Skip to main content

Nieuws

Romijnlezing 10 oktober 2018 in Nieuwspoort

Op 10 oktober 2018 vindt de Romijnlezing plaats. U kunt zich aanmelden voor de Romijn Lezing bij het secretariaat van de WPSA NL: secretariaat.WPSA@upcmail.nl. U kunt kosteloos deelnemen, maar aanmelden is noodzakelijk i.v.m. de beschikbare ruimte.

Programma 4de Romijn Lezing

10 oktober 2018 in “Nieuwspoort”, Lange Poten 10, 2511CL Den Haag

Thema: “Wees nou eens eerlijk” ‘Tijd voor een discussie over duurzaamheid van kip en ei.

13:30-13:35        Introductie Simon Rozendaal (Wetenschapsjournalist )

13:35-13:55        Prof. Edith Feskens, Wageningen University & Research: Waarde pluimveevlees en eieren in de humane voeding.

13:55-14:15        Drs. Kiki Kersten, Cargill:  De carbon footprint van pluimveevoer; wat zijn de mogelijkheden?

14:15-14:40        Prof. Bas Rodenburg, Universiteit Utrecht: Welzijnsvriendelijk op te grote voet? Hoe we dierenwelzijn, productiviteit en CO2 footprint kunnen verenigen.

14:40-15:10        Pauze

15:10-15:35        Drs. Wouter van der Weijden, Centrum voor Landbouw en Milieu: Overleven vergt samenwerking

15:35-16:00`      Ir. Jeen Akkerman, JEEN Bureau voor communicatie: Communicatie met impact= een goed verhaal goed vertellen

16:00-16:25        Jaco Geurts, CDA Tweede Kamerlid: Hoe bepaalt de overheid de balans tussen efficiënte voedselproductie, dierenwelzijn en milieu

16:25-16:45        Discussie en sluiting Simon Rozendaal met take-home message

16:45-17:45        Napraten onder het genot van een hapje en een drankje

Kennis en ervaring van Bolidt applicatieteams internationaal gewaardeerd

Na eerder Bolidt-vloeren in de Filippijnen te hebben aangebracht, mochten de gespecialiseerde applicatieteams van Bolidt nu aan de slag bij Marcela Farms Incorporated (MFI). MFI is een conglomeraat van uiteenlopende bedrijven, die actief zijn in de landbouw, aquacultuur en industrie. Nadat MFI kennis had gemaakt met Bolidt-vloeren bij anderen projecten in de Filipijnen, werd Bolidt gevraagd voor de vloersystemen voor de pluimveebroederij en slachterij van MFI.

Vis, garnalen, vlees en pluimvee

Marcela Farms Incorporated is een onderneming die 100% Filippijns eigendom is. De activiteiten van MFI laten zich categoriseren in de hoofdgroepen vis, garnalen, vlees en pluimvee. Het bedrijf wordt gedreven door de visie om een actieve rol in de industrie te spelen, voedselzekerheid te verzekeren en werk te genereren. Naast grote viskwekerijen, boerderijen, broederijen, slachterijen en een veevoederbedrijf beschikt MFI over de enige EU-geaccrediteerde verwerkingsfabriek. De producten van MFI worden dan ook verwerkt onder strikte naleving van het HACCP-kwaliteitssysteem, Good Manufacturing Practices (GMP) en Sanitation Standard Operating Procedures (SSOP).

Internationale spelers

Bolidt is gespecialiseerd in vloersystemen voor de pluimvee-industrie en is gewend om projecten over de gehele wereld uit te voeren. Eerder kozen andere internationale spelers als Bell & Evans (V.S.), Probroed & Sloot (NL), Cobb-Vantress (V.S.) en Aviagen Broiler Breeders (V.S.) al naar tevredenheid voor de innovatieve vloersystemen van Bolidt. Deze referenties, samen met de Bolidt-vloeren bij andere projecten in de Filippijnen, gaven MFI meer dan voldoende vertrouwen om ook voor Bolidt te kiezen.

Naadloos en poriëndicht

Net als in de genoemde broederijen adviseerde Bolidt MFI om te kiezen voor het Bolidtop® 700 vloersysteem. De strenge HACCP-regelgeving, het gebruik van hogedrukspuiten, reinigingsmiddelen en de intensieve belasting van de vloeren zijn hiervoor de belangrijkste redenen. Omdat het vloersysteem vloeibaar wordt aangebracht, is het geheel naadloos en poriëndicht. Bacteriën krijgen geen kans om zich te nestelen in de vloer. Een geruststellende gedachte, want een uitbraak van ziektes door bacteriën is zo’n beetje het ergste wat een pluimveebedrijf kan overkomen. Ook het onder alle omstandigheden stroeve karakter van Bolidtop® 700 is een belangrijk pluspunt. Dat verkleint de kans op uitglijden en verhoogt de veiligheid van medewerkers.

Gespecialiseerde applicatieteams

Ondanks de grote fysieke afstand tussen de Filippijnen en het Bolidt hoofdkantoor in Hendrik-Ido-Ambacht, is het project uitstekend verlopen. Dat is mede te danken aan de internationale scope van Bolidt en het feit dat alles – van ontwikkeling tot en met productie – onder één dak gebeurt. De eigen gespecialiseerde applicatieteams, die voor projecten overal ter wereld worden ingevlogen, zorgen er daarnaast voor dat de vloersystemen perfect worden aangebracht en dat de hygiëne in het productieproces voor vele jaren is gegarandeerd.

Na 35 jaar maakt de CEO van familiebedrijf Colubris Cleantech ruimte voor nieuwe generatie

Na 35 jaar maakt de CEO van familiebedrijf Colubris Cleantech ruimte voor nieuwe generatie. Oprichter Gertie van den Hurk draagt de rol van algemeen directeur, CEO, per 1 september over aan Frank Tillmann. Hijzal zich niet meer richten op het dagelijks bestuur, maar blijft zich als ondernemer/eigenaar van Colubris Cleantech bezighouden met de verdere groei van de onderneming. Hij bereikte onlangs de leeftijd van 65 en vindt dat het tijd is voor een nieuwe generatie leiders, zodat opgebouwde kennis en gedreven jonge mensen met nieuwe inzichten elkaar kunnen aanvullen.

Familiebedrijf

Colubris Cleantech houdt zich bezig met het zuiveren van afvalwater, afval recycling en bioresource oplossingen. Het bedrijf is in 1984 opgericht door Gertie van den Hurk. Hij kwam er al snel achter dat hij niet alles in zijn eentje kon doen. Het Achterhoeks bedrijf groeide uit van eenmanszaak tot wereldwijde speler op het gebied van milieutechnologie. Colubris is een echt familiebedrijf: Zoon Dennis (27 jaar werkzaamin het bedrijf), is actief als operationeel verantwoordelijke. Dochter Reggy (22 jaar werkzaam), is verantwoordelijk voor de communicatie en is teamleider van het secretariaat. Zoon Joey is actief als ondernemer en is verantwoordelijk voor marketing bij verschillende initiatieven. Tevenszal hij zich net als Gertie richten op diverse vormen van innovatie bij Colubris.Gertie: “De werknemers vormen al vanaf het begin de ruggengraat van de familie. De grootste kracht zit hem ook in de mensen om ons heen. Daar draait het bij ons in het ondernemerschap vooral om”.

Samenwerking

Het bleek op korte termijn nog niet mogelijk om binnen eigen gelederen een algemeen directeur/CEOopvolger te vinden. Na een lange zoektocht heeft Colubris in Frank Tillmann een ervaren man gevonden, die de rol van dagelijks bestuur op zich zal gaan nemen. Frank: “We hebben elkaar gevonden in visie en gelijke inzichten”. “We zullen daarbij ook samenwerking zoeken met externe partijen die ons kunnen versterken”. Samenwerking en continuïteit zijn cruciaal. De slogan is dan ook niet voor niets: Let’s close the loop together.

Zonnige jaarlijkse BBQ een mooi seizoensslot

De jaarlijkse BBQ van het DPC in het Pluimveemuseum in Barneveld werd een mooie afsluiting van een enerverend seizoen. Veel leden, inclusief de nieuwe, hebben genoten van de goede sfeer, de drankjes en de wederom goed voorziene barbecue.

De eerste woensdag van juli was dit jaar een geschikte dag om de jaarlijkse DPC-BBQ te organiseren. Mooi weer en een gezellig aantal deelnemers. Voorzitter Jan Wolleswinkel was dan ook blij om iedereen na een geslaagde VIV opnieuw in een goede stemming te zien. Ook omdat er de nodige nieuwe leden te verwelkomen waren, zoals: Avivet ( Lunteren ), Veterinair Centrum Someren (Someren), Poultry vets (Ell), Van den Brink Montage ( Lunteren), VAV conveyors (Katwijk), Agruniek Rijnvallei (Barneveld/Wageningen), Muller Beltex (Pijnacker), Van Mourik groep (Ede), Dosers (Tienray), Farmresult (Wierden), Palital Feedadditives (Velddriel) en Vet effect ( Bilthoven). In zijn openingswoord ging Wolleswinkel niet te veel ion op wat er het afgelopen seizoen zoal door het DPC was gedaan. Maar liet wel merken dat hij tevreden was over de uiteindelijke conclusies in het eindrapport over de fipronil-affaire en hoopt dat de eiersector daarmee weer vooruit kan, ook al zijn er nog de nodige problemen op te lossen.

Terugblik op de VIV

DPC bestuurslid Ruwan Berculo gaf nog even een snelle terugblik op de VIV. Hij stelde dat de Nederlandse Pluimvee-industrie hier heeft laten zien wat we te bieden hebben. Ze heeft ook laten zien dat we oog hebben voor de veelheid van maatschappelijke issues en dat we hard op weg zijn om oplossingen aan te dragen. Het project Kip van Oranje was daar een prachtig voorbeeld van. Iedereen die de beurs op ging heeft bij de ingang kennis kunnen maken met een veelheid aan nieuwe concepten, concepten die de sector een nieuw elan kunnen geven. Toch was Ruwan niet op alle fronten even tevreden. Hij miste bij de bezoekers vooral de Nederlandse pluimveehouders en vertegenwoordigers van de veevoerindustrie en andere toeleverende bedrijven. Opvallend was, zo zei hij, dat van de 160 deelnemers aan een gelijktijdig gehouden congres slechts 20 de beurs hebben bezocht. Hij vraagt zich dan ook af hoe dat komt. Waarom maken ze die stap niet? Hebben we de boer uit het oog verloren soms? Jan Douwe van der Ploeg (vh WUR) gaf in zijn laatste Foodblog ook aan dat de industrie de boer buitenspel zet door de technologie op de voorgrond te plaatsen. In China is dat naar zijn mening net andersom. Of dat zo is laten we in het midden, maar Ruwan gelooft wel dat we de boer weer meer centraal moeten stellen en dus hem terug brengen naar het hart van de business. En daarom blijft de VIV de initiatieven van Kip van Oranje ondersteunen. VIV China en VIV Asia komen er aan en ook daar gaat VIV hen een platform geven. Ruwan hoopt dat het Nederlandse bedrijfsleven dit ondersteunt en meegaat doen. Deze woorden waren voer voor discussie tijdens de BBQ. Ze vormden samen met de voortreffelijke spijzen van de grill en drankjes voor een aangename afsluiting van een mooi DPC activiteiten jaar.

Inkomende handelsmissie Sri Lanka

Graag informeren wij u over het bezoek van een pluimvee-handelsdelegatie uit Sri Lanka aan Nederland.

Op maandag 18 juni zullen in totaal 23 delegatieleden, 10 middelgrote pluimveebedrijven (legboerderijen en vleeskuikenbedrijven) en 13 dierenartsen, uit verschillende segmenten binnen de pluimveesector uit Sri Lanka aanwezig zijn tijdens het seminar en matchmakingevent in Barneveld. Deze delegatie is op zoek naar de nieuwste producten en kennis op het gebied van duurzamere productie binnen de pluimveesector. Deelname aan het seminar en matchmaking event met individuele gesprekken biedt u mogelijk kansen.

In Sri Lanka is in de afgelopen jaren de vraag naar pluimveeproducten sterk toegenomen. Lokale producenten kunnen tot nu toe aan deze vraag naar kippenvlees en eieren voldoen. In toenemende mate is het echter voor de producenten moeilijker geworden om concurrerend te blijven, uit te breiden ten behoeve van de export en op de lange termijn duurzaam te produceren. Hierdoor moet de kwaliteit van producten, voedselveiligheid en duurzaamheid in de hele pluimveeketen naar een hoger niveau gebracht worden.

Wilt u in contact komen met de delegatie? Dat kan tijdens het seminar en/of matchmaking event op maandag 18 juni (van 12.30 – 16.30 uur) in het Nederlands Pluimveemuseum in Barneveld (Hessenweg 2A, 3771 RB Barneveld). Aansluitend zal er een netwerkborrel plaatsvinden. Aanmelden voor het seminar en/of matchmaking kan door het aanmeldformulier te sturen aan info@nec.nl (t.a.v. Dyon Zwijnenburg). Aanmelden kan tot 8 juni 2018.

Meer informatie over dit Matchmaking Event kunt u vinden op: https://nec.nl/agenda/17-tm-23-juni-handelsmissie-sri-lanka-pluimvee/

Fancom heeft grote ambities

Tijdens het DPC-Marktcafé bij Fancom kregen de aanwezigen een kijkje achter de schermen van dit automatiseringsbedrijf. Ze konden zich verwonderen over de ontwikkelingen die het bedrijf heeft door gemaakt en over de ambities voor de komende jaren.

Ruim 50 leden en belangstellenden van het DPC kwamen op 21 maart naar het DPC-Marktcafé bij Fancom in Panningen. Ze werden welkom geheten door DPC voorzitter Jan Wolleswinkel en Fancom directeur Paul Smits. Deze laatste gaf een korte uiteenzetting van het ontstaan en de plannen van het bedrijf en refereerde daarbij aan de ontwikkelingen in de sectoren waarin het bedrijf actief is. Vorig jaar vierde Fancom haar 40 jarig bestaan. Peter Wijnen begon in 1977 in Beringe met het maken van computers voor de tuinbouw. De vraag rees al gauw of deze systemen ook in de veehouderij toegepast konden worden. In 1979 werd dan ook de eerste pluimvee klimaatscomputer geïntroduceerd. Grote stappen werden gezet toen de varkenssector belangstelling voor automatisering kreeg. Daardoor is deze sector vele jaren de belangrijkste omzet generator voor het Fancom geweest. Tot vorig jaar, toen nam de pluimveesector het stokje over en zorgt nu voor meer dan 50% van de omzet.

Voortvarende groei

Pluimvee is volgens Paul Smits toonaangevend voor wat betreft innovaties en dan in het bijzonder met het integreren van dataverwerking tussen alle schakels in de keten. Hij is er trots op directeur van zo’n innovatief bedrijf te zijn waar mensen graag en vele jaren (gemiddeld 18 jaar) willen blijven werken. Vorig jaar is het 40 jarig jubileum van één medewerker gevierd en dit jaar is er weer een medewerker 40 jaar bij het bedrijf. De gemiddelde leeftijd van de werknemers is mede door de groei nu aan het dalen, want de nieuwe generatie it-ers begint zich in het bedrijf te interesseren. Fancom heeft sinds 1986 zijn hoofdvestiging in Panningen. Daar in het hoofdkantoor vindt men nu R&D, sales, marketing, administratie en operation. In een naast gelegen pand is productie en opslag gehuisvest. Dit pand is in 2015 betrokken en lijkt volgend jaar al weer te klein te zijn. Of dat tot een uitbreiding in Panningen leidt is niet zeker. Mogelijk wordt een deel van de opslag en productie naar het buitenland verplaatst. Het grootste deel van Fancom’s activiteiten liggen reeds via verkoop ondersteunende distributeurs in meer 60 landen.

Schaalvergroting nodig

Vooraf aan de rondleiding ging Product Manager Poultry Systems John van Helden nog even dieper in op de historie in en schetste de recente ontwikkelingen binnen de onderneming. Door het succes van Fancom werd internationale interesse gewekt, wat in 1997 leidde tot een overname door het Amerikaanse bedrijf CTB. Intussen is Fancom een intensieve samenwerking aangegaan met de Universiteit in Leuven en de HAS in Den Bosch om hun systemen intelligenter te maken en verder te ontwikkelen voor de praktijk van de veehouderij van de toekomst. De vraag naar dierlijke eiwitten zal wereldwijd sterk toenemen en dat vraagt om schaalvergroting. Maar dan wel, volgens Fancom, op een verantwoorde en duurzame manier waarbij transparantie, voedselveiligheid en dierenwelzijn kunnen worden gewaarborgd. Daarom wil Fancom voor haar klanten optimale condities creëren door hun systemen voor klimaatbeheersing, voerautomatisering, biometrie en data management zodanig op elkaar af te stemmen dat ze elkaar versterken. Biometrie krijgt daarbij de komende jaren veel aandacht omdat daarmee, met behulp van slimme sensoren, zicht- en hoorbaar diergedrag kan worden gemeten waardoor ongewenste gezondheids- en welzijnsaspecten in een zeer vroeg stadium kunnen worden waargenomen en gecorrigeerd. Door inzet van meerdere slimme automatiseringssystemen wordt het mogelijk om veel data te genereren welke via data analyse ondernemers informatie kan verschaffen die de bedrijfsvoering verder kan optimaliseren. En daarin ziet Fancom een belangrijke taak voor zich weggelegd.

De rondgang door het bedrijf ondersteunde de introducties en gaf een goede indruk van het gecompliceerde karakter van een automatiseringsbedrijf in de veehouderij. Tijdens de aansluitende netwerkborrel werd daar nog intensief over door gepraat.

DPC conference tijdens VIV MEA 2018

Van 5 februari  tot en met 7 februari  2018 vond voor de tweede keer door VNU Exhibitions georganiseerde VIV MEA plaats in Abu Dhabi.  De beurs is een belangrijke springplank naar het Midden Oosten.  Veel leden van DPC waren op de beurs vertegenwoordigd.

Onder de naam:  “Dutch innovations for more profit of your poultry business” organiseerde DPC in samenwerking met de Nederlandse Ambassade een conferentie waarbij de Nederlandse innovaties in de pluimveeketen aan het lokale publiek werden gepresenteerd.

Jan Wolleswinkel, voorzitter van DPC, verwelkomde de gasten. Vervolgens was het de beurt aan de landbouwattaché, Hans van Beek. Hij gaf aan hoe belangrijk Nederland is voor de pluimveesector.

Jan Hulzebosch, relatiemanager van DPC, hield een inleiding over de innovatiekracht van de Nederlandse pluimveesector. Innovatie is onontbeerlijk voor de ontwikkeling van nieuwe producten, processen en diensten. Het is bewezen dat bedrijven die investeren in innovaties op de lange termijn de beste resultaten behalen. Nederland staat internationaal bekend om zijn innovatiekracht in de Pluimveesector. Jan noemde een aantal voorbeelden van Nederlandse bedrijven die hier hun sporen hebben verdiend.  Op alle deelgebieden zijn er ontwikkelingen, zoals op het gebied van de gezondheid, het milieu, dierenwelzijn, superfood. Kortom Nederland is een leidende natie op het gebied van Innovatie.

Namens Hatchtech BV, gaf Eric Hemink een presentatie over “Early Feading”. De perfecte start van het broedproces. Hatchtech heeft “ Early Feeding and early drinking”  geïntroduceerd.  Een van de kernpunten is het reduceren van antibiotica. Eric schetste een beeld van de ontwikkelingen in de broederij sinds 1957.  Er heeft een enorme omslag plaatsgevonden.  Het systeem van vroeg water en voer geven gaat zeker bijdragen tot nog betere resultaten. Aan de hand van een aantal voorbeelden liet Eric deze revolutionaire ontwikkelingen zien.  

Krish Gobardhan van Jansen Poultry Equipment vertelde over het belang van een goede huisvesting .

De sleutel tot een succesvolle productie van broedeieren zijn de mechanische legnesten. De broederij vraagt schone eieren met lage bacterie risico’s, ongewassen en geen breuk. Het “ Roll-awaynest” biedt hiervoor de oplossing. Ook wordt het probleem van vloereieren nagenoeg voorkomen.

Vervolgens was de focus gericht op de gezondheid. Marc Spackler van Intracare gaf het belang aan van het voorkomen van stress en hoe dat kan worden bereikt. Hij schetste aan de hand van een aantal sheets  hoe Intracare een oplossing kan aanbieden voor dit probleem.

Het drogen van kippenmest met name in (sub)tropische gebieden is heel belangrijk. Over dit onderwerp hield Henk Haaring van Dorset Green Machines een aansprekend verhaal. De ontwikkelingen staan niet stil en Dorset  heeft bewezen dat er goede resultaten kunnen worden behaald.

Erik Hoekstrstra van Heering Holland wees op het belang van zorgvuldig transport van eendagskuikens. Dit kan bijdragen tot veel betere resultaten. Transport van kuikens neemt slecht een korte tijd in van het hele broedproces, maar het heeft wel grote invloed. Het is daarom belangrijk tijdens het transport  maatregelen te nemen die er toe bijdragen dat deze invloeden worden beperkt. Heering biedt hiervoor een aantal goede oplossingen.

Tenslotte was het woord aan Karel de Waal van Meyn Food . Innovaties in het hele poultry proces zijn van essentieel belang voor de hele sector. Meyn levert maatwerk op het gebied van huisvesting.

Ondernemers staan voor uitdagingen  op het gebied van kwaliteit, voedselveiligheid, kosten, arbeid, milieu, dieren welzijn en natuurlijk  financiële resultaten. Meyn biedt een aantal innovatieve oplossingen die tegemoet komen aan deze uitdagingen.

Jan Wolleswinkel bedankte de sprekers voor hun inspirerende inleidingen . De Nederlandse Pluimvee industrie is leidinggevend in de wereld en is voortdurend bezig met het zoeken naar verbeteringen. De sprekers hebben hier een goed beeld van gegeven.

 

 

Vrolijk het nieuwe jaar in

Traditioneel werd ook dit jaar het nieuwe jaar voor het DPC, in samenwerking met de VIV, ingeluid met een receptie op woensdag 10 januari in Boerderij Mereveld te Utrecht. De opkomst was weer groots en de sfeer positief. Er werd terug gekeken naar 2017 maar vooral vooruitgekeken naar 2018.

Bij aanvang van de receptie wenste DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel een ieder zowel zakelijk als privé alle goeds toe voor 2018. Terugkijkend op 2017 heeft hij naar zijn zeggen reden blij te zijn want de verkiezingen had ons weer een Ministerie van Landbouw opgeleverd en het fipronil-ei werd niet het woord van het jaar. Een bijzonder woord van welkom gerichte hij tot de heer Ton van Arnhem voormalig Landbouw raad en tegenwoordig werkzaam bij Top Sector Agr&Food , een onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, en de nieuwe Relatiebeheerder van het DPC, Jan Hulzebosch.

Wolleswinkel stelde dat de pluimveehouderij het komende jaar weer nieuwe uitdagingen zal moeten aan gaan. Eén daarvan is de strijd tegen fijnstof. In Barneveld is daartoe een kenniscentrum opgericht, van waaruit ondersteuning kan worden gegeven aan bedrijven die met fijnstofproblemen kampen of preventief maatregelen willen treffen. Daarnaast staat het onderwerp Big Data op menige agenda. De sector is volgens Wolleswinkel huiverig voor het delen van allerlei bedrijfsgegevens, maar gelijktijdig vinden velen het wel belangrijk. Ze zien er grote voordelen in maar de vraag is hoe ga je het doen zonder daarbij de verhoudingen tussen de participerende deelnemers te schaden.

Versterken van netwerken

Na de welkomsttoespraak van de DPC voorzitter Wolleswinkel zette Jan Hulzebosch uiteen hoe hij zijn, zoals hij het zelf noemt, eervolle taak als relatiemanager de komende tijd denkt te gaan invullen. Hij zal samen met Piet Simons meerdere DPC-leden bezoeken om zicht te krijgen op hun activiteiten en wat hun wensen zijn ten aanzien van het DPC. Het zei dat het niet mogelijk zal zijn om alle leden op korte termijn te bezoeken en daarom raad hij leden aan om contact met hem op te nemen als ze ideeën voor activiteiten hebben of als zijn inzet gewenst is. Hij hoopt op een goede samenwerking.

Als mede organisator van de Nieuwjaarsreceptie wenste ook VIV beursmanager Ruwan Berculo iedereen een gelukkig en gezond 2018 toe. Bij deze gelegenheid stond hij even stil bij het overlijden van VIV communicatie medewerkster  Ellen Wonder. Teven stelde hij vier nieuwe leden van het VIV team voor: de sales managers Merve Atabey, Kevin Smits en George Bilalis en Elena Geremia. Zij zullen in sterke mate een bijdrage gaan leveren om VIV Europe 2018 tot een succes te maken. Zijn collega Anneke van Rooijen heeft daarbij de speciale opdracht om ondersteuning te geven aan het opvangen van buitenlandse delegaties/groepen. Deze kunnen zich bij de VIV melden indien zij specifieke wensen of vragen hebben op het gebied van productie en verwerking van pluimvee en andere foodproducts. Samen met het DPC gaat zij bekijken welke activiteiten voor deze beursbezoekers kunnen worden georganiseerd om netwerken te versterken. 

Aansluitend aan de korte introducties werd gezellig nageborreld een werden de nodige nieuwe en of hernieuwde contacten gelegd en afspraken voor de komende tijd gemaakt.

 

Het Nationale Pluimvee Congres in Colombia

Van 5 t/m 7 september 2018 vindt het Nationale Pluimvee Congres in Colombia plaats. Het Congres wordt door de Colombiaanse pluimvee sectororganisatie FENAVI georganiseerd, in combinatie met een beurs. Het is uitgegroeid tot dé ontmoetingsplaats van het nationale en internationale bedrijfsleven dat actief is in de Colombiaanse pluimveesector en het belangrijkste pluimvee event in Colombia.

De deelname aan het FENAVI Congres wordt georganiseerd door het ministerie van LNV en de Landbouwraad bij de Nederlandse Ambassade te Bogotá in samenwerking met het Holland House Colombia. Dit keer vindt het congres plaats in Bucaramanga, de hoofdstad van het departement Santander en een belangrijk centrum van de Colombiaanse pluimveeproductie.

De Nederlandse Ambassade zal een Holland Paviljoen van ca. 50 m2 inrichten om een zo groot mogelijke groep Nederlandse bedrijven de kans op deelname te bieden. Twee mogelijkheden worden geboden:
1.         Beursdeelname met individuele stand van ca. 5-6 m2 op het Holland Paviljoen. Er zijn maximaal 6 individuele stands beschikbaar
2.         Deelname via de Holland Lounge van het Paviljoen.

Voor aanmelden en/of vragen kunt u contact opnemen met:


• Landbouwraad Colombia, Nederlandse Ambassade Colombia, Patricia de Vries, +57 1 6384212, bog-lnv@minbuza.nl

• Holland House Colombia, Jan Willem van Bokhoven, +57 1 7449566, jwvanbokhoven@hollandhouse-colombia.com 

Voor meer informatie over het Pluimveecongres: http://www.fenavi.org/congreso2018/

Erepenning voor Marel Poultry

Voor het eerst in de geschiedenis heeft het Boxmeerse gemeentebestuur de Wimke de Körver Erepenning toegekend. Deze onderscheiding voor ondernemingen werd toebedeeld aan Marel Poultry, een bedrijf dat in grote mate heeft bijgedragen aan de internationale naamsbekendheid van Boxmeer. Op 2 januari reikte burgemeester Van Soest de erepenning officieel uit aan algemeen directeur Anton de Weerd.

De erepenning is niet zonder reden vernoemd naar Wim Hendrix, alias Wim de Körver. Hij stond 100 jaar geleden aan de basis van veel Boxmeerse bedrijven die we nu kennen als Hendrix Genetics, MSD, Nutreco en Marel Poultry. Burgemeester van Soest motiveert de toekenning: “Wij zijn blij dat we deze allereerste Wim de Körver Erepenning mogen uitreiken aan Marel Poultry. Het is een goed en gezond bedrijf dat duidelijk in de lift zit, sterk met innovaties bezig is, investeert in uitbreiding, zorgt voor werkgelegenheid en maatschappelijk betrokken is. Mede dankzij de internationale uitstraling van Marel Poultry is Boxmeer toonaangevend geworden in de agrifood industrie.

In 1963 ontstaan uit het historische Stork is Marel Poultry een oer-Boxmeerse onderneming. Als Stork PMT werd het bedrijf overgenomen door het IJslandse Marel in 2008, maar altijd is de Boxmeerse vestiging een ijkpunt in de organisatie gebleven. Het feit dat in Boxmeer nog echt machineproductie plaatsvindt is op zich al zeer bijzonder in een tijd waarin productiewerk in de regel naar lage-lonenlanden is verplaatst.

Marel Poultry is in de loop der tijd wereldmarktleider geworden op het gebied van pluimveeverwerkende machinebouw. “Om onze sterke positie te behouden hebben we op alle gebieden eigenschappen zoals daadkracht en innovatie nodig,” zegt Anton de Weerd. “En doortastendheid zoals Wim de Körver had. Iedereen in ons bedrijf, van productiemedewerkers tot hooggeschoolde ingenieurs, is zich daarvan bewust en zet zich 100% in om vernieuwend bezig te zijn.

Dagelijks weten klanten vanuit alle werelddelen en de meest verafgelegen landen Boxmeer te vinden voor een fabrieksbezoek. Op beurzen wereldwijd is de naam Marel Poultry onlosmakelijk verbonden met de locatie ‘Boxmeer’. “Boxmeer is bekender in Atlanta dan in Amsterdam, want op kipgebied zijn we het centrum van de wereld,” zegt Anton de Weerd.

Als belangrijke werkgever voor de gemeente en de verdere omgeving, met meer dan 1000 medewerkers alleen al in Boxmeer, is Marel Poultry zich bewust van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Sponsoring van verenigingen en evenementen vloeit hieruit voort, evenals samenwerkingsverbanden met regionale scholen en landelijke universiteiten zoals WUR Wageningen en TU Eindhoven.

Burgemeester Karel van Soest van Boxmeer reikt de Wimke de Körver Erepenning uit aan Anton de Weerd, Managing Director Marel Poultry.

VIV Europe 2018

Geachte leden,
 
Volgende zomer, van 20 tot en met 22 juni 2018, wordt VIV Europe georganiseerd in de Jaarbeurs in Utrecht, de Olympische spelen van de Internationale Pluimvee industrie.

Een belangrijke doelstelling van Dutch Poultry Centre is om haar leden in contact te brengen met internationale handelspartners. Dit om zaken op te zetten c.q. uit te bouwen in zowel Nederland als het buitenland. Daarnaast wil DPC het imago van BV Pluimvee NL versterken bij de internationale handelspartners middels kennisdeling.

Voor Dutch Poultry Centre is VIV Europe een uitstekende  gelegenheid om zichzelf, maar ook haar leden in de schijnwerper te plaatsen.  Ons voornemen is om actief buitenlandse delegaties uit te nodigen voor een bezoek aan de beurs, maar ook om voor (of na) de beurs een bezoekprogramma (“field visits”) op te zetten naar (productie)bedrijven die zaken doen met onze leden.

De landen die geselecteerd zijn om te benaderen zijn:
China
Afrika  ( Ethiopië, Ghana, Kenia, Nigeria, Sudan, Rwanda, Oeganda en Senegal)
Iran
Indonesië
India, Sri Lanka
Uzbekistan
UAE, Saudi Arabië
 
DPC faciliteert geen rechtstreekse bezoeken naar leden in de field visits; hierin kan men zelf de regie in nemen.

Wij willen u uitnodigen mee te denken bij de voorbereiding van dit voornemen. Heeft u ideeën over onderwerpen, mogelijke locaties voor field visits of speciale thema’s, neem dan graag contact met ons op via k.cornelissen@poultrycentre.nl.

DPC heeft een eigen stand in de ontvangsthal van de beurs.  Hier kunnen o.a. bezoekers worden doorverwezen naar leden/exposanten.  Op de tweede beursdag, 21 juni 2018, zal aan het einde van de middag een DPC Netwerk cocktail worden georganiseerd.  Voor deze netwerkbijeenkomst worden ook de buitenlandse delegaties uitgenodigd. Omdat in die periode ook het WK voetbal plaatsvindt is er gezorgd voor grote schermen, zodat belangrijke wedstrijden toch kunnen worden gevolgd!

Big Data: adopt or die!

De Eindejaarsbijeenkomst 2017 van het DPC stond in het teken van Big Data in de pluimveehouderij. Een onderwerp dat de nodige aandacht trekt en velen deed besluiten om naar het Van der Valk hotel in Duiven te komen om te horen dat je wel mee moet doen om niet op een dood spoor terecht te komen.

Iedereen in het bedrijfsleven praat tegenwoordig over Big Data. Ook de pluimveehouderij ontkomt daar niet aan. Dat was de reden voor het DPC om op haar Eindejaarsbijeenkomst aandacht aan dit onderwerp te besteden om inzichtelijk te maken waar het dan precies over gaat. Maar ook om helder te krijgen hoever de Nederlandse sector is met de implementatie van Big Data programma’s en wat er precies om ons heen gebeurt. Daartoe waren een aantal sprekers uitgenodigd die betrokken zijn bij actuele initiatieven in de sector. Vooraf aan deze sprekers gaf trendwatcher nieuwe technologie Sander Duivestein een uiteenzetting over wat er in de maatschappij zoal gaande is op het gebied van informatietechnologie.

‘Adopt or Die’

Alles is tegenwoordig digitaal en we kunnen er niet meer zonder, zo begon Duivestein zijn verhaal. Hij wees daarbij op het gebruik van de computer, smartphones, social media, de 3D-bril, de hololens, etc. De digitale technologie heeft zich verankerd in onze maatschappij en we kunnen er niet meer zonder. Daarbij komt dat de veranderingen zo snel gaan dat we het bijna niet meer bij kunnen houden. Onze kinderen kunnen al niet meer zonder wifi en over niet al te lange tijd nemen robots een niet onbelangrijk deel van onze dagelijkse bezigheden over: denk daarbij maar eens aan de keukenrobot die met een druk op de knop het eten voor je klaar maakt, zo stelde Duivestein. Scholen maken op grote schaal gebruik van elektronische schoolborden en iPhones om met de leerlingen te communiceren. Door de kunstmatige intelligentie kun je de hele wereld bevragen en zelfs voorspellingen maken over wat er op korte of langere tijd gaat gebeuren. Als voorbeeld gaf Duivestein dat Google op basis van diverse koop beslissingen en zoek opdrachten zeer goed kan aangeven of en wanneer een griepgolf is te verwachten. Dit voorbeeld kan door bedrijven omgezet worden in betere besluitvormingsprocessen voor hun onderneming of zelfs voor hele bedrijfssectoren. Het op grote schaal verzamelen van data leidt tot snellere en betere besluitvorming. Daardoor is er voor bedrijven reden genoeg om met elkaar in contact te komen, samen te werken en informatie te delen. “Secrets are lies” en “Sharing is caring” zijn in dit verband volgens Duivestein sleutel begrippen. Bedrijven moeten daarom naar zijn mening geen weerstand bieden aan de introductie van digitale data uitwisselingssystemen, maar deze juist omarmen. Het is Digitale Darwinisme: “Adopt or Die”.

Een gezonde pluimveeketen

Na de inleiding van Sander Duivestein gaven drie pitch-sprekers inzicht in de data-projecten waarbij zij betrokken zijn. Als eerste kwam Alex Spieker aan het woord. Als coördinator voor Pluimveegezondheidszorg en onderzoek&innovatie bij AviNed zette hij uiteen wat het project ‘Gezonde pluimveeketen’ inhoud . Door medewerking van alle schakels in de sector wordt naar zijn mening een beter inzicht gekregen in de oorzaak van ‘incidenten’ en wordt het mogelijk sneller in te grijpen wanneer zich problemen aanmelden. Voorwaarde is echter wel dat alle deelnemers al hun data beschikbaar stellen, waarbij de zekerheid wordt gegeven dat gevoelige informatie niet persoonlijk wordt gemaakt. Het project kan naar zijn mening alleen slagen als alle deelnemers de voordelen zien in het delen van data.

Marcel Kuijpers, DGA van Kuijpers Kip BV, beschreef wat hij in samenwerking met industriële partners (GMV/FME, Trouw Nutrition, Marel Stork, Vencomatic, Pas Reform, en Wageningen Universty 7 Research ) doen om kennis te genereren over indicatoren en verbanden die essentieel zijn voor een integrale ketenoptimalisatie. Die indicatoren moeten leiden tot een verbeterde diergezondheid, dierwelzijn, milieuprestaties en het rendement van de hele keten. De voortgang van het project lijkt voorshands een te hoog ambitie niveau te hebben omdat veel kuikenhouders niet bereid of in staat zijn de gewenste data beschikbaar te stellen. De toenemende claimcultuur in onze maatschappij bevordert volgens Kuijpers het optrekken van een rookgordijn en belemmerd de noodzakelijke eerlijkheid en openheid en duidelijkheid.

Van kan niet naar kunnen

Een zelfde beeld schetst Albert Hoekersweever, ketenwaarderegisseur bij HighHopes M-power company. Het Pro-Kuiken project waaraan hij werkt wil samenwerken aan preventieve diergezondheid door het volgen van vitale innovaties op boerderijniveau. Hij hoort vaak dat iets niet kan , maar wil bewijzen dat door samenwerking, openheid en het delen van data je op ketenniveau grote stappen kunt maken naar een verbetering van bedrijfsresultaten, transparantie en voedselveiligheid. En daar ligt naar zijn mening de sleutel voor duurzame waardecreatie voor de individuele bedrijven en vertrouwen bij de buitenwacht.

Na afloop van de presentaties volgden groepsdiscussies op basis van door de inleiders neergelegde stellingen. Daaruit bleek dat de ontwikkeling en het belang van Big Data breed wordt gedragen maar dat velen de weerstand van veel pluimveehouders herkennen om bedrijfsgegevens met anderen te delen. Er zal daarom nog veel werk moeten worden verzet om de diverse schakels in de keten te overtuigen van het belang van het delen van data en de voordelen die daarmee op korte en langere termijn kunnen worden behaald. Daarbij zal volgens velen de nodige aandacht moeten worden besteed aan bescherming van het individuele bedrijfsbelang en het eigendomsrecht op de verzamelde data.

Na de afsluitende dankwoorden wees DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel de aanwezigen op de Nieuwjaarsreceptie welke op woensdag 10 januari zal worden gehouden.

Met nieuwe fabriek is Impex klaar voor de toekomst

Recentelijk heeft Impex nabij Frankfurt in Duitsland een nieuwe fabriek in gebruik genomen waar ze haar drinknippels voor de varkens- en pluimveehouderij maakt. De ultra moderne productiefaciliteit in Aulenhausen is in de plaats gekomen van de in april 2014 afgebrande Neher fabriek. Met een investering van ruim 20 miljoen euro heeft Impex nu de modernste en duurzaamste drinknippelfabriek in de wereld. Jaarlijks worden er meer dan 30 miljoen nippels voor de varkens- en pluimveehouderij geproduceerd.

De opening van de  nieuwe Neher fabriek in het 250 zielen tellende Aulenhausen heeft een bijzondere betekenis voor het dorp. Landrat Manfred Michel en Burgemeester Manfred Heep van Weilmünster, waaronder Aulenhausen valt, spraken in hun rede tijdens de officiële opening grote dankbaarheid uit voor de beslissing van de Impex-directie, de familie Wentzel, om de fabriek weer in dit dorp op te bouwen. Een vertrek zou het dorpsleven grote schade hebben toegebracht. Nu is er toekomst voor jonge gezinnen om het dorpsleven nieuw elan te geven.

De fabriek biedt werk aan om en nabij 60 werknemers. De meesten hebben na het wegvallen van de oude fabriek intensieve training gehad om kennis te maken met de allernieuwste metaal meerspil draaimachines en geavanceerde meetapparatuur, opdat ze goed voorbereid zouden zijn op hun nieuwe werkomgeving. Een werkomgeving die in vele opzichten een verbetering is voor de werknemers en het milieu.

Naast de productie afdeling heeft de fabriek een ultramodern test- en onderzoekscentrum. Dit is de trots van Impex directeur Richard Wentzel. “Hier worden onder andere de producten uitvoerig gecontroleerd met hoge precisie meetapparatuur door middel van verschillende analyses op onder andere ruwheid, rondheid, vlakheid, haaksheid en dikte. Ook worden er duurzaamheidstesten van essentiële producten uitgevoerd om vele jaren van gebruik te kunnen garanderen. Met de modernste machines en de nieuwste technologieën, is het voor Impex mogelijk producten te blijven leveren die voldoen aan de drie pijlers waar Impex voor staat: Innovatie, Service en Kwaliteit.

 

Informatief DPC Marktcafé bij Vostermans

Met de organisatie van het marktcafé bij Vostermans Ventilation B.V. in Venlo is de aftrap voor een nieuwe serie bijeenkomsten voor leden van het DPC gegeven. Een flinke groep belangstellenden kwamen op woensdag 11 oktober samen in de recentelijk geopende nieuwe kantine van het internationaal opererende familiebedrijf.

Directeur Henk Vostermans schetste in zijn welkomstwoord de geschiedenis en de huidige omvang van de onderneming Vostermans Companies. Zijn vader begon in 1952 met het bedrijf en het groeide uit tot een van de grootste fabrikanten van ventilatoren in de wereld. Naast het bedrijf in Venlo heeft Vostermans Companies intussen vestigingen in de Verenigde Staten, Maleisië en China. Gezamenlijk bedienen zij klanten in meer dan 75 landen met ventilatieoplossingen. Elke markt heeft zijn eigen specificaties en wensen en getracht wordt alle klanten tevreden te stellen. “We hebben daadoor door de jaren heen geleerd om het credo ‘Think global but act local’ inhoud te geven”, zo zegt Henk. Hij stelde daarna zijn zoon Joris voor om iets meer over het bedrijf en de toekomst te vertellen.

Groeien met de markt mee

Joris is sinds enige tijd sales director van de onderneming en vertelt dat de ambities van het bedrijf groot zijn. De groei zit er al een paar jaar goed in en het doel is om in 2020 een jaaromzet van €100 miljoen te realiseren. Daartoe volgen ze de ontwikkelingen in de markt op de voet en zien daarbij dat de trend naar steeds grotere stallen internationaal doorzet. Dit vraagt om ventilatoren die grote hoeveelheden lucht kunnen verplaatsen, maar ook verfijnd de lucht stroom kunnen sturen. Dit vraagt om complexe systemen die ook nog eens zeer energie zuinig moeten zijn. Omdat Vostermans zelf de motoren en schoepen voor de ventilatoren maakt en daartoe een stevig onderzoek- en testteam in huis heeft weet het zich internationaal steeds meer als belangrijke speler in de ventilatoren markt te profileren. Bijzonder is de keuze die Vostermans jaren geleden heeft gemaakt om al hun ventilatoren te voorzien van kunststof schoepbladen. De keuze voor een speciale kunststofsamenstelling is al meer dan 50 jaar gelden gemaakt en het heeft zijn waarde bewezen. De huidige thermoplasts, een combinatie van polypropyleen en fiberglas, zijn ijzersterk en worden in de lucht en ruimtevaart als ook in de automobiel industrie uitgebreid toegepast. Hun geringe gewicht zorgt voor een lage belasting van de motor en daarmee een lang gebruiksgemak.

Na de inleidende woorden volgde een uitgebreide rondleiding door de fabriek, waarbij een goede indruk werd verkregen wat er bij de samenstelling van ventilatoren komt kijken en hoe groot het producten pakket van Vostermans is.

Nieuwe relatiemanager

Vooraf aan de introducties wees Jan Wolleswinkel in zijn welkomstwoord de aanwezigen op de Pluimveerelatiedag op dinsdag 17 oktober, een jaarlijks evenement georganiseerd door LTO/NOP en Pluimveehouderij, gehouden in het Poultry Expertise Centre in Barneveld. Ook verwelkomde de voorzitter de gespecialiseerde pluimvee dierenartsenpraktijk AviVet in Lunteren, met Roland Bronneberg als directeur, als nieuw lid van het DPC.

Tevens werd Jan Hulzebosch voorgesteld als nieuwe relatiebeheerder van het DPC. Jan is jaren verbonden geweest aan de praktijkschool in Barneveld en de afgelopen 9 jaar was hij werkzaam voor de Duitse stalsysteembouwer Salmet. Sinds 1 oktober is hij als zelfstandig consultant werkzaam en kan dat goed combineren met het werk als relatiebeheerder.

Het marktcafé werd traditie getrouw afgesloten et een netwerkborrel, waarvan met graagte gebruik werd gemaakt.

Nieuwe samenwerking tussen Marel Poultry en Costco

Mega greenfield voor Amerikaanse supermarktgigant

In de afgelopen drie jaar heeft het Marel Poultry team, samen met de mensen van Costco, hard gewerkt aan een state-of-the-art greenfield pluimveeverwerkingsfabriek in Fremont Nebraska, USA. Hiertoe heeft de Amerikaanse Costco Wholesale supermarktreus een nieuw bedrijf voor pluimveeverwerking in het leven geroepen, Lincoln Premium Poultry.

Deze samenwerking met Costco betekent de grootste order ooit voor Marel. Het is zelfs de grootste machine-order tot op heden in de pluimveeverwerkende industrie wereldwijd! In samenwerking met haar klanten spant Marel Poultry zich altijd in om geavanceerde innovaties door te voeren in de voedselverwerkende industrie. Het streven is om op een duurzame manier betaalbaar en hoogwaardig voedsel te leveren.

Nieuwste technologieën

Marel Poultry is gekozen om Lincoln Premium Poultry uit te rusten met de nieuwste technologieën in de industrie; van het ATLAS live bird aanvoersysteem met Stork CAS SmootFlow verdoving tot gerobotiseerd verpakken. Daartussen worden ook alle processtadia door Marel Poultry geleverd:  scalders, plukkers, eviscerators, koeltunnels, opdeellijnen en ontbeenlijnen tot en met SensorX inspectie. Alle systemen worden gemonitord door Innova food processing software om volledige traceerbaarheid te bereiken en de efficiëntie te verhogen.

2 miljoen kippen

Costco heeft 167 hectare aangekocht in Fremont en op die plek zal een kippenbroederij, mengvoederfabriek en verwerkingsfabriek worden gebouwd. De volledige supply chain wordt geconcentreerd in een straal van 150 km. Costco is van plan om 2 miljoen kippen per week te verwerken. De Lincoln Premium Poultry vestiging zal ongeveer een derde van de kipproducten produceren, die in de landelijke Costco winkels worden verkocht. Plan is dat Marel Poultry de totale installatie eind 2018 aflevert.Meer informatie: marel.com/poultry

Walt Shafer, projectleider Lincoln Premium Poultry en Larry Campbell, VP Sales Marel Poultry US, schudden elkaar de hand. Ook afgebeeld, Scott Thompson (Lincoln Premium Poultry), Ray Collison and Matt Brass (beide Marel Poultry).

Meyn profiteert van de groeiende vraag naar kip

Meyn behoort tot de grootste fabrikanten van pluimveeslachtlijnen wereldwijd. Het bedrijf specialiseert zich in wall-to-wall-oplossingen waarbij hele opstellingen worden neergezet. Doel is niet de goedkoopste, maar wel de beste te zijn.

Het is zo’n typisch voorbeeld van een relatief kleine maar uiterst succesvolle multinational in de Nederlandse agri- en foodindustrie: Meyn Poultry Processing Solutions, een bedrijf dat van onder de rook van Amsterdam wist uit te groeien tot één van de grootste producenten van slachtlijnen voor pluimveeverwerkers. Jaarlijks worden wereldwijd meer dan 8,5 miljard vleeskuikens verwerkt met Meyn-apparatuur. Alleen het Nederlands-IJslandse Marel is nog groter. De groei is er wat topman Erik Blom betreft nog niet uit, want de markt voor kippenvlees groeit en in ontwikkelingslanden worden slachthuizen gemoderniseerd.

De markt voor pluimveeverwerkingsapparatuur is gesegmenteerd: het doden en ontveren, het oogsten van de organen, het delen, uitbenen, marineren en tuimelen. Meyn maakt machines voor het hele proces tot aan het marineren en tuimelen. Het meeste geld zit in het doden en ontveren. Klanten hebben verschillende wensen: sommigen willen een hele kip en weer andere willen het dier opgedeeld. In alle gevallen begint het proces met het doden en ontveren, wat in euro’s dan ook het grootste segment is.

Middelgrote multinational

De onderneming realiseert een jaaromzet van tussen € 275 miljoen en € 300 miljoen. De onderneming is de laatste jaren sterk gegroeid. In 2011 zette het bedrijf nog een kleine € 200 miljoen om. Het bedrijf wordt al sinds de oprichting in 1959 geleid vanuit Oostzaan. Lang hield het bedrijf midden in het dorp in een klein gebouw kantoor, maar uit haar voegen gebarsten betrok het bedrijf in 2011 aan de rand van Amsterdam-Noord een nieuw en fors groter pand.

Op in totaal 17 locaties werken circa 1.000 mensen. Het bedrijf produceert in Oostzaan, Polen en in de Amerikaanse staat Georgia. Daarnaast heeft het bedrijf 14 verkoop- en servicekantoren in onder meer de VS, Brazilië, Mexico, Canada, China, India, Thailand en Rusland. Om het wereldwijde karakter van de onderneming aan te geven: minder dan 5% van de omzet wordt in de Benelux gerealiseerd. Iets minder dan de helft van de omzet zit in de VS, wat voor Meyn ook de meest winstgevende markt is.

Profijt van megatrends

Meyn profiteert van enkele grote megatrends die de hele pluimveehouderij omhoog stuwen, aldus Blom. “De bevolking groeit, kan steeds vaker vlees betalen en pluimveevlees kan tegen een lagere kostprijs worden geproduceerd dan varkensvlees en rundvlees. De CO2-afdruk, in feite de voer-tot-vleesconversie, is ook voordeliger dan bij varkensvlees en rundvlees. Het is bovendien een product dat relatief weinig vet bevat. De wereldbevolking woont bovendien steeds vaker in steden en zal steeds meer industrieel verwerkt vlees eten.”

De wereldwijde consumptie van kippenvlees groeit al jaren harder dan de consumptie van varkensvlees en rundvlees. “Het helpt daarbij dat kip geen religieuze beperkingen kent. Blom denkt dat de markt voor pluimveeverwerkingsapparatuur tussen 2015 en 2020 met gemiddeld 4,7% per jaar zal groeien. De markt zal volgens deze verwachting in 2020 € 4 miljard bedragen. Er zijn ups en downs. Een uitbraak van vogelgriep raakt de afzet, evenals handelsembargo’s en politieke en economische frictie – zoals nu in het Midden-Oosten. De onderneming volgt met bovengemiddelde belangstelling de Braziliaanse economische problemen, corruptieperikelen en het bedorven vleesschandaal: als het slecht gaat met de Braziliaanse slachters, is dat een probleem.

Paar contracten bepalen succes

De bedrijven in de business vechten met elkaar om een relatief klein aantal grote contracten. Een relatief kleine groep vleesreuzen domineert de vleesmarkt. Het gaat dan om de zogeheten ‘Big Ten’ met spelers als JBS en BRF uit Brazilië, Tyson en Perdue uit de VS, Acolid uit Saoedi-Arabië en CP International uit Thailand. “Eén of twee contracten kunnen je jaar maken of breken”, stelt Blom vast.

Meyn realiseert in een gemiddeld jaar zo’n 30 projecten met een waarde van € 1 miljoen en daarnaast enkele projecten van € 8 miljoen of meer. In het laatste geval gaat het om wall-to-wall-projecten waarbij met partners binnen een gebouw een complete slachterij wordt neergezet. Een specialiteit die maar een paar bedrijven wereldwijd beheersen. Systemen worden modulair opgebouwd, wat betekent dat bij opschaling of modernisering een onderdeel van de slachtlijn eenvoudig kan worden vervangen.

Een groot deel van het geld dat voor producenten van slachtlijnen wordt verdiend met service, zoals het vervangen van onderdelen. Als voorbeeld noemt Blom de Rapid-machine die het borstvlees van het bot schraapt. “De machine combineert snelheid en kwaliteit en is daardoor complex. Door de Rapid kan een slachterij uit met veel minder werknemers, maar het is wel een machine die veel aandacht vraagt: afstellen, onderhoud en delen die relatief snel slijten. Dat laatste is voor ons niet ongunstig. In de kern gaat het erom een machine te ontwerpen die de klant een groot kostenvoordeel oplevert.”

Semi-automatisch werken

Profiteren van de groei in het pluimveesegment is volgens Blom niet eenvoudig. De markt is sterk aan verandering onderhevig. “China importeert bijvoorbeeld nu nog veel pluimveevlees. Als ik kijk naar de grote investeringen die Chinese slachterijen al dan niet met steun van de overheid doen, denk ik dat veel grote nieuwe projecten daar en niet in de landen die veel kippenvlees exporteren, zoals Brazilië en Thailand, zullen zitten. Bij zo’n ontwikkeling moet je dus aanwezig zijn en dat is met een groot land als China niet altijd eenvoudig.”

Een deel van de groei zal ook zitten in landen in Afrika maar ook in India en Pakistan, waar tot 90% van het vlees komt van dieren die voor de ogen van de consument worden geslacht. De eerste ketens worden gevormd en kleine slachthuizen zetten een voorzichtige stap naar automatisering. “In India zetten we machines neer die 600 tot 2.000 kippen per uur aankunnen. Dan praat je eigenlijk over semi-automatisch.”

Klanten in dergelijke landen kunnen meestal niet direct een complete, hypermoderne slachtlijn betalen. Of de arbeid is zo goedkoop dat de noodzaak tot het automatiseren van alle onderdelen van de slachtlijn ontbreekt. “Het is aan ons om ook bij die kleine, traditionele slachterijen aan te sluiten en met de klant te bepalen wanneer de tijd rijp is voor een stap voorwaarts. Meegroeien met de klant is het devies.”

 

Druk bezochte BBQ

Op 21 juni 2017 vond de jaarlijkse BBQ van DPC plaats. Dat deze bijeenkomst niet meer is weg te denken, bleek uit het grote aantal bezoekers. Meer dan 100 mensen gaven gehoor aan de uitnodiging.

Namens DPC heette Jan Wolleswinkel, voorzitter , iedereen van harte welkom. Een bijzonder woord van welkom was er voor  een groep vertegenwoordigers uit Afrika, die aansluitend aan de Afrika bijeenkomst eerder die middag, de BBQ bezochten .

Vervolgens kreeg Camille Janssen van Proagrica het woord. Op vrijdag 17 november aanstaande organiseert Proagrica de Agri & Food Carrière Dag (www.agrifoodcarrieredag.nl) in de Jaarbeurs in Utrecht.

Zij doen dit vanuit de overtuiging dat de Food&Agri sector een belangrijke sector is om carrière te maken. Zij werken samen met een aantal “groene” opleiders in NL en brengen daarmee (jonge) talenten en werkgevers/ opleiders bij elkaar. Er wordt tijdens een carrière- markt aan de jongeren een inhoudelijk programma aangeboden waarbij ze inspiratie kunnen opdoen in het Open Theater en het Innovatie theater. Verder kunnen ze hun CV laten pimpen en een Linkedin foto laten maken en gebruik maken van een coach waarvoor ze zich van te voren kunnen aanmelden.  Inmiddels hebben verschillende onderwijsinstellingen bevestigd dat zij het initiatief ondersteunen: WUR,  Wellant College en de HAS in Den Bosch.

DPC leden die op zoek zijn  naar (jong) talent en geïnteresseerd zijn in de Agri & Food Carrière Dag kunnen contact opnemen met Camille Janssen via het telefoonnummer: 06-10232916 of per email: camille.janssen@proagrica.com

Na Camille was het de beurt aan Eric Hubers, voorzitter NOP/LTO om iets te vertellen over een van de vervolgstappen naar aanleiding van het DPC Rapport. Hij benadrukte dat samenwerken van levensbelang is. Het is uitermate belangrijk dat alle belanghebbenden in de sector hetzelfde verhaal vertellen. Avined en LTO staan voor een toonaangevende Pluimveesector.  Als je dat wilt zijn en blijven,  is er een sterke en verbonden sector nodig. Er zijn maatschappelijk krachten aan het werk die er voor zorgen dat de Pluimveesector bij de politiek onvoldoende aandacht krijgt en derhalve een imago probleem heeft.

Er is steun nodig voor de primaire sector om het imago probleem te verbeteren. Het is goed dat er initiatieven zijn om te komen met oplossingen voor het fijnstof probleem. Ook is de steun van de industrie nodig.

Jan Wolleswinkel bedankt de sprekers en nodigde iedereen uit om gebruik te maken van de BBQ. De gasten genoten van het eten en drinken en daarnaast was er volop ruimte om te netwerken.

 

Afrika – een continent met uitdagingen

Op woensdag 21 juni 2017 organiseerden DPC, NABC en de VIV onder het motto “Poultry in East Africa “ een bijeenkomst over de kansen en uitdagingen voor de Pluimveesector in Oost Afrika. Bijna 100 deelnemers waren op  deze meeting aanwezig. 

Ruwan Berculo van DPC en VIV  Worldwide  verwelkomde de gasten en sprekers. Afrika is een belangrijk continent  voor de Pluimveesector en biedt vele mogelijkheden. In het najaar zal in Kigali, hoofdstad van Rwanda door o.a.  de NABC een special event worden georganiseerd onder de titel Poultry Africa 2017.

Na de opening was het woord aan de ambassadeur  van Uganda, H.E. Mrs. Blaak Sow.

Uganda heeft een heel strategische ligging in de regio met goede klimatologische omstandigheden. Het land zelf heeft 35 miljoen inwoners, maar samen met de buurlanden is er een marktpotentie van 160 miljoen mensen. Er is een volledig open economie en een goed investeringsklimaat.

De Agro sector heeft een hoge prioriteit.  De pluimveesector wordt gekenmerkt door kleine bedrijven en er is behoefte aan investeringen in de sector.  Er liggen zeer goede mogelijkheden voor de pluimveebranche . Er is een grote vraag naar Poultry producten. De kansen voor Nederlandse bedrijven liggen vooral op het gebied van kennis en management. Er moet wel worden gewerkt aan de infrastructuur en de logistiek. Er zijn gunstige fiscale-  en import regelingen voor investeringen .

De ambassadeur van Rwanda, Mr. J.P. Karabaranga,  was de volgende spreker.  Rwanda is een land met veel heuvels en meren.  Er is een regering, die een “zero tollerance” beleid op het gebied van corruptie voert. Ook in Rwanda zijn er gunstige regelingen voor investeerders uit het buitenland . Zij willen met name groeien in de agrarische sector. Daarom worden initiatieven extra gefaciliteerd. Dit geldt ook voor de Pluimveesector.

Na de ambassadeur van Rwanda was het de beurt aan Ruwan Berculo om de toehoorders te wijzen op: Poultry Africa 2017. Deze bijeenkomst zal op 4 en 5 oktober 2017 worden gehouden in Kigali, hoofdstad van  Rwanda, het Singapore van Afrika. Afrika is zich sterk aan het ontwikkelen en biedt vele kansen voor de Nederlandse Poultry industrie. Op deze bijeenkomst worden 100.000 bezoekers verwacht .

Door de NABC, VIV en DPC wordt een Poultry Trade Mission georganiseerd naar Rwanda en Uganda. Er hebben zich al 16 deelnemers gemeld. Voor bedrijven die zaken doen met Afrika of plannen hebben in die richting is deze reis een “must”. Deze reis zal plaatsvinden in oktober 2017 rond de bijeenkomst POULTRY Africa 2017.

Adriaan Vernooij  van de Wageningen Universiteit deed vervolgens verslag van een studie die is gedaan over de Pluimvee ontwikkelingen in Oost Afrika. Doel van de studie is om de vooruitzichten van de sector in kaart te brengen in dit deel van Afrika en de mogelijkheden te onderzoeken voor Nederlandse bedrijven, die hun activiteiten willen richten op deze regio.

Geconcludeerd kan worden dat er veel potentie is voor de groei van de Pluimveesector in al zijn facetten..

Tenslotte werden de drie beste agrarische ondernemers uit Uganda voorgesteld. Opvallend is dat het drie vrouwen zijn, die voorstelden  aan de bezoekers en vertelden over hun activiteiten.

Zij gaven een aantal problemen aan, die deze onderneemsters tegen komen. Dit betreft de geringe omvang van de bedrijven, het gebrek aan kennis en de hoge import prijzen. Vooral het veevoer zorgt voor problemen. Zij willen graag weten of Nederlandse ondernemers  een oplossing kunnen bieden voor deze vraagstukken. Er is behoefte aan de import van producten tegen redelijk prijzen. Daarnaast is een efficiëntere productie en de verlaging van de kosten een grote uitdaging.

Uitbreiding van het aantal bedrijven en individuele groei zullen ongetwijfeld een goede invloed hebben op de resultaten.

Ruwan  bedankte iedereen voor hun aanwezigheid en inbreng en benadrukte nogmaals  dat er voor Nederlandse ondernemers, maar ook voor de Pluimveesector in Afrika veel kansen en mogelijkheden liggen.

De beelden die bij de presentaties zijn gebruikt kunt u terug zien op de site van Dutch Poultry Centre. 

 

Pluimveecongres 2017 roept op tot samenwerking

“Nederland pluimveeland, de proeftuin van de wereld?!!” was het thema van het Nationaal Pluimveecongres 2017. Het congres vond op 10 mei plaats in de Jaarbeurs in Utrecht en trok ruime belangstelling. Door belichting van zowel trends in de producenten- en consumentenmarkt werd gekeken naar de toekomst van de Nederlandse pluimveehouderij en werd de conclusie getrokken dat intensieve samenwerking nodig is om onze voortrekkersrol te behouden.

 Door Wiebe van der Sluis,Rooster45

Waar gaan we met de pluimveehouderij naar toe? Dat is een boeiende vraag voor velen. Als we de berichtgeving in Trouw mogen geloven, zo begon DPC voorzitter Jan Wolleswinkel  in zijn openingswoord van het Nationaal Pluimveecongres 2017, dan gaat het op dit punt bij de huidige kabinetsformatie alleen maar over maximalisering van aantallen dieren per bedrijf. Voor sommige partijen is dat een breekpunt, en terecht zo benadrukte Eric Hubers, voorzitter LTO/NOP, in de discussie aan het slot van het congres. Het moet volgens hem niet gaan over aantallen maar over emissie en CO2. Doen we dat niet dan komt het voortbestaan van veel bedrijven in gevaar.

Proeftuin van de wereld

De pluimveesector is reeds geruime tijd actief om een emissie arme sector te worden en daarvoor is binnen de sector een breed draagvlak. Hubers zou graag zien dat de politiek nou eens een keer het economisch belang van de sector erkent en de inzet om tot gezonde productiemethoden te komen beloont.

De Nederlandse pluimveesector is als het om duurzame (productie)technologie gaat  een proeftuin en de innovatiemotor van de wereldwijde pluimvee-industrie. Die voortrekkersrol vraagt om een kritische massa en die staat door de huidige politieke opstelling onder druk. Het mag volgens Hubers best eens worden onderkend t dat onze totale pluimveesector goed is voor een omzet van 5,4 miljard euro per jaar. Daarom moeten we volgens hem er voor zorgen dat het publiek, de politiek en maatschappelijke groeperingen dat weten, wellicht dat ze dan anders gaan acteren. Hubers pleit er dan ook voor om gezamenlijk op te trekken in de discussie over fijnstof en geur. Dan zijn verdere innovaties voor de sector mogelijk  en is voldoende omzet voor de toekomst zeker te stellen.

Uitdagingen

Een belangrijke rol in de ontwikkelingen van pluimveehouderij is toebedeeld aan voerleverancier “De Heus”. CEO van Koninklijke De Heus, Co de Heus liet in zijn presentatie zien dat de Nederlandse voedingsbodem tot internationaal succes kan leiden. Zijn beschouwing over wereldwijde trends en ontwikkelingen in de slachtkuikensector liet zien hoe belangrijk pluimveevlees en eieren zijn in de voorziening van dierlijk eiwit voor de humane voedselketen.

Internationaal neemt volgens De Heus de vraag naar pluimveevlees de komende jaren sterk toe.  Gelijkertijd neemt de wereldbevolking toe en de  oppervlakte aan bruikbare landbouwgrond af. Dit zorgt voor uitdagingen van de pluimveesector, waarbij bijzondere eisen worden gesteld ten aanzien van efficiëntie.  Eisen die nog eens gecompliceerder worden door de zorgen van de consument en politiek over dierwelzijn en milieu.

De Heus levert wereldwijd jaarlijks ruim 6,5 miljoen ton diervoeders aan tevreden klanten. Meer dan 3,0 miljoen ton hiervan is bestemd voor de dagelijkse voeding van 175 miljoen vleeskuikens en 35 miljoen legkippen. Daartoe kiest het internationaal operend veevoerbedrijf voor samenwerking in de keten en niet voor een centraal door hen geregisseerde integratie. Zelfstandigheid van alle  schakels in de keten  zorgt er volgens De Heus voor dat iedere schakel  scherp, sterk en gezond blijft. Niettemin  gaat het bedrijf de komende jaren veel energie steken in ketenoptimalisatie door het gebruik van big-data. Voorwaarde daarbij is wel dat iedereen openheid van zaken betracht en elkaar als partner ziet en niet als concurrent. Transparantie en uitwisseling van informatie zorgt voor vertrouwen, een beter bedrijfsinzicht en voor verbeteringen in het productieproces.  Hier ligt, zo zegt De Heus, voor ons een mooie uitdaging om uit te groeien tot een Europese marktleider zoals Brasil Foods in  Zuid Amerika, Tyson in de VS en CP in Azië. We hebben in dat verband mee dat  de vraag naar pluimveevlees nog steeds toeneemt en dat we in Nederland zeer duurzaam produceren.  Dat laatste aspect blijft naar de mening van Co de Heus onderbelicht.

We mogen trots zijn

Ook Martijn Rol, sector specialist Food bij Rabobank Nederland, benadrukte dat we trots mogen zijn op onze voedingsmiddelen industrie en dan in het bijzonder de primaire sector.  Naar zijn zeggen draagt de Agro&Food sector 10% bij aan de nationale economie en werkgelegenheid. Mondiaal is deze sector zelfs een groeimarkt omdat de voedselbestedingen tot 2030 met 70% zullen groeien en de vraag naar voedsel tot 2050 met minimaal 60%. Die groei zal gepaard gaan met grote veranderingen in consumenten voorkeuren en koopgedrag.  

De traditionele keten staat onder druk, wat vooral zichtbaar is in het snel veranderende winkellandschap. De winkeltrouw neemt af en de consument is steeds minder voorspelbaar.  Daardoor is het middensegment van de retailers in de problemen geraakt. De consument kiest voor de dagelijkse behoeften voor goedkoop en voor bijzondere gelegenheden is die  bereid extra geld uit te geven voor een positieve beleving, zoals in het weekend duur uit eten.

Daarnaast zien we volgens Rol een duidelijke verschuiving naar gemak maximalisatie in de vorm van To Go, thuisbezorging en foodservice. Veel bedrijven trachten daarom door slim ondernemerschap een tegenreactie  in beleving in gang te zetten in de vorm van ‘blurring’. Dit zijn innovatieve concept combinaties tussen retail en horeca, waarbij de harde klassieke scheiding tussen deze twee vervaagt. Food is, zo zegt Rol, onderdeel van de lifestyle geworden. Daarbij is de macht aan het verschuiven van de traditionele keten naar big data en verandert ook het contact tussen consument en primaire producent. De consument vraagt om transparantie en onvoorwaardelijk vertrouwen in product veiligheid. Dat biedt mogelijkheden voor het ontwikkelen van nieuwe productconcepten zoals regionale producten, producten met toegevoegde waarde, premium producten, gezondheidsvoedsel, fast-food, etc. Zo’n ontwikkeling hoeft volgens de Rabobank deskundige niet ten koste van de standaard productie te gaan, maar het kan iets toevoegen aan een duurzame pluimveehouderij in Nederland.

Informatie-uitwisseling noodzakelijk

Voorbeelden van innoverend ondernemerschap in de pluimveehouderij zijn Erik Weel en Wim Thomassen. Zij gaven een presentatie over respectievelijk “De exploitatie van een bioscoop en het houden van vleeskuikens hebben veel gemeen” en “De kippen niet aan de wilgen hangen”.

Noord-Hollander Erik Weel ziet veel overeenkomsten tussen het runnen van een bioscoop en een vleeskuikenbedrijf. Er zijn in Nederland 629 vleeskuikenbedrijven en zo’n 250 bioscopen en ze zijn beide in sterke mate afhankelijk van de maïsprijs. Daarbij moet worden gezegd, zo begon  Weel zijn voordracht , dat de bruto marge van popcorn aanmerkelijk hoger ligt dan die van kip. In beide bedrijfstakken heeft hij voortdurende discussies over in- en verkoopprijzen. De uiteindelijke beslissingen worden bij beide genomen op basis van kengetallen, want de bottom line is – hou je er iets aan over en heb je plezier en een positieve beleving in je werk. Opmerkelijk in deze vergelijking is volgens Weel dat in de bioscoopwereld de informatie-uitwisseling op hoog peil staat. Ik weet bijvoorbeeld morgen al hoeveel mensen vanavond in de bioscoop van de buurman zijn geweest. In pluimveeland ligt het met de data uitwisseling nogal anders en moet er nog veel gebeuren. Je weet wellicht hoe je het zelf doet, maar je hebt geen vergelijking en je kunt daar niet van leren hoe je het beter kunt doen. Ik weet, zo ging Weel verder, dat we in pluimveeland door de vele regeltjes niet alles zelf in de hand hebben, maar we moeten meer feeling met de maatschappij hebben en de contacten met de overheid verbeteren. Daardoor weet je eerder wat er speelt en gaat gebeuren waardoor je er eerder op in kunt spelen. Onze sector is innovatief en omdat dat leuk is moeten we er ook van genieten.

Meerwaarde door samenwerking

Als eigenaar van biologische zorgboerderij “De Beleving” is Wim Thomassen nauw betrokken bij de coöperatieve vereniging “Biomeerwaarde Ei”, de grootste aanbieder van biologische eieren in Nederland.  De coöperatie is ontstaan toen steeds meer biologische eieren op de markt kwamen en er behoefte ontstond om voor deze eieren in een groeiende markt een beter prijs te bedingen. Verschillende aanbieders realiseerden zich toen dat ze samen meer zouden kunnen bereiken dan alleen. “Na de oprichting van een coöperatie zetten we nu ongeveer 25% van de Nederlandse biologische eieren af tegen een marktconforme prijs”, zo vertelde Thomassen. “Deze prijs is transparant en wordt inmiddels steeds meer gezien als een notering.”

Biomeerwaarde Ei stelt jaarlijks een uitbetalingprijs vast, maar geen prijs voor meerdere jaren. Dat laatste zit ons, zo zei Thomassen, nog al eens in de weg, want de banken willen van onze leden graag zekerheid voor meerdere jaren. En die kunnen ook wij niet geven, daarvoor is de consumenten- en grondstoffenmarkt te onvoorspelbaar en zijn we te afhankelijk van natuurlijke invloeden zoals het weer en diergezondheid (bijvoorbeeld vogelgriep). In dat kader werkt de coöperatie aan een verzekering tegen de gevolgen van dierziektes.

Thomassen ziet een goede toekomst voor Biomeerwaarde EI en hoopt op nog meer samenwerking zowel binnen de coöperatie als met andere partners in de keten. “We zullen meer werken aan de naamsbekendheid van Biomeerwaarde en moeten ons duidelijker onderscheiden richting de pluimveehouder en afnemer. We geloven in samenwerking en beseffen dat als we echt wat willen bereiken we minstens één stap buiten onze comfort zone moeten zetten”. Met deze woorden sloot Wim Thomassen niet allen zijn inleiding af maar gaf hij ook de kern van de boodschap van het congres weer.

Samen optrekken

Gedurende de afsluitende discussie werd benadrukt dat de kwetsbaarheid van de pluimveehouderij bij de primaire bedrijven ligt en dat alleen door samenwerking innovaties ingang kunnen worden gezet die tegemoet komen aan de snelveranderende maatschappelijke en consumenten voorkeuren. Evenwel moet het voor de regelgevers en NGO’s ook duidelijk zijn dat investeringen door nieuwe regels betaald moeten kunnen worden en dat die investeringen een zekere terugverdientijd vergen. Daarom moeten alle geledingen binnen de pluimveesector gezamenlijk optrekken om er voor te zorgen dat de primaire sector goed voor het voetlicht komt zodat een gezonde toekomst mogelijk wordt. Gert-Jan Oplaat van Nepluvi, nodigde daartoe tot slot alle belanghebbenden uit om gezamenlijk op te trekken in de promotie van de pluimveesector zoals de campagne KipinNederland.

Kijk hier een korte video impressie https://www.youtube.com/watch?v=b0AegIRkTKg

 

VIV Asia 2017 - een super beurs!

De tweejaarlijkse vakbeurs VIV Asia, gehouden van 15-17 maart in Bangkok, heeft ruim 45 duizend bezoekers getrokken. Meer dan 1000 bedrijven presenteerden daar hun service en producten in het prachtige vernieuwde BITEC complex. De loftuitingen over de organisatie en presentatie evenals over het aantal en niveau van de bezoekers deed de medewerkers van VNU Exhibitions (Jaarbeurs) zichtbaar goed. Veel DPC leden waren vertegenwoordigd op de beurs en lieten weten ook zeer tevreden te zijn met de resultaten.

Dutch Poultry Centre hield op de eerste dag van de beurs in samenwerking met FME (de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie) en het Ministerie van Economische Zaken een Holland seminar en een netwerkborrel voor de Nederlandse bedrijven. DPC presenteerde zich op VIV Asia samen met FME.  

The Dutch approach op Holland seminar.

Op de eerste dag van VIV Asia hield DPC in samenwerking met het FME en het Ministerie van Economische Zaken een Holland seminar met een zestal sprekers. De bijeenkomst stond onder voorzitterschap van DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel en werd ingeleid door Dr. Aalt Dijkhuizen in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Dutch Topsector Agri&Food. Hij streeft naar een verbinding van business, wetenschap en overheid en promoot de Nederlandse Agri&food business in het buitenland.

Aalt Dijkhuizen benadrukte dat wij als klein land met kritische consumenten en veel productiebeperkingen te maken hebben en daardoor steeds weer naar oplossingen moeten zoeken om vooruit te komen. Die oplossingen kunnen voor veel landen een voorbeeld zijn om duurzame voedselproductiemethoden te implementeren.

Groeimarkten

In de komende twintig jaar zal wereldwijd de vraag naar vlees en eieren met 45% toenemen zo benadrukte Nan-Dirk Mulder van de Rabobank in zijn inleiding. Van die vraag zal 90% afkomstig zijn uit groeimarkten en 60% daarvan uit Azië, met China als grootste. Ondertussen bereiken steeds meer Aziatische landen een ontwikkelingsstadium waarin de consumenten kritischer worden op wat ze willen consumeren. Dit heeft gevolgen voor de samenstelling van hun voedselpakket als ook voor de eisen die aan de productie daarvan worden gesteld. Overal in Azië zien we dan ook volgens de Rabobank specialist een toename in de vraag en productie van pluimveevlees en eieren, met uitzondering van China. Hier hebben voedselschandalen en de vogelpest de vraag negatief beïnvloed. Dat is nu duidelijk merkbaar aan een dramatische daling van de import van ouderdieren. Toch voorziet Mulder dat de pluimveeindustrie in Zuid - Oost Azië van groeiende betekenis zal zijn voor de wereldwijde pluimveevlees consumptie en productie.

Een bedrijf dat daar een rol in speelt is De Heus. Azië manager Jan Cortenbach vertoeft al vele jaren in China en brengt de Nederlandse aanpak in dat land evenals in de buurlanden met succes in praktijk. Bij alle bedrijven waarbij zij betrokken zijn,  spelen voedselveiligheid, milieu en training van personeel een grote rol. Vooral dat laatste sluit goed aan op de lokale behoefte.

Werken op afstand

Management ondersteuning geeft ook de Britse pluimveedierenarts David Speller. Hij gebruikt Nederlandse technologie en monitored en begeleid op afstand dagelijks 3 miljoen kippen in de UK en 1,5 miljoen op bedrijven van Peru tot Australië. Dit biedt naar zijn zeggen grote voordelen omdat de kosten daarbij laag zijn en sneller kan worden ingegrepen als automatisch verkregen productiegegevens afwijkingen vertonen. In die zelfde lijn sprak ook Diederick Vetter van Hotraco. Zijn bedrijf heeft zich vooral toegelegd op het ontwikkelen van sturen en controle van productie op afstand. In zijn inleiding vestigde hij bovendien de aandacht op één van hun nieuwste ontwikkelingen: de rode mijt sensor en teller. Dit apparaat is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit van Wageningen en laat via de computer zien waar en hoeveel rode mijten er in de stal aanwezig zijn. Dit maakt het mogelijk snel en adequaat maatregelen te treffen voordat grote schade wordt aangericht.

Duurzaam

Bouke Hamminga van Pas Reform zette in een korte presentatie uiteen dat zij duurzaamheid hoog in het vaandel hebben. Dat komt tot uiting in de toepassing van energie en waterbesparing, het gebruik van zonne-energie, warmte wisselaars, enz. Veel aandacht besteedt het bedrijf aan traceability en data verwerking, waardoor  veel productiegegevens kunnen worden verwerkt om de efficiëntie van de broederij te vergroten. Om kuikens een goede start te geven,  hebben ze kunststof manden in gebruik genomen die de ontwikkeling van schimmels en bacteriën tegengaan. Bovendien verwacht Pas Reform later dit jaar met een voedingssupplement voor eendagskuikens te komen om kuikens direct na het uitkomen te voorzien van water en voer. Dit moet hen een betere start geven wat uitmondt in een hoge uniformiteit en een betere ontwikkeling van het maag-darmkanaal en immuniteit.

DPC ambassadeur Piet Simons kreeg tijdens het seminar de gelegenheid om zijn kijk op ontwikkelingen in de sector te delen met de aanwezigen. Daarbij concentreerde hij zich vooral op de eierensector, wat een mooie kans bood om in te gaan op de inhoud van het door hem geschreven en pas verschenen boek “Eisignalen”.

FRAmelco seminar

De dag voorafgaande aan VIV Asia hield FRAmelco een seminar over het onderwerp: “Viral Challenges in Monogastrics”. Om en nabij 100 belangstellenden uit allerlei Aziatische landen woonden de bijeenkomst bij. Naast Dr. John Carr (internationaal werkzame varkensdierenarts uit de UK) en Dr. Tanveer Ahmad Tabish (professor aan de Bakaddin Zakariya Universiteit in Multan, Pakistan) sprak Global Poultry Consultant Dr. Maarten van Gussem van Vetworks. Deze laatste gaf een uitgebreide uiteenzetting over “Viral Challenges in the Poultry industry”. De sprekers benadrukten de rol van voeding ter voorkoming van en de controle op virusinfecties. Vooral middenlange vetzuren (MCFA) zorgen naar zijn zeggen voor een goede darmgezondheid. Deze zuren stimuleren de opbouw van het immuunsysteem. Monochlyceriden zoals Alpha-monolaurin van FRAmelco, zijn volgens Van Gussem activer tegen pathogenen dan vrije vetzuren.

Tijdens de drukbezochte beurs kreeg FRAmelco veel aanloop en vervolgvragen op hun seminar.

Volg ons op

Contact

Dutch Poultry Centre
Landjuweel 15
3905 PG  Veenendaal
The Netherlands


Kamer van Koophandel 08132038


© 2023 Dutch Poultry Centre