nutrition, Marel Stork, Vencomatic, Pas Reform, en Wageningen Universty 7 Research ) doen om kennis te genereren over indicatoren en verbanden die essentieel zijn voor een integrale ketenoptimalisatie. Die indicatoren moeten leiden tot een verbeterde diergezondheid, dierwelzijn, milieuprestaties en het rendement van de hele keten. De voortgang van het project lijkt voorshands een te hoog ambitie niveau te hebben omdat veel kuikenhouders niet bereid of in staat zijn de gewenste data beschikbaar te stellen. De toenemende claimcultuur in onze maatschappij bevordert volgens Kuijpers het optrekken van een rookgordijn en belemmerd de noodzakelijke eerlijkheid en openheid en duidelijkheid.

Van kan niet naar kunnen

Een zelfde beeld schetst Albert Hoekersweever, ketenwaarderegisseur bij HighHopes M-power company. Het Pro-Kuiken project waaraan hij werkt wil samenwerken aan preventieve diergezondheid door het volgen van vitale innovaties op boerderijniveau. Hij hoort vaak dat iets niet kan , maar wil bewijzen dat door samenwerking, openheid en het delen van data je op ketenniveau grote stappen kunt maken naar een verbetering van bedrijfsresultaten, transparantie en voedselveiligheid. En daar ligt naar zijn mening de sleutel voor duurzame waardecreatie voor de individuele bedrijven en vertrouwen bij de buitenwacht.

Na afloop van de presentaties volgden groepsdiscussies op basis van door de inleiders neergelegde stellingen. Daaruit bleek dat de ontwikkeling en het belang van Big Data breed wordt gedragen maar dat velen de weerstand van veel pluimveehouders herkennen om bedrijfsgegevens met anderen te delen. Er zal daarom nog veel werk moeten worden verzet om de diverse schakels in de keten te overtuigen van het belang van het delen van data en de voordelen die daarmee op korte en langere termijn kunnen worden behaald. Daarbij zal volgens velen de nodige aandacht moeten worden besteed aan bescherming van het individuele bedrijfsbelang en het eigendomsrecht op de verzamelde data.

Na de afsluitende dankwoorden wees DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel de aanwezigen op de Nieuwjaarsreceptie welke op woensdag 10 januari zal worden gehouden.

Bijeenkomst DPC met "decision makers"

Op donderdag 31 oktober 2013 heeft het bestuur van DPC een bijeenkomst georganiseerd, waarbij de “decision makers” van de leden waren uitgenodigd.

Ruim 40 aanwezigen gaven gehoor aan deze uitnodiging. De bijeenkomst vond plaats op het Landgoed Avegoor In Ellecom. In deze bosrijke omgeving heette voorzitter Jan Wolleswinkel iedereen van harte welkom.

“Samen is meer dan alleen.” Met dit motto benadrukte hij nog een keer het belang van Dutch Poultry Centre. Gezamenlijk optreden in binnen- en buitenland is voor de aangesloten bedrijven van wezenlijk belang.

Om te benadrukken hoe het in een sector (keten) kan gaan is de heer Henny Swinkels, Director Corperate Affairs van de VanDrieGroup, bereid gevonden om zijn ervaringen in de internationale kalversector met ons te delen.

Henny Swinkels gaf vervolgens een inzicht in de historie van de kalverensector, een relatief jonge sector.  In 1948 eiste de vrouwenbeweging in Nederland meer vlees, iets dat in deze huidige tijd wel anders is. In 1958 heeft  onder dr. S.L. Mansholt een ingrijpende modernisering van de landbouw plaatsgevonden,  met als gevolg een geweldige toename van de productie.

Ook de melkveestapel groeide explosief. Om melk te kunnen geven moet een koe één keer per jaar kalven en in 1960 werd het “kalf” een belangrijk bijproduct van de melksector.

Er was een grote onbalans op het gebied van huisvesting, gezondheid en dierenwelzijn. In de tachtiger en negentiger jaren kwam er steeds roep naar een gezondere sector.

De oprichting van de Stichting Kwaliteitsgarantie Kalversector bracht een grote verandering teweeg. Een diervriendelijk manier van huisvesting, een verantwoorde voedingswijze en aandacht voor het welzijn stonden voorop.

Jan van Drie, de oprichter van de VanDrieGroup, was een voorloper in deze sector. Inmiddels is dit 100 % familiebedrijf uitgegroeid tot de wereld marktleider op dit gebied. De jaarlijkse omzet bedraagt 2,5 miljard euro. Hiervan wordt 95 % geëxporteerd. De VanDrieGroup voorziet voor 28 % in de Europese behoefte. De groep is groot in kalfsvlees, melkpoeder en kalfsleer. In Nederland heeft de groep ruim 80 % van de markt in handen. Naast de productie van kalveren heeft de groep eigen voedingsfabrieken, slachterijen etc. Onder diverse merknamen wordt vlees geproduceerd met hun eigen kenmerken.

Optimale gezondheid en optimale huisvesting staan hoog in het vaandel.

Op 10 januari 2009 kreeg de VanDrieGroup het “Beter Leven Kenmerk” van de Dierenbescherming voor de gehele keten.  Met trots vertelt Henny Swinkels dat er nauwelijks negatieve publiciteit is over deze sector.

Aan de hand van een film liet Henny Swinkels deze ontwikkelingen nog een keer zien. De film gaf een duidelijk en indrukwekkend beeld van de de VanDrieGroup en al haar activiteiten.

Op een vraag uit de zaal wat de pluimveesector zou kunnen leren van de kalverensector antwoordde Swinkels dat hij van harte de woorden van de voorzitter onderschrijft: “Samen is meer dan één “.  Een veel gemaakte fout in de andere sectoren is volgens Swinkels dat er teveel inkoopgericht wordt gehandeld. Bij de VanDrieGroup is dat juist verkoopgericht en dat heeft zijn vruchten afgeworpen.

Jan Wolleswinkel bedankte Henny Swinkels voor zijn leerzame en interessante kijk in de kalverensector.

De bijeenkomst werd besloten met een diner. Tijdens het diner hebben de bestuursleden van DPC hun oren te luisteren gelegd bij de leden en werden ideeën en suggesties  besproken.

Geconcludeerd kan worden dat deze bijeenkomst heel positief en leerzaam is geweest. 

 

 

    

Bincx: Van montage naar fabricage

Van den Brink Montage uit Kootwijkerbroek groeide in 18 jaar uit van een lokaal montage bedrijf naar een internationaal opererend staalconstructiebedrijf. Het heeft in de landbouw een sterke positie opgebouwd door het aanbod van solide en efficiënte bouwwerken die als lego-blokjes snel kunnen worden neergezet.

Door Wiebe van der Sluis

Op 3 april was het DPC marktcafé te gast bij Bincx in Kootwijkerbroek. Het staalbedrijf is een van de jongste leden van het DPC en wilde zich voorstellen. Gerbrand van den Brink, tot enkele jaren terug werkzaam bij Jansen Poultry, deed dat op een voortreffelijke manier. Hij nam de bezoekers na het welkomswoord van DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel door middel van een powerpoint-presentatie mee door de geschiedenis van dit jonge bedrijf. Het begon allemaal in 2001 als Van den Brink Montage. Het is opgericht door Wilco van den Brink, een neef van Gerbrand. De meeste bouw en montage werkzaamheden kwamen in het begin uit de agrarische sector. Maar ook kwamen er gaandeweg opdrachten om hallen te bouwen voor de industrie. Het bedrijf groeide en ging vanaf 2010 zelf staalbouw elementen fabriceren. De bouw en montage werkzaamheden bleven niet beperkt tot de Nederlandse markt. Via via, ook via DPC leden, kwamen er meerdere opdrachten vanuit het buitenland. Dat bracht Gerbrand er toe om bij zijn neef te gaan werken. Hij had bij Jansen Poultry ervaring met de internationale pluimveemarkt opgedaan en had daardoor een goede ingang bij belangrijke spelers in de internationale stallenbouw-business.

Verandering van naam

Door overnames en de ontwikkeling van nieuwe markten bleef Bincx groeien. Intussen zijn er 70 mensen werkzaam bij het bedrijf, waaronder een team van bouwkundigen die de noodzakelijke ontwerpen en berekeningen voor projecten in binnen- en buitenland maken. In 2016 nam Van den Brink het in Vlaardingen gevestigde Libbenga Staalbouw over, een staalconstructiebedrijf voor de petrochemische industrie, energiemarkt, distributiecentra, stations, kantoren en hotels. Hun pakket van engineering tot en met montage on-site sloot perfect aan bij de activiteiten van Van den Brink en zorgde voor een versteviging van het fundament onder de totale onderneming.  Jaarlijks worden enkele honderden stallen en bedrijfsgebouwen opgeleverd, waarbij de meeste buitenlandse bouwopdrachten onderdeel  zijn van een turn-key project van internationaal opererende stalinrichters.

Mede door de groei van de onderneming en de internationale activiteiten is de naam Van den Brink Montage in 2018 veranderd in Bincx. Het bedrijf is ISO en FSC gecertificeerd en richt zich geheel op duurzaamheid.

De rondleiding door het 8000m2 grootte bedrijfscomplex  gaf een indrukwekkend beeld van de complexiteit van het staalconstructiebedrijf. Elk project wordt voor zo ver mogelijk in de fabriek voorbereid zodat het net als lego-blokjes op de bouwplaats snel in elkaar kan worden gezet.

Aan het eind van de presentatie en rondleiding bedankte DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel Gerbrand en Wilco voor de ontvangst en wenste hen succes met de onderneming. Hij herinnerde de aanwezigen er verder op dat op 5 juni het Nationaal Pluimveecongres zal plaatsvinden in Hotel Van der Valk in Veenendaal en op 3 juli is de jaarlijkse BBQ in het Pluimveemuseum in Barneveld.

Van den Brink 1

Bluestar Adisseo kondigt afronding overname FRAmelco Group aan

Bluestar Adisseo Company (“Adisseo”) kondigt aan dat het de overname heeft afgerond van FRAmelco Group, een Nederlands additievenbedrijf voor diervoeders (FRAnklin Group B.V. en haar dochterondernemingen – hierna “FRAmelco”).

De overname is onderdeel van Adisseo’s strategie om één van de wereldleiders op het gebied van Specialty Feed Additives te worden. “We zijn tevreden dat we de overname van FRAmelco Group hebben afgerond en we heten FRAmelco’s talenten van harte welkom binnen het Adisseo team. Deze complementaire combinatie ondersteunt onze versnelde groeistrategie op het gebied van Specialty Products. Samen zullen we een efficiënte organisatie neerzetten die de positionering van Adisseo binnen het veelbelovende Health by Nutrition marktsegment zal versterken” zei Jean-Marc Dublanc, CEO van Adisseo. Het combineren van talenten en technologieën geeft Adisseo de mogelijkheid om druk te blijven zetten op de grenzen van innovatie. Onze teams gaan samen waardetoevoegende en vernieuwende oplossingen aanbieden voor de vee- en visindustrie” vulde François Pellet, Adisseo’s Executive Director Specialty Products, aan.

Lars Snijders, CEO van FRAmelco, verklaarde: “Onze klanten, leveranciers, distributiepartners en medewerkers over de hele wereld hebben met enthousiasme gereageerd op de aankondiging overname FRAmelco door Adisseo. Nu dat we deze transactie hebben bevestigd, zullen de teams van Adisseo en FRAmelco met veel energie en passie samenwerken om synergieën te benutten.” FRAmelco Group is een internationaal opererend familiebedrijf met het hoofdkantoor gevestigd in Nederland en 3 productielocaties in Nederland, Spanje en Thailand. De jaarlijkse omzet bedraagt zo’n 30 miljoen euro. Het merendeel van FRAmelco’s omzet wordt behaald met de verkoop van Glyceriden (kort- en middenketenige vetzuren) welke ingezet worden om diergezondheid te verbeteren en Lysolecithinen, een additief ter bevordering van voedingsvertering.

Bolidt: hygiëne en veiligheid - topprioriteit

Het bedrijfsleven staat op dit moment voor tal van uitdagingen. Ook op het gebied van hygiënische vraagstukken. Bolidt focust zich de laatste jaren steeds meer op het thema hygiëne. Het staat centraal in de eigen bedrijfsvoering, maar ook bij het ontwikkelen van kunststoftoepassingen. Het resultaat van jarenlang innoveren zijn vloeren (en wanden) die uitbraken van multiresistente bacteriën tegengaan en extreem hygiënische eigenschappen hebben: naadloos, antimicrobieel, gemakkelijk te reinigen, om maar enkele te noemen. Bolidt deelt haar ervaring graag en denkt met bedrijven mee over allerlei toepassingen waarmee de hygiëne vergroot kan worden.

In de foodindustrie staan hygiëne en veiligheid bovenaan de prioriteitenlijst. Of het nu gaat om pluimveebedrijven, bakkerijen, visverwerkers of zuivelfabrieken: de voedselveiligheid en gezondheid van mens en dier mogen geen enkel moment in gevaar komen. Scherpe voorzorgsmaatregelen zijn nodig, te beginnen bij de basis: de juiste vloer voorkomt uitbraken van bacteriën, is gemakkelijk te reinigen en zorgt ervoor dat medewerkers zelfs bij extreme temperaturen en natte omstandigheden veilig hun werk kunnen doen.

Een virusuitbraak kan enorme consequenties hebben in de pluimvee-industrie.  Pluimveebedrijven wereldwijd – van Bulgarije tot Egypte en van Iran tot Taiwan – werden getroffen door de vogelgriep. Duizenden dieren moesten worden geruimd met grote financiële schade tot gevolg. Behalve de vogelgriep heeft de pluimvee-industrie te maken met veel meer bedreigingen, waaronder Salmonella, Candida, Listeria en Staphylococcus. Allerlei voorzorgsmaatregelen worden genomen om uitbraken van virussen, bacteriën, gisten en schimmels te voorkomen. Van hygiëneprotocollen en douchevoorschriften tot het dagelijks chemisch reinigen van ruimtes en machines. Een strikte hygiëne is niet alleen belangrijk voor het dierenwelzijn en de voedselveiligheid, maar uiteraard ook voor de gezondheid van de medewerkers.

V W 041826 FO01 Belga 36 cmyk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vloeren van levensbelang

Optimale hygiëne en veiligheid begint bij de basis: de vloer. Voor elke sector van de foodindustrie geldt: een hygiënische vloer is een naadloze, poriëndichte vloer. Elk gat en elke scheur kan immers leiden tot vuil- en bacterievorming. Ook de overgang van vloeren naar bijvoorbeeld wanden en afvoerputten moet om dezelfde reden naadloos zijn. Om gaten en scheuren in de vloer te voorkomen, zijn slijtvastheid en duurzaamheid bovendien belangrijke voorwaarden. Machines en druk verkeer van transportmiddelen vormen een zware belasting. Ook zuren – met name caustic soda, salpeterzuur en melkzuur – kunnen een vloer snel aantasten. Kortom, een vloer moet tegen een stootje kunnen en geschikt zijn voor minstens 20 jaar intensief gebruik.

Een ander voordeel van naadloze vloeren is dat ze gemakkelijk schoon te maken zijn. Dat wil zeggen: zolang ze bestand zijn tegen het dagelijks gebruik van hogedrukspuit en chemicaliën. Dat brengt ons meteen bij het onderwerp veiligheid. Door water en chemicaliën, maar ook door ingrediënten en dierlijke resten kan een vloer zo glad worden als een ijsbaan. Een stroeve, antislip toplaag sluit de risico’s van uitglijden en vallen volledig uit.                                          

Volledig poriëndicht

Alles bij elkaar een lange lijst van eisen. Om erachter te komen welke vloer het beste werkt in de pluimvee industrie, focust Bolidt zich al decennialang op dit specifieke foodsegment. Intensief samenwerken met foodbedrijven en voortdurend innoveren hebben vloersystemen opgeleverd die voldoen aan de strengste richtlijnen op het gebied van hygiëne en veiligheid. De vloeren van Bolidt dragen bij aan een continue productieproces. Productiestops als gevolg van bijvoorbeeld een uitbraak van bacteriën zijn hiermee uit te sluiten.

Het geheim zit hem allereerst in het materiaal zelf: leg het onder de microscoop en je ontdekt dat het volledig poriëndicht is. Bacteriën krijgen zo geen enkele kans om zich te nestelen in de vloer. De vloeren van Bolidt worden bovendien naadloos aangebracht. Dat geldt ook voor de aansluiting op wanden, plinten, roosters, afvoerputten en goten. Elk vloersysteem kan bovendien geleverd worden met afgeronde plinten en hoeken: ook hier zijn de risico’s op bacterievorming uitgesloten. De vloeren van Bolidt zorgen zo voor een hygiënische omgeving waarin de voedselveiligheid is gegarandeerd.

Behalve het materiaal, is ook de werkwijze uniek. Bolidt heeft de hele bedrijfskolom in één organisatie geïntegreerd en houdt daarmee de volledige waardenstroom in eigen hand. Van het ontwikkelen, produceren, verkopen tot het aanbrengen van de vloeren. Omdat Bolidt de gehele waardestroom in eigen hand heeft, is het niet afhankelijk van derden bij de uitvoering van werkzaamheden. Uiteraard is wel Bolidt afhankelijk van de gestelde restricties voor reizen naar het buitenland en de maatregelen per land tijdens deze periode. De eigen applicatieteams kunnen, met inachtneming van de gestelde gezondheidsrichtlijnen, snel en flexibel projecten uitvoeren. Ook onderdelen zoals werkvoorbereiding, inkoop en logistiek worden door Bolidt zelf uitgevoerd. Elk onderdeel van de waardenstroom kan zo optimaal worden ingericht op de foodindustrie. Hierdoor is Bolidt in staat om de beste kwaliteit te leveren op het gebied van veiligheid en hygiëne.

Bolidt werkt daarnaast volgens de principes van managementfilosofie LEAN. Dat houdt in dat processen optimaal worden beheerst en risico’s geminimaliseerd. Door op deze manier te werken is het lerend vermogen van de medewerkers de afgelopen jaren vergroot. Zij kunnen zich beter verplaatsen in de behoeften van een klant en op deze wijze meer waarde toevoegen.

V W 041677 FO01 Film0203 cmyk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

600 kilo per vierkante centimeter

Door het afgesloten oppervlak en de naadloze afwerking is de vloer bovendien gemakkelijk te reinigen. De Bolidtop® 700 serie, die veel in de foodindustrie wordt toegepast, is door en door getest en bestand tegen schoonmaakproducten als Keno San, Food Clean, Diversey en Bio Clean. Een antislip finish zorgt ervoor dat de vloer stroef en slipvast blijft. Dit betekent dat de vloeren van Bolidt optimaal bijdragen aan een veilige werkomgeving. Medewerkers kunnen dankzij het stroeve oppervlak niet uitglijden of vallen tijdens het werk.

Beton is poreus. Ideaal voor bacteriën om zich te nestelen. Om dit probleem op te lossen, heeft Bolidt de Bolidtop® 700 serie ontwikkeld. Dit systeem kan een belasting aan van maar liefst 600 kilo per vierkante centimeter. De Bolidtop® 700 serie gaat ook nog eens zo’n 20 jaar mee. 

 

www.bolidt.com

Brits succes smaakt naar meer voor Jansen Poultry

Met groot succes heeft Jansen Poultry Equipment haar 'AviaView volièresysteem' gelanceerd. Het Barneveldse bedrijf kon voor haar jongste innovatie in eerste instantie vooral op belangstelling uit Groot-Brittannië rekenen, maar neemt inmiddels een kentering waar. ,,We hebben al verzoeken gehad uit België, Frankrijk, Australië en verwachten ook dat Amerikaanse pluimveehouders zich op korte termijn bij ons gaan melden", zegt Jasper Heerkens.

De pluimveespecialist legt uit dat de 'AviaView' een nieuwe systeem is voor leghennen. ,,Het systeem is zo ontwikkeld dat de pluimveehouder er bovenop, onder en naast kan lopen, waardoor het systeem heel makkelijk geïnspecteerd kan worden en de pluimveehouder een goed overzicht heeft over de dieren in de stal."

Daarnaast zijn volgens Heerkens de drinklijnen strategisch voor de nesten geplaatst, wat ervoor zorgt dat de hennen naar het nest gelokt worden om ongestoord hun ei te leggen. ,,Dit voorkomt dat de eieren elders in het systeem of op de grond gelegd worden. Grond- en systeemeieren zijn vaak vies of beschadigd en kunnen daardoor niet voor de maximale prijs verkocht worden. Bovendien kost het rapen van deze eieren ook nog eens veel arbeidsuren."

BESTE KIPPEN 

Jansen Poultry Equipment ontwikkelde de afgelopen twee jaar de AviaView, met name met het oog op de Britse markt. Daar was het marktaandeel van de Barneveldse wereldmarktleider nog niet zo groot. ,,De Britse sector was daarnaast ook niet altijd te spreken over het aanbod van concurrenten." Een half jaar geleden werd het eerste volièresysteem opgeleverd in het Engelse Ashill. ,,Het leidt inmiddels tot goede resultaten. De kippen in Ashill presteren als beste van alle Lohmann-brown kippen in Engeland", weet Heerkens.

Dat nieuws klinkt hem goed in de oren. ,,Inmiddels staan er meer stallen met de AviaView in Engeland, Wales en Schotland. Ook komen er verzoeken binnen vanuit Ierland", zegt Heerkens, die echter verwacht dat de innovatie in 2017 de rest van de wereld over zal gaan.,,In eerste instantie hebben we ons gericht op introductie in Groot-Brittannië, maar dat gaat nu veranderen. We willen dit jaar met AviaView ook aan de slag in Europa, Australië en Amerika."

Bron: Barneveldse Krant.nl

Businesspotentie in India, maar heb geduld

De pluimveemarkt in India is volop in beweging. Kijkend naar de toekomst liggen daar vele mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen. De binnenlandse markt is vertoont een sterk groei mede omdat de overheid in zet op zelfvoorziening. Voor veel bedrijven liggen er kansen maar verwacht niet dat je er snel zaken kunt doen.

Wie geduld heeft in zaken doen heeft goede kansen om succesvol te zijn in India. Dat bleek tijdens het rondetafel gesprek op 27 september in het Poultry Expertise Centrum in Barneveld. Deze bijeenkomst voor DPC-leden was belegd in samenwerking met het Nederlands Business Support Office (NBSO)  in Hyderabad, India. Dit bureau heeft in opdracht van het DPC een strategie geschreven over hoe de Indiase markt het best benaderd kan worden om succes te hebben. De Trade and Investment Commissioner van het NBSO, de heer Ajay Justin Odathekal, presenteerde het rapport en schetste  de grote mogelijkheden die het immens grote land India te bieden heeft, zeker op het gebied van de pluimveehouderij. Het land heeft 1,33 miljard inwoners en is wat de dierlijk eiwit behoefte betreft vooral aangewezen op vis en pluimvee. De Indiase economie groeide vorig jaar met 6,7 procent en zal naar verwachting dit jaar 7,3 procent bedragen.

Zelfvoorziening

In India is de consumptie van eieren per hoofd van de bevolking de afgelopen 5 jaar gestegen van 30 naar 68 eieren per jaar en de consumptie van pluimveevlees steeg van 400 naar 2500 gram per jaar. Voedingsdeskundigen adviseren echter een minimum van 180 eieren en 2500 gram vlees voor een gezond volwassen mens.  Op dit moment ligt de jaarlijkse pluimveevleesproductie van India ligt op ongeveer 3,8 miljoen ton(3000 slachtkuikens) en de eierenproductie op 88,1 biljoen stuks ofwel bijna  4 miljoen ton van 260 miljoen leghennen. Deze volumes zullen door de toenemende welvaart en de groeiende midden klasse in de komende jaren sterk moeten groeien om aan de binnenlandse vraag te kunnen blijven voldoen, zo zei Dr. R.N. Chatterjee, directeur pluimveeonderzoek van het Indian Council for Agriculture Research (ICAR) in zijn presentatie. Hij benadrukt dat de Indiase overheid een sterke nadruk legt op zelfvoorziening en het stimuleren van backyard farming. Dat geldt zowel voor de voedsel- als wel voor de voervoorziening. Bovendien streeft ze naar het verdubbelen van de inkomens in de landbouw.  Het implementeren van nieuwe technologieën staat hoog in het vaandel van de overheid, maar merkt daarbij ook dat dierwelzijn en milieu niet uit het oog mogen worden verloren. De consumenten stellen meer en meer vragen en hebben zo hun eisen. Om aan een groeiende vraag te kunnen blijven voldoen zal meer kennis en ondersteuning nodig zijn. Dat biedt volgens Dr. Chatterjee vooral voor bedrijven actief op het terrein van voeding, gezondheid en huisvesting kansen.

Schakel locals in

Waar vele jaren terug de pluimvee-industrie zich het meest ontwikkelde in het Midden en Noorden van India zien we in de laatste decennia een verschuiving naar het klimatologisch mildere zuiden (Fig. 1 en 2) . Bij die ontwikkeling maken Indiase ondernemers graag gebruik van Nederlandse kennis. Vooral op het gebied van diervoeding scoren de Nederlanders goed om dat ze zeer goed ingewijd zijn in het gebruik van uiteenlopende  voergrondstoffen. Met die boodschap stak Selvan Kannan, voormalig directeur van Trouw Nutrition in India, de Nederlandse veevoer deskundigen een pluim op de hoed. Maar zei tegelijk dat men niet erg bereid is om voor die kennis te betalen, omdat de kosten veelal te hoog zijn.

Kannan benadrukte dat  India een continent is met 23 talen en veel dialecten. Elke regio heeft een andere cultuur en daarom moet je de locale business taal en gewoonten kennen voordat je er zaken kunt doen. Het kopiëren van strategieën van het ene land of streek naar het andere gaat niet werken, en daarom is het zinvol om locals in te schakelen bij het ontwikkelen van nieuwe markten. Accepteer daarbij dat ‘ja’ niet altijd ‘ja’ is en dat een contract altijd beschouwd wordt als een document dat veranderd kan worden. Het meest belangrijk voor zaken doen in India is volgens Kannan is dat je gebruik maakt van een boekhouder die zowel de Indiase wet als de Nederlandse wet kent. Daarnaast moet je je goed verdiepen en de werkelijke vraag van de klant en bereid zijn jouw service en producten aan te passen aan de locale condities. Let wel, zo beklemtoonde hij, India biedt vele kansen, maar neem de tijd en verwacht geen snel succes.

Figuur 1: De vleeskuiken productie In India is merendeels geconcentreerd in 5 deelstaten, samen hebben ze >50% van de nationale productie

 

Figuur 2: De eierenproductie in India is merendeels geconcentreerd in 3 deelstaten, samen hebben ze 50%+ van de totale productie

China Animal Agriculture Association brengt kort bezoek aan Nederland

door Andries de Vries

Inmiddels zijn we dat wel gewend; een groep Chinese gasten die in enkele dagen kennis willen maken met de Nederlandse pluimvee sector. Dat lukt natuurlijk nooit volledig, maar we proberen ze wel in die dagen te laten ervaren dat de Nederlandse productie omstandigheden en de consumenten wensen steeds weer nieuwe innovaties opgang brengen.  Dat vertaalt zich zichtbaar in producten, equipment en productie methoden. Maar meer nog in knowhow over het daadwerkelijk werken met nieuwe systemen en de vereiste kennis van mensen om er mee om te kunnen gaan.

Verkopen van productiemiddelen, ontstaan via de “Dutch Approach” is meestal meer consultancy en begeleiding van de implementatie van nieuwe ontwikkelingen dan het leveren van de apparatuur of producten zelf.

De groep bestond o.a. uit de president van de Chinese pluimvee organisatie en van de vleeskuikenorganisatie,  de directeur/secretaris van die organisaties en enkele afgevaardigden van grote pluimvee productie ketens. 
We bezochten Vencomatic waar “early feeding” centraal stond.  Er werd uitgebreid stil gestaan bij het Patio en X-track concept.  Onze Chinese gasten waren onder de indruk van deze innovatieve methoden.

Mr. Brian van Hooff  van VDL Agrotech ontving de gasten eerst op het bedrijf in Eindhoven en gaf een helde uitleg hoe ze daar innovaties organiseren, aan de hand van een volledig nieuw ontwikkelde voerpan, die vermorsen van voer tot het uiterste minimum beperkt.  Daarna bezochten we vleeskuikenbedrijf. Daar stond de echte praktijk centraal. Hoe runt een Nederlandse pluimveehouder zijn bedrijf en hoe maakt hij gebruik van al die nieuwe technieken.

Een onderdeel van een heel andere orde was het bezoek aan Eares Praktijk Centrum (voorheen PTC+). Het werd de gasten duidelijk dat de Nederlandse pluimvee sector tot hoge resultaten komt door  sterk ontwikkeld onderwijs systeem en door diverse organisaties die voor de sector op de bres staan. Jan Wolleswinkel sprak hierover vanuit zijn functie als voorzitter van DPC maar ook vanuit zijn rol in het verleden bij de belangenbehartiging voor pluimveehouders en in het overleg tussen overheid en sector.

Vervolgens gaf men vanuit Eares Praktijk Centrum een korte training over kennisoverdracht. Ook nu weer was men onder de indruk van de Nederlandse aanpak waar techniek vooral succesvol wordt ingezet omdat die wordt begeleid door deskundigheid. En ook omdat  permanent wordt ingezet op de vakbekwaamheid en competentie ontwikkeling van alle werkenden in de sector.

Blijft er iets hangen van een dergelijk bezoek? We hebben de indruk van wel. Concreet door al een vraag voor een nieuw bezoek (vanuit de CAAA) en de vraag om de “Dutch Approach” van onze leden in China nader voor het voetlicht te brengen.

20190402 1004 bezoek aan Eares praktijkcentrum Chinese delegatie CAAA Broilers 06

Volg ons op

Contact

Dutch Poultry Centre
Landjuweel 15
3905 PG  Veenendaal
The Netherlands


Kamer van Koophandel 08132038


© 2023 Dutch Poultry Centre