Skip to main content

Nieuws

Nieuwe topman Moba Barneveld

bron: https://barneveldsekrant.nl/

BARNEVELD Edwin Bolwerk is benoemd tot de nieuwe topman van de Moba Group in Barneveld. De algemeen directeur (ceo) is 1 mei begonnen, meldt het bedrijf, wereldmarktleider in machines voor sorteren, verpakken en verwerken van eieren.

Bolwerk heeft volgens Moba ruim 25 jaar ervaring op het gebied van senior management en was het laatst werkzaam als algemeen directeur (ceo) van Nedcon in Doetinchem, een bedrijf dat oplossingen voor magazijnopslag ontwerpt, produceert en installeert. Daarvoor was hij werkzaam als directeur bij Vanderlande Industries in Veghel, een bedrijf dat is gespecialiseerd in transportsystemen voor interne logistiek.

28146baf 0f46 40f5 ab8c 4c5cc8f0cc88

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LEIDERSPOSITIE ,,Na een grondige zoektocht zijn wij blij dat we Edwin bij Moba mogen verwelkomen. Met hem hebben wij de juiste persoon gevonden om het bedrijf naar de toekomst te leiden", meldt financieel directeur Anton Janssen van de Moba Group in een persbericht. ,,De vaardigheden op het gebied van bedrijfsontwikkeling van Edwin en zijn uitgebreide achtergrond in de innovatieve productie-industrie zullen bijdragen aan de groei van Moba en onze leiderspositie in de eierindustrie versterken."

VEELBELOVEND ,,Ik kijk ernaar uit om mij bij het team van Moba aan te sluiten", zegt Bolwerk in het persbericht. ,,De toekomst is veelbelovend voor Moba en ik ben blij met de kans om leiding te geven aan dit nieuwe hoofdstuk. Ik ben gericht op het versnellen van innovatie en de uitvoering die onze klanten nodig hebben. Hun succes blijft voor ons de drijvende factor. Ik zal mijn achtergrond gebruiken om focus aan te brengen, prioriteiten te stellen aan activiteiten en talent te werven. Ik verheug mij erop onze medewerkers, klanten en andere belanghebbenden te ontmoeten en met hen samen te werken om in de komende jaren nog meer succes te boeken."

850 MEDEWERKERS Moba is opgericht in 1947, het hoofdkantoor staat aan de Stationsweg in Barneveld. Het bedrijf heeft een afdeling voor productontwikkeling met ongeveer honderd medewerkers en een fabriek waarin de machines voor sorteren, verpakken en verwerken van eieren worden geproduceerd. Moba heeft in totaal 850 medewerkers in dienst. De onderneming heeft een wereldwijd verkoop- en servicenetwerk met kantoren in Japan, Italië, China, Maleisië, Dubai, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten.

De visie van Moba is ,,voedselproducenten wereldwijd in staat te stellen gezonde en betaalbare op ei gebaseerde voeding te leveren aan consumenten over de hele wereld''.

Bolidt: hygiëne en veiligheid - topprioriteit

Het bedrijfsleven staat op dit moment voor tal van uitdagingen. Ook op het gebied van hygiënische vraagstukken. Bolidt focust zich de laatste jaren steeds meer op het thema hygiëne. Het staat centraal in de eigen bedrijfsvoering, maar ook bij het ontwikkelen van kunststoftoepassingen. Het resultaat van jarenlang innoveren zijn vloeren (en wanden) die uitbraken van multiresistente bacteriën tegengaan en extreem hygiënische eigenschappen hebben: naadloos, antimicrobieel, gemakkelijk te reinigen, om maar enkele te noemen. Bolidt deelt haar ervaring graag en denkt met bedrijven mee over allerlei toepassingen waarmee de hygiëne vergroot kan worden.

In de foodindustrie staan hygiëne en veiligheid bovenaan de prioriteitenlijst. Of het nu gaat om pluimveebedrijven, bakkerijen, visverwerkers of zuivelfabrieken: de voedselveiligheid en gezondheid van mens en dier mogen geen enkel moment in gevaar komen. Scherpe voorzorgsmaatregelen zijn nodig, te beginnen bij de basis: de juiste vloer voorkomt uitbraken van bacteriën, is gemakkelijk te reinigen en zorgt ervoor dat medewerkers zelfs bij extreme temperaturen en natte omstandigheden veilig hun werk kunnen doen.

Een virusuitbraak kan enorme consequenties hebben in de pluimvee-industrie.  Pluimveebedrijven wereldwijd – van Bulgarije tot Egypte en van Iran tot Taiwan – werden getroffen door de vogelgriep. Duizenden dieren moesten worden geruimd met grote financiële schade tot gevolg. Behalve de vogelgriep heeft de pluimvee-industrie te maken met veel meer bedreigingen, waaronder Salmonella, Candida, Listeria en Staphylococcus. Allerlei voorzorgsmaatregelen worden genomen om uitbraken van virussen, bacteriën, gisten en schimmels te voorkomen. Van hygiëneprotocollen en douchevoorschriften tot het dagelijks chemisch reinigen van ruimtes en machines. Een strikte hygiëne is niet alleen belangrijk voor het dierenwelzijn en de voedselveiligheid, maar uiteraard ook voor de gezondheid van de medewerkers.

V W 041826 FO01 Belga 36 cmyk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vloeren van levensbelang

Optimale hygiëne en veiligheid begint bij de basis: de vloer. Voor elke sector van de foodindustrie geldt: een hygiënische vloer is een naadloze, poriëndichte vloer. Elk gat en elke scheur kan immers leiden tot vuil- en bacterievorming. Ook de overgang van vloeren naar bijvoorbeeld wanden en afvoerputten moet om dezelfde reden naadloos zijn. Om gaten en scheuren in de vloer te voorkomen, zijn slijtvastheid en duurzaamheid bovendien belangrijke voorwaarden. Machines en druk verkeer van transportmiddelen vormen een zware belasting. Ook zuren – met name caustic soda, salpeterzuur en melkzuur – kunnen een vloer snel aantasten. Kortom, een vloer moet tegen een stootje kunnen en geschikt zijn voor minstens 20 jaar intensief gebruik.

Een ander voordeel van naadloze vloeren is dat ze gemakkelijk schoon te maken zijn. Dat wil zeggen: zolang ze bestand zijn tegen het dagelijks gebruik van hogedrukspuit en chemicaliën. Dat brengt ons meteen bij het onderwerp veiligheid. Door water en chemicaliën, maar ook door ingrediënten en dierlijke resten kan een vloer zo glad worden als een ijsbaan. Een stroeve, antislip toplaag sluit de risico’s van uitglijden en vallen volledig uit.                                          

Volledig poriëndicht

Alles bij elkaar een lange lijst van eisen. Om erachter te komen welke vloer het beste werkt in de pluimvee industrie, focust Bolidt zich al decennialang op dit specifieke foodsegment. Intensief samenwerken met foodbedrijven en voortdurend innoveren hebben vloersystemen opgeleverd die voldoen aan de strengste richtlijnen op het gebied van hygiëne en veiligheid. De vloeren van Bolidt dragen bij aan een continue productieproces. Productiestops als gevolg van bijvoorbeeld een uitbraak van bacteriën zijn hiermee uit te sluiten.

Het geheim zit hem allereerst in het materiaal zelf: leg het onder de microscoop en je ontdekt dat het volledig poriëndicht is. Bacteriën krijgen zo geen enkele kans om zich te nestelen in de vloer. De vloeren van Bolidt worden bovendien naadloos aangebracht. Dat geldt ook voor de aansluiting op wanden, plinten, roosters, afvoerputten en goten. Elk vloersysteem kan bovendien geleverd worden met afgeronde plinten en hoeken: ook hier zijn de risico’s op bacterievorming uitgesloten. De vloeren van Bolidt zorgen zo voor een hygiënische omgeving waarin de voedselveiligheid is gegarandeerd.

Behalve het materiaal, is ook de werkwijze uniek. Bolidt heeft de hele bedrijfskolom in één organisatie geïntegreerd en houdt daarmee de volledige waardenstroom in eigen hand. Van het ontwikkelen, produceren, verkopen tot het aanbrengen van de vloeren. Omdat Bolidt de gehele waardestroom in eigen hand heeft, is het niet afhankelijk van derden bij de uitvoering van werkzaamheden. Uiteraard is wel Bolidt afhankelijk van de gestelde restricties voor reizen naar het buitenland en de maatregelen per land tijdens deze periode. De eigen applicatieteams kunnen, met inachtneming van de gestelde gezondheidsrichtlijnen, snel en flexibel projecten uitvoeren. Ook onderdelen zoals werkvoorbereiding, inkoop en logistiek worden door Bolidt zelf uitgevoerd. Elk onderdeel van de waardenstroom kan zo optimaal worden ingericht op de foodindustrie. Hierdoor is Bolidt in staat om de beste kwaliteit te leveren op het gebied van veiligheid en hygiëne.

Bolidt werkt daarnaast volgens de principes van managementfilosofie LEAN. Dat houdt in dat processen optimaal worden beheerst en risico’s geminimaliseerd. Door op deze manier te werken is het lerend vermogen van de medewerkers de afgelopen jaren vergroot. Zij kunnen zich beter verplaatsen in de behoeften van een klant en op deze wijze meer waarde toevoegen.

V W 041677 FO01 Film0203 cmyk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

600 kilo per vierkante centimeter

Door het afgesloten oppervlak en de naadloze afwerking is de vloer bovendien gemakkelijk te reinigen. De Bolidtop® 700 serie, die veel in de foodindustrie wordt toegepast, is door en door getest en bestand tegen schoonmaakproducten als Keno San, Food Clean, Diversey en Bio Clean. Een antislip finish zorgt ervoor dat de vloer stroef en slipvast blijft. Dit betekent dat de vloeren van Bolidt optimaal bijdragen aan een veilige werkomgeving. Medewerkers kunnen dankzij het stroeve oppervlak niet uitglijden of vallen tijdens het werk.

Beton is poreus. Ideaal voor bacteriën om zich te nestelen. Om dit probleem op te lossen, heeft Bolidt de Bolidtop® 700 serie ontwikkeld. Dit systeem kan een belasting aan van maar liefst 600 kilo per vierkante centimeter. De Bolidtop® 700 serie gaat ook nog eens zo’n 20 jaar mee. 

 

www.bolidt.com

2020, een nieuw jaar met nieuwe uitdagingen

Op uitnodiging van het DPC en de VIV kwamen op woensdag 8 januari een groot aantal leden naar Boerderij Mereveld in Utrecht voor de traditionele Nieuwjaarsbijeenkomst.  Onder het genot van een hapje en een drankje werd er terug- en vooruitgekeken.

Het jaar 2020 werd door DPC voorzitter Jan Wolleswinkel ingeluid met een korte terugblik op een bewogen 2019. De stikstofmaatregelen van de overheid heeft tot veel onrust geleid met de nodige demonstraties in Den Haag en provinciehoofdsteden tot gevolg. De landbouwsector voelt zich niet erkent en krijgt vaak de zwartepiet toegeschoven. Er ligt daardoor een flinke uitdaging om meer erkenning en begrip te krijgen voor de positie van de landbouwsector en de veehouderij in het bijzonder. Er moeten oplossingen worden gezocht voor een reductie van stikstofuitstoot en elke sector zal daar een bijdrage voor moeten leveren. Vanuit de pluimveesector zijn Cor van de Ven (Vencomatic) en Thijs Hendrix (Hendrix Genetics) betrokken bij het zoeken naar oplossingen.  Wolleswinkel riep de leden van het DPC op om mee te denken en te werken aan het terugdringen van de stikstofuitstoot. Er is binnen de pluimveesector al veel gebeurd en dat zullen we met zijn allen moeten uitdragen net als de nog te nemen stappen.

Nieuwe leden

Het gaat goed met het DPC en voor het nieuwe jaar staan weer veel activiteiten op stapel. Afgelopen jaar werd, aldus relatiemanager Jan Hulzebosch, het honderdste lid bijgeschreven en ook nu kan hij weer twee nieuwe leden melden. Dat zijn pluimvee opleider / trainer Bertus Bronkhorst  en slachterij specialist (kwaliteit en veiligheid) Jaap Obdam.

Hulzebosch gaf tevens aan dat de pluimveesector goed vertegenwoordigd is in de lijst van de top 100 bedrijven van de Nederlandse maak industrie. Hij noemde daarbij zes DPC leden  Moba, Bolidt, Ottevanger, Jansen Poultry, De Ridder en Vostermans, en ook de Koninklijke Pas Reform staat onder de naam Hydratec op deze lijst.

Renate Wiendels en Zhenja Antochin, event managers van VNU Exhibitions wensten namens het VIV team de DPC een goed 2020 toe. Zij hebben gedeeltelijk de taken van Ruwan Brculo overgenomen, nadat hij had besloten een stapje terug te doen. Renate en Zhenja vertelden over hun nieuwe rol en de activiteiten die voor 2020 op het programma staan, zoals VIV MEA en VIV Health and Nutrition Asia. Beide evenementen vinden in maart plaats waarbij de laatste in samenwerking met Victam Asia. De twee even managers kijken uit naar een mooi nieuw jaar en een voortzetting van de prettige samenwerking met het DPC en haar leden.

DSCF7905

Eindejaarsbijeenkomst: kringlooplandbouw vereist een andere manier van doen en denken

De omschakeling van het huidige landbouwsysteem naar kringlooplandbouw vraagt grote offers en gaat veel tijd en geld kosten. De weg er naar toe kent veel onzekerheden maar de keuze voor circulariteit is een kwestie van slikken of stikken, zo zei Prod. Dr. Ir. Gert van Dijk op de Eindejaarsbijeenkomst van het DPC.

Door W. van der Sluis

De Westerbouwing in Oosterbeek was op woensdag 20 november wederom de plek van samenkomst voor de Eindejaarsbijeenkomst van het DPC. Onder de vele deelnemers was ook Adriaan Smulders van KSE, zijnde het 100ste lid. Hij kreeg van DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel daarom een extra woord van welkom. De voorzitter feliciteerde ook Pas Reform die bij het 100 jarige bestaan het predicaat “Koninklijk” kreeg toegewezen.

In zijn openingswoord stelde Wolleswinkel dat er in ons land veel te doen is over stikstofuitstoot en daarbij wordt nadrukkelijk naar de landbouw gekeken. Maar duidelijkheid over hoe het vraagstuk moet worden behandelt en welke maatregelen er uit voort kunnen komen is onzeker. Hij herinnerde de aanwezigen er aan dat we het vorig jaar tijdens de Eindejaarsbijeenkomst al uitgebreid gehad hebben over de ministeriele plannen voor kringlooplandbouw zonder te weten hoe dat uitgewerkt zou moeten worden. De minister vroeg toen om input vanuit de sector. Het is daarom toeval dat juist vandaag Prof. Aalt Dijkhuizen, namens 13 landbouworganisaties, verenigd in het Landbouwcollectief, een plan van aanpak aan het kabinet heeft aangeboden.

Anders denken en doen

In het verlengde van het onderwerp van vorig jaar is deze keer Prof. Dr. Ir. Gert van Dijk van Nyenrode Business Universiteit uitgenodigd om zijn visie op het onderwerp ‘Kringlooplandbouw en de pluimveeketens’ te geven. Hij begint zijn verhaal met te stellen dat de het kringlooplandbouw idee is ontstaan door een wereldwijde afname van biodiversiteit. Om ons landbouw systeem om te vormen naar kringlooplandbouw vraagt het om een grootschalige verandering in denken een doen. Veranderingen die boeren niet alleen kunnen, daarvoor is intensieve samenwerking met en binnen de sector nodig, zo stelde Van Dijk.

De Nederlandse landbouw kenmerkt zich door de hoogste toegevoegde waarde per arbeidskracht in de wereld. Dit is mede mogelijk door zo dicht mogelijk tegen het biologische maximum aan te werken tegen de laagst mogelijke kosten en minste externe effecten per kg. product. Dit Wageningse model, zoals Van Dijk het noemt, wijkt fundamenteel af van wat met kringlooplandbouw wordt voorgestaan. Om een omslag te bewerkstelligen gaat het volgens zijn zeggen veel tijd en miljarden euro’s kosten.

De kern van beleid naar kringlooplandbouw is volgens Van Dijk: Rentmeesterschap ter zake  van de ‘commons’. Dat betekent dat we de ketens  tot op de laagst mogelijke niveau moeten sluiten gericht op het minimaliseren van grondstofgebruik door hergebruik van producten, onderdelen en hoogwaardige grondstoffen, maar ook op het behoud van het natuurlijke kapitaal zoals klimaat, biodiversiteit en de kwaliteit van lucht, water en bodem. Dit vraagt om intensieve samenwerking binnen de ketens waarbij de waarde in de keten wordt herverdeeld opdat iedere schakel een eerlijk deel krijgt toebedeeld. Dit vraagt ook om een ordening van de CO2 en stikstof belasting, waarbij Van Dijk benadrukt dat je dan wel zelf de belasting moet gaan meten. Als je dat niet zelf doet krijg je ze van anderen opgedrongen en dat moet je niet willen. Het is nu al zo dat de metingen van het RIVM geen vertrouwen bij de boeren oproept. Maar zolang er geen andere meetgegevens zijn moeten de beleidsbepalers het daar mee doen.

3896C954 3F06 479A AF5B A338F425D063

Kringlooplandbouw de beste optie

We moeten allen goed beseffen dat de Nederlandse landbouw geworden is zoals de samenleving dat mogelijk heeft gemaakt en dat geldt ook voor de toekomst. Daarom moet volgens Van Dijk een weg gevonden worden om het huidige spanningsveld tussen samenleving en boeren op te lossen. De weg naar kringlooplandbouw wordt daarbij als de beste optie gezien, ook al gaat die transitie nog zeker tien jaar duren. “Besef daarbij dat natuur, milieu en dierwelzijn in dat geheel belangrijk zijn en dat de uitkomsten van wetenschap onder invloed van social media niet meer bepalend zijn. Maar ook dat landbouw de enige economische sector is die actief gebruik maakt van zonne-energie en CO2 op een natuurlijke manier opslaat.  Ga daarom onder andere  als veehouder samen werken met akkerbouwers en wissel producten (zoals mest en veevoer grondstoffen) uit waarvan je precies weet wat de samenstelling is ten behoeve van een optimaal gebruik.

Tot nu toe is keten regie vaak mislukt door machtsmisbruik”, zegt Van Dijk, “dus moet je op een andere wijze de samenwerking aangaan waarbij wederzijds vertrouwen en het ketenbelang voorop staan. Je moet van je keten- en handelspartners  als ook van je klanten gaan houden zodat ze met je en niet zonder je een gezonde toekomst kunnen opbouwen. Realiseer je evenwel dat circulaire landbouw een illusie is als de rest van de economie niet circulair wordt. Bovendien moet je bij nieuwe vormen van samenwerking voorbereid zijn op effecten die niemand kan voorzien. Vooral omdat je niet weet hoe individuele ondernemers onder diverse omstandigheden reageren. Wat beïnvloed hun gedrag? Dat is een onbekende factor, maar de keuze voor kringloop landbouw is een kwestie van slikken of stikken ” zo besluit Van Dijk zijn voordracht.

Nieuw productiecentrum voor Marel in Dongen

Op 20 november 2019 werd Marels volledig nieuwe productiecentrum in Dongen officieel geopend. Alle activiteiten van productie en kantoor worden nu uitgevoerd in het state-of-the-art pand op bedrijventerrein Tichelrijt II.

Al 60 jaar lang vervaardigt de productielocatie in Dongen machineonderdelen voor Marel Poultry, de pluimveetak binnen het wereldwijd toonaangevende bedrijf Marel. De eindproducten, hoogwaardige voedselverwerkende systemen, worden in samenwerking met de Marel vestiging in Boxmeer samengesteld.

Volledig up-to-date

Aangezien de voormalige locatie in Dongen niet meer voldeed aan de hedendaagse normen, was een nieuw productiecentrum een logische stap. De nieuwbouw huisvest in principe dezelfde activiteiten als voorheen en is goed voor 40 productieplekken evenals een achttal kantoorplekken, maar nu in een setting die volledig up-to-date is.
De officiële opening werd op woensdag 20 november verricht door Marina Starmans-Gelijns, burgemeester van Dongen, in aanwezigheid van een grote Marel delegatie, onder wie CEO Árni Oddur Thórdarson.

Hoogste kaliber

De Marel medewerkers kunnen nu op hun veilige en verantwoorde werkplekken gebruikmaken van de modernste en hoogwaardigste productiefaciliteiten die momenteel beschikbaar zijn. Facilitair, logistiek en ergonomisch gezien is de uitrusting van het nieuwe productiecentrum van het hoogste kaliber. Marel is ervan overtuigd dat deze nieuwe, inspirerende omgeving zal leiden tot veel innovatieve en succesvolle business.

Werkplezier

Folkert Bölger, EVP van Marel, zegt het als volgt: “Als Marel willen wij onze medewerkers de beste omstandigheden bieden om in te werken. Voor onze productielocatie in Dongen betekent dit dat er nu een optimaal ingericht bedrijfspand staat dat aan de allerlaatste eisen voldoet. Wij vertrouwen erop dat onze mensen nu met nóg meer motivatie en plezier aan de slag gaan. En meer werkplezier leidt bijna vanzelfsprekend tot een betere productie.”
 

Meer informatie: marel.com/poultry

Pluimvee kennisoverdracht in trek in Sub Sahara

De tweede editie van Poultry Africa, gehouden op 2 en 3 oktober in de Rwandese hoofdstad Kigali, is een groot succes geworden. Deze tentoonstelling en conferentie voor de pluimveeindustrie in de Sub Sahara regio van Afrika telde 128 exposanten (w.v. 28 uit Nederland) uit 29 landen en trok ongeveer tweeduizend bezoekers uit alle delen van Afrika.

Tijdens de conferenties en seminars werd duidelijk dat de pluimveesector flink in de lift zit en dat de honger naar kennis groot is. Die kennisvraag komt van kleinschalige projecten, waar nog heel basale zaken ontwikkeld moeten worden, tot meer gesofisticeerde grootschalige ondernemingen. Pluimveevlees en eieren wordt door de overheden gezien als de belangrijkste leverancier van dierlijk eiwit voor de humane consumptie. Dat werd extra benadrukt door Ms. Geraldine Mukeshimana, de Minister van Landbouw van Rwanda, tijdens haar openingswoord van het evenement. Voor haar is de keuze tussen het importeren van voedsel voor mensen of voer voor dieren gemakkelijk. Haar streven naar een hoge zelfvoorzieningsgraad bevordert de landbouwproductie en daarmee ook de pluimveehouderij. Met hulp van buitenlandse partners kan de lokale productie van voedergewassen worden verbeterd , evenals de samenstelling en fabricage van voer. Een groot probleem is nog het handhaven van een goede diergezondheid en bio-security, maar ook daar wordt veel aandacht aan besteed.

Inspiration seminar

De Nederlandse inbreng tijdens Poultry Africa was groot. Zo organiseerde het Netherlands African Business Council (NABC) samen met Het Dutch Africa Poultry Platform (DAPP) een seminar  over het opzetten van een moderne pluimveebusiness in Africa waarbij veel aandacht aan productie efficiency en vermarkting van het eindproduct werd besteed. Kip van Oranje hield een grote groep belangstellenden van het Holland Inspiration Seminar voor hoe je klein kunt beginnen om groter te worden. Daarbij werden prachtige productie en financierings voorbeelden uit Afrikaanse landen getoond. Ook tijdens dit seminar, wat onder leiding stond van de Nederlandse Landbouwattaché Carian Meiijes, was een ruime vertegenwoordiging van de Rwandese overheid aanwezig. De directeur generaal van het Ministerie van Landbouw, Dr. Theogene Rutagwenda , en de vice DG Dr. Solnge Uwituze, kregen na afloop uit handen van Piet Simons het speciaal voor deze gelegenheid uitgebrachte boek ‘Poultry Signals African edition’, overhandigd. Dit boek, van uitgegeverij Roodbont uit Zutphen, is een bewerking van Poultry Signals waarbij extra aandacht is besteed aan de Afrikaanse omstandigheden zoals klimaat, houderijsystemen en ziekten. Ook zijn de foto’s van personen vervangen door Afrikanen. Deze speciale uitgave van Poultry Signals is vooral met financiële steun van Dutch Poultry Centre en VIV tot stand gekomen.

Ei promotie

De eiconsumptie in Rwanda is nog maar 13 eieren per persoon per jaar, Laag ten opzichte van een kleine 50 eieren gemiddeld in Afrika en 165 eieren per persoon per jaar wereldwijd. Eieren zijn van immens belang voor de voeding van de mens.Zo vertelde Mevr. Comfort Kyerwa Acheampong uit Ghana in haar inleiding tijdens de Leadership Conference. Daarin vertelde ze hoe hun ei-promotie programma in een relatief korte tijd de consumptie van eieren in Ghana fors heeft doen laten stijgen.  Om ook in andere landen de promotie van eieren van de grond te krijgen werd op de laatste dag van de beurs in de buitenlucht onderleiding van de Nederlandse ambassadeur in Rwanda, Mathijs Wolters, een ei-promotie event gehouden. Een viertal Afrikaanse dames en Piet Simons ondersteunden hem met korte ei-consumptie bevorderende verhalen. Tijdens deze verhalen werden uiteenlopende ei-gerechten geserveerd aan de bezoekers, waaronder een klas lagere school kinderen. Zij hebben zichtbaar van de eieren kunnen smullen en maakten er een fantastische bijeenkomst van.

 

Kleurrijk en inspirerend bezoek aan Bolidt

Het laatste marktcafé van 2019 vond plaats in Hendrik-Ido-Ambacht bij vloeren specialist Bolidt. Een bijzonder en verrassend bezoek in een kleurrijke en inspirerende omgeving.

Op 9 oktober gingen een dertigtal DPC-ers naar Henrik-Ido-Ambacht  om het DPC-Marktcafé te bezoeken. De bijeenkomst was belegd bij Bolidt, een bedrijf dat vloeren maakt. Velen reisden af, niet wetende wat ze konden verwachten. Eenmaal aangekomen bij de nieuwe Bolidt Campus, gelegen aan de oevers van de Noord, had menigeen het gevoel van ,’ ben ik hier wel op het goede adres’. Bij een vloerenmaker denk je niet direct aan een ultra modern gebouw wat je bij binnenkomst het gevoel geeft dat je de toekomst bent binnengestapt. Een nieuwe wereld die op geen enkele wijze een link met de pluimveesector lijkt te hebben. Maar na de ontvangst werd het de bezoekers al snel duidelijk waarom zij bij Bolidt op bezoek zijn. Ze leveren kunststof gietvloeren voor broederijen, slachterijen, ziekenhuizen, industriële complexen, schepen, wegen, utiliteitsbouw en sportvoorzieningen.

Denken aan de toekomst

Bolidt is 55 jaar geleden door twee dertigers, de heren Bol en Schmidt, opgericht. Beiden werkten toen bij Sikkens, de één had een weg-en waterbouw achtergrond en de ander was scheikundige. Gedreven door het motto: “If you don’t think about the future, you cannot have one”, verlieten ze het verfbedrijf om andere toepassingen voor kunstharsen te ontwikkelen. Ze richtten Bolidt Maatschappij tot Exploitatie van Kunststoffen en Bouwwerken op en focusten zich op het maken van vloeren. “Nu, 55 jaar later leeft de gedachte nog altijd voort en denken wij bij Bolidt elke dag aan het invullen van de toekomst met kunststof als hoofdingrediënt. Onze missie is om traditionele materialen te vervangen om een bijdrage te leveren aan een betere leefomgeving en milieu op gebied van veiligheid, duurzaamheid, energie & data, design en hygiëne. Daarbij maken we zo veel mogelijk gebruik van natuurlijke grondstoffen die bij vervanging geen belasting voor de natuur zijn”, zo zei gastheer Michel van der Spek, marketing directeur van Bolidt, in zijn welkomstwoord.

Een eyeopener

Tijdens de rondleiding door het bedrijf kom je snel onder de indruk van alles wat je ziet en welke mogelijkheden er bij het aanbrengen van vloeren zijn. Naast kleuren en soorten vloeren spreken ook de naadloos ingelegde vormen tot de verbeelding. Vloeren met antibacteriële werking zijn voor Bolidt geen Utopia meer. Dat maakt hen zo speciaal voor het aanbrengen van vloeren in ziekenhuizen, slachterijen en broederijen. Voor elke bedrijfsruimte heeft het de vloer met de juiste eigenschappen; slijtvast, stroef en bestand tegen mechanische belastingen.

Naast industriële vloeren biedt Bolidt via hun dochterondernemingen, zoals Esthec en Ode aan de Vloer, vloeren voor de particuliere markt aan.

Het bezoek aan Bolidt was voor menig DPC lid een eyeopener en voldeed daarmee ten volle aan het doel van het marktcafé. De dank aan de gastheer en gastvrouwen was daarom groot en werd ondersteund met het overhandigen van aardigheidje door DPC voorzitter Jan Wolleswinkel. Deze vermelde bij de aanvang van de bijeenkomst dat het ledental van het DPC weer is uitbereid door de toetreding van Dr. Pieter Poultry Consultancy (Pieter Kühne) uit St. Oedenrode en adviesbureau Honderd Pro Cent (Cent van Vliet) uit Leiden. En verwees bij de afsluiting nog even naar deDPC- eindejaarsbijeenkomst op 20 november.  

Bolidt in cijfers:

  • Opgericht in 1965 door 2 personen
  • Nu zijn er 462 werknemers, 20 nationaliteiten
  • Jaaromzet €100 miljoen en 1000 projecten per jaar
  • Aan elk project werken gem. 10 mensen
  • Applicatie-uren 750.000
  • Kunststof productie/verbruik per jaar 12 miljoen kilo

DSCF7739

DSCF7741

HatchTech en Pas Reform ondertekenen patent licentieovereenkomst

HatchTech, wereldwijde leverancier van incubatietechnologieën, en Pas Reform, wereldwijde leverancier van geïntegreerde broederijoplossingen, hebben vandaag aangekondigd een wereldwijde strategische patentovereenkomst aan te gaan betreffende vroege voeding (direct na uitkomst) voor eendagskuikens.

Wereldwijd is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de vertering en voeropname van kuikens en naar de impact van voeren direct na uitkomst. Op basis van de resultaten van deze studies heeft het R&D-team van HatchTech onderzoeken en testen uitgevoerd op het gebied van vroege voeding, en heeft naar aanleiding daarvan een patent verworven betreffende oplossingen op het gebied van vroege voeding voor eendagskuikens. Op basis van deze knowhow en het streven om innovaties te ontwikkelen die verder gaan dan wat reeds beproefd en bewezen is, lanceerde HatchTech in 2014 HatchCare. Met dit concept worden eendagskuikens direct na uitkomst voorzien van de eerste levensbehoeften: voer, vers water, licht en verse lucht.

In 2018 lanceerde Pas Reform SmartStart™, een voeroplossing waarmee kuikens direct na uitkomst, middels een enkele formulering worden voorzien van voer en water. Met SmartStart™ kan vroege voeding direct na de uitkomst op eenvoudige en flexibele wijze worden geïmplementeerd. Het concept bestaat uit twee elementen, die afzonderlijk of in combinatie met elkaar kunnen worden toegepast: precisievoeding en intelligente verlichting.

“Na jaren innoveren en een succesvolle marktacceptatie van HatchCare, is het geweldig om te zien dat ook andere leveranciers van incubatietechnologie de voordelen van vroege voeding inzien”, zegt Tjitze Meter, oprichter en CEO van HatchTech. “We zijn er sterk van overtuigd dat vroege voeding een belangrijke factor voor een diervriendelijke en antibioticavrije pluimveeproductie is en deze patentlicentieovereenkomst draagt bij aan een betere toekomst voor de pluimvee industrie.”

“Dit is duidelijk een win-winovereenkomst, die onze klanten veel voordeel op zal leveren”, zegt Harm Langen, CEO van Pas Reform. “Dit onderstreept het belang van vroege voeding voor de productie van robuuste eendagskuikens en stimuleert het wereldwijde groeipotentieel van dit innovatieve concept. De overeenkomst geeft beide bedrijven de vrijheid om hun oplossingen op het gebied van vroege voeding verder te ontwikkelen en te vermarkten.”

De overeenkomst treedt met onmiddellijke ingang in werking.

Over HatchTech:

HatchTech is een toonaangevende speler op het gebied van voedingsmiddelentechnologie, en ondersteunt pluimveebedrijven wereldwijd met het maximaliseren van het genetische potentieel van hun dieren. Met onze ongeëvenaarde ervaring op het gebied van de eerste levensfase van kuikens, ontwikkelen we op onderzoek gebaseerde producten voor de incubatie, het transport van de kuikens en het broedproces, die, samen met onze diensten, worden ingezet in projecten van onze klanten overal ter wereld. Met het hoofdkantoor in Nederland en vestigingen in China en Oekraïne, bedient HatchTech klanten in ruim veertig landen. www.hatchtech.com   

Over Pas Reform:

Pas Reform is sinds 1919 gespecialiseerd in de ontwikkeling van geïntegreerde broederijoplossingen voor de pluimveesector. Onze missie is het ondersteunen van klanten met slimme, duurzame broederijoplossingen, die consistent de beste en meeste eendagskuikens leveren. Pas Reform heeft zijn positie als toonaangevende fabrikant van broederij-apparatuur verdiend door langdurig onderzoek naar de biologische en fysiologische aspecten van embryo-ontwikkeling, en een diepgaand inzicht in alle aspecten van de pluimveeproductieketen.

www.pasreform.com

Neem voor meer informatie contact op met:

Henry Arts, Marketing Director van Pas Reform
E-mail: arts@pasreform.com
 
Edward Rozendaal, Marketing Manager van HatchTech

E-mail: erozendaal@hatchtech.nl

Nieuwe algemene directeur voor Marel Poultry in Boxmeer

Roger Claessens uit Malden wordt de nieuwe algemene directeur van Marel Poultry in Boxmeer. Na een transitie-periode zal hij per 1 september 2019 Anton de Weerd opvolgen als Executive Vice President van Marel Poultry. Anton de Weerd zal verbonden blijven aan Marel in een nieuwe rol.

Tijdens zijn 18-jarige carrière bij Marel heeft Roger Claessens uitgebreide managementervaring opgedaan en uitstekende leiderschapskwaliteiten getoond. In zijn functie als innovatie-directeur bij Marel Poultry heeft Roger in de afgelopen vijf jaar met succes leiding gegeven aan Marels innovaties voor de pluimvee-industrie. Ook heeft hij een belangrijke rol gespeeld bij de lancering van nieuwe, geavanceerde apparatuur en oplossingen. Roger Claessens is 43 jaar oud en woonachtig in Malden. Hij heeft een MSc-graad in Landbouwtechniek van de WUR in Wageningen.

Voor Marel Poultry, met hoofdvestiging in Boxmeer, is Anton de Weerd (61) al 37 jaar lang een monument. Árni Oddur Thórdarson, CEO van Marel zegt, “Ik wil Ton oprecht bedanken voor zijn buitengewone bijdrage aan het succes van Marel door de jaren heen. Het was echt prettig te werken met Ton aan alle revoluties die we in de pluimvee-industrie hebben gerealiseerd. Tijdens zijn 37-jarige carrière bij Marel was Ton een enorm waardevol lid van het team en speelde hij een sleutelrol bij het behalen van uitstekende bedrijfsresultaten. Hij heeft Marel Poultry toekomstbestendig neergezet voor de verwachte groei. Daarom ben ik blij dat Marel zal blijven profiteren van zijn immense ervaring en zakelijke inzichten.”

Over Roger Claessens vertelt Árni Thórdarson: “We zijn blij dat Roger deze nieuwe rol heeft aanvaard. Tijdens zijn 18-jarige loopbaan bij Marel heeft Roger zowel leiderschapstalent als technische capaciteiten getoond. Onder zijn leiding heeft het innovatie-team van Marel voortdurend nieuwe producten, systemen en oplossingen geïntroduceerd die voor kenteringen hebben gezorgd in de pluimvee-industrie. Ik verwelkom Roger van harte als Executive Vice President van Marel Poultry en als lid van het Executive Team."

CEO Marel

China Animal Agriculture Association brengt kort bezoek aan Nederland

door Andries de Vries

Inmiddels zijn we dat wel gewend; een groep Chinese gasten die in enkele dagen kennis willen maken met de Nederlandse pluimvee sector. Dat lukt natuurlijk nooit volledig, maar we proberen ze wel in die dagen te laten ervaren dat de Nederlandse productie omstandigheden en de consumenten wensen steeds weer nieuwe innovaties opgang brengen.  Dat vertaalt zich zichtbaar in producten, equipment en productie methoden. Maar meer nog in knowhow over het daadwerkelijk werken met nieuwe systemen en de vereiste kennis van mensen om er mee om te kunnen gaan.

Verkopen van productiemiddelen, ontstaan via de “Dutch Approach” is meestal meer consultancy en begeleiding van de implementatie van nieuwe ontwikkelingen dan het leveren van de apparatuur of producten zelf.

De groep bestond o.a. uit de president van de Chinese pluimvee organisatie en van de vleeskuikenorganisatie,  de directeur/secretaris van die organisaties en enkele afgevaardigden van grote pluimvee productie ketens. 
We bezochten Vencomatic waar “early feeding” centraal stond.  Er werd uitgebreid stil gestaan bij het Patio en X-track concept.  Onze Chinese gasten waren onder de indruk van deze innovatieve methoden.

Mr. Brian van Hooff  van VDL Agrotech ontving de gasten eerst op het bedrijf in Eindhoven en gaf een helde uitleg hoe ze daar innovaties organiseren, aan de hand van een volledig nieuw ontwikkelde voerpan, die vermorsen van voer tot het uiterste minimum beperkt.  Daarna bezochten we vleeskuikenbedrijf. Daar stond de echte praktijk centraal. Hoe runt een Nederlandse pluimveehouder zijn bedrijf en hoe maakt hij gebruik van al die nieuwe technieken.

Een onderdeel van een heel andere orde was het bezoek aan Eares Praktijk Centrum (voorheen PTC+). Het werd de gasten duidelijk dat de Nederlandse pluimvee sector tot hoge resultaten komt door  sterk ontwikkeld onderwijs systeem en door diverse organisaties die voor de sector op de bres staan. Jan Wolleswinkel sprak hierover vanuit zijn functie als voorzitter van DPC maar ook vanuit zijn rol in het verleden bij de belangenbehartiging voor pluimveehouders en in het overleg tussen overheid en sector.

Vervolgens gaf men vanuit Eares Praktijk Centrum een korte training over kennisoverdracht. Ook nu weer was men onder de indruk van de Nederlandse aanpak waar techniek vooral succesvol wordt ingezet omdat die wordt begeleid door deskundigheid. En ook omdat  permanent wordt ingezet op de vakbekwaamheid en competentie ontwikkeling van alle werkenden in de sector.

Blijft er iets hangen van een dergelijk bezoek? We hebben de indruk van wel. Concreet door al een vraag voor een nieuw bezoek (vanuit de CAAA) en de vraag om de “Dutch Approach” van onze leden in China nader voor het voetlicht te brengen.

20190402 1004 bezoek aan Eares praktijkcentrum Chinese delegatie CAAA Broilers 06

De Heus neemt meerderheidsbelang in Oekraïense voerfabrikant D-Mix

bron: https://www.pluimveeweb.nl/
De Heus heeft op 4 maart 2019 een overeenkomst getekend met de heer Fedir Shopsky voor het nemen van een meerderheidsbelang in D-Mix in de Oekraïne. Met dit partnership zet De Heus een strategische stap in de attractieve Oekraïense markt voor diervoeders. De joint-venture zal haar bedrijfsactiviteiten onder de handelsnaam ‘Koudijs Ukraine’ verrichten.

Dat maakte De Heus Voeders deze week bekend. Het familiebedrijf D-Mix, gerund door Fedir Shopsky, is gelegen in Zolochiv in het westen van Oekraïne en heeft een sterke regionale positie. D-Mix produceert concentraten, specialiteitvoeders en compleet voer, voor hoofdzakelijk pluimvee en varkens. Hierin heeft D-Mix een productiecapaciteit van circa 80.000 ton en daarnaast crushed D-Mix jaarlijks 50.000 ton zonnebloemzaad en sojabonen. Binnenkort wordt er gestart met de bouw van een premixfabriek die naar verwachting begin 2020 in gebruik wordt genomen. Hiermee kan een volledig pakket aan lokaal geproduceerde diervoeders aan de klant worden aangeboden. De dagelijkse leiding van Koudijs Ukraine zal in handen zijn van de heer Fedir Shopsky.

De heer Shopsky kijkt vol vertrouwen uit naar de toekomst: „Ik ben blij dat wij in de vorm van een joint-venture met De Heus gaan samenwerken. De Heus is voor ons de ideale partner om onze groeiende klantenkring verder uit te bouwen en hen extra ondersteuning te bieden in de professionalisering van hun veehouderijbedrijven. Met zijn kennis en lange termijn visie zal De Heus ons helpen een volgende fase van ontwikkeling door te maken.”

Oekraïne ligt in een van de meest vruchtbare gebieden van Midden- en Oost-Europa. De landbouwsector vormt hierdoor al jaren de motor van de Oekraïense economie. Het land is uitgegroeid tot een belangrijke speler op de internationale agrimarkt. De Oekraïense overheid investeert in en stimuleert de lokale landbouw om de opbrengsten en productie verder te verhogen en daarmee haar internationale positie te versterken. De verwachting is dat de omvang van de veehouderij zal toenemen en daarmee ook de vraag naar hoogwaardige en effectieve diervoeders.
De Oekraïense overheid staat open voor buitenlandse investeerders die extra kennis en ervaring op het gebied van diervoer, veehouderij en farmmanagement inbrengen. Bovenstaande vormt voor De Heus een uitstekende mogelijkheid om in Oekraïne te investeren. Deze stap is in lijn met De Heus’ ambitie om toonaagevende marktposities op te bouwen in landen waarin de diervoedermarkt zich de komende jaren sterk zal ontwikkelen.

Pluimvee en varkens

Zowel De Heus als D-Mix beschikken over hoogstaande specialistische kennis op het gebied van diervoeding voor pluimvee en varkens. Via het internationale netwerk en de expertise van De Heus zal deze kennis uitgewisseld en verder ontwikkeld worden. Zo zal Koudijs Ukraine de mogelijkheid krijgen om haar kennis niet alleen te verrijken op het gebied van nutritie, maar ook op het gebied van veehouderij en productietechnologie. Dit versnelt de innovatie, verbetert de kwaliteit van de diervoeders, versterkt de advisering aan klanten en optimaliseert de productieprocessen.

„Koudijs Ukraine gaat een veel belovende toekomst tegemoet. Sinds een aantal jaren investeren wij in het verbeteren van de technische support aan klanten. Wij verwachten met onze jarenlange ervaring in de internationale veehouderij en diervoederindustrie ook van waarde te kunnen zijn voor de verdere professionalisering van de veehouderij in Oekraïne”, zegt Koen de Heus, Ceo van De Heus.

de heus detail

Bincx: Van montage naar fabricage

Van den Brink Montage uit Kootwijkerbroek groeide in 18 jaar uit van een lokaal montage bedrijf naar een internationaal opererend staalconstructiebedrijf. Het heeft in de landbouw een sterke positie opgebouwd door het aanbod van solide en efficiënte bouwwerken die als lego-blokjes snel kunnen worden neergezet.

Door Wiebe van der Sluis

Op 3 april was het DPC marktcafé te gast bij Bincx in Kootwijkerbroek. Het staalbedrijf is een van de jongste leden van het DPC en wilde zich voorstellen. Gerbrand van den Brink, tot enkele jaren terug werkzaam bij Jansen Poultry, deed dat op een voortreffelijke manier. Hij nam de bezoekers na het welkomswoord van DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel door middel van een powerpoint-presentatie mee door de geschiedenis van dit jonge bedrijf. Het begon allemaal in 2001 als Van den Brink Montage. Het is opgericht door Wilco van den Brink, een neef van Gerbrand. De meeste bouw en montage werkzaamheden kwamen in het begin uit de agrarische sector. Maar ook kwamen er gaandeweg opdrachten om hallen te bouwen voor de industrie. Het bedrijf groeide en ging vanaf 2010 zelf staalbouw elementen fabriceren. De bouw en montage werkzaamheden bleven niet beperkt tot de Nederlandse markt. Via via, ook via DPC leden, kwamen er meerdere opdrachten vanuit het buitenland. Dat bracht Gerbrand er toe om bij zijn neef te gaan werken. Hij had bij Jansen Poultry ervaring met de internationale pluimveemarkt opgedaan en had daardoor een goede ingang bij belangrijke spelers in de internationale stallenbouw-business.

Verandering van naam

Door overnames en de ontwikkeling van nieuwe markten bleef Bincx groeien. Intussen zijn er 70 mensen werkzaam bij het bedrijf, waaronder een team van bouwkundigen die de noodzakelijke ontwerpen en berekeningen voor projecten in binnen- en buitenland maken. In 2016 nam Van den Brink het in Vlaardingen gevestigde Libbenga Staalbouw over, een staalconstructiebedrijf voor de petrochemische industrie, energiemarkt, distributiecentra, stations, kantoren en hotels. Hun pakket van engineering tot en met montage on-site sloot perfect aan bij de activiteiten van Van den Brink en zorgde voor een versteviging van het fundament onder de totale onderneming.  Jaarlijks worden enkele honderden stallen en bedrijfsgebouwen opgeleverd, waarbij de meeste buitenlandse bouwopdrachten onderdeel  zijn van een turn-key project van internationaal opererende stalinrichters.

Mede door de groei van de onderneming en de internationale activiteiten is de naam Van den Brink Montage in 2018 veranderd in Bincx. Het bedrijf is ISO en FSC gecertificeerd en richt zich geheel op duurzaamheid.

De rondleiding door het 8000m2 grootte bedrijfscomplex  gaf een indrukwekkend beeld van de complexiteit van het staalconstructiebedrijf. Elk project wordt voor zo ver mogelijk in de fabriek voorbereid zodat het net als lego-blokjes op de bouwplaats snel in elkaar kan worden gezet.

Aan het eind van de presentatie en rondleiding bedankte DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel Gerbrand en Wilco voor de ontvangst en wenste hen succes met de onderneming. Hij herinnerde de aanwezigen er verder op dat op 5 juni het Nationaal Pluimveecongres zal plaatsvinden in Hotel Van der Valk in Veenendaal en op 3 juli is de jaarlijkse BBQ in het Pluimveemuseum in Barneveld.

Van den Brink 1

Terugblik VIV Asia 2019

door Andries de Vries

VIV Asia 2019

We telden op deze beurs in Bangkok 44 stands van bedrijven die lid zijn van Dutch Poultry Centre. En dan waren er nog een aantal leden die er stonden onder de naam van een partner.  Men zag meer dan 45000 bezoekers langs komen. Wel een teken dat zuid oost Azië nog een groei markt is. 65% van de bezoekers kwamen van buiten Thailand. Het grootste deel daarvan uit China, maar ook in de top 10 zaten bezoekers uit landen als India, Pakistan, Vietnam, Malaysia en Indonesië.

Diverse standhouders die we spraken waren erg positief over de beursdeelname. Men heeft veel goede contacten opgedaan, met een perspectief op succesvolle relaties met potentiele klanten.  Nederland staat nog steeds goed op de kaart als gaat om pluimvee.

DPC heeft onder anderen ook een Seminar georganiseerd over het houden van eenden en dan met de nadruk op het binnen houden van eenden.  De belangstelling was niet overweldigend, dat was ook niet de verwachting vooraf. Maar de vijf inleiders hebben wel de aandacht weten te vestigen op de innovaties die Nederlandse bedrijven in de markt zetten om het binnen gaan houden van eenden succesvol te maken.

Vooraf gaande aan de beurs waren we ook uitgenodigd om met een klein groepje mensen een bezoek te brengen aan het nieuwe hoofdkantoor van Bangkok Ranch. Daar kregen we meer informatie over de productie, de afzet en de consumptie van eenden vlees.

Men is daar erg optimistisch over de ontwikkeling van de eenden vlees consumptie. En dat biedt goede kansen voor diverse leden van DPC.

 

Grote Britse processor en Marel Poultry bundelen hun krachten

15,000 bph greenfield voor Cranswick

Cranswick Poultry PLC heeft de krachten gebundeld met Marel Poultry, die een ultramoderne verwerkingslijn van 15.000 bph in Eye in Suffolk UK zal installeren. Het doel van dit Britse bedrijf is om een ​​van de meest geavanceerde pluimveeverwerkingsbedrijven van Europa te bouwen. Voor deze onderneming is Marel Poultry de ideale partner om alle apparatuur en technologie te leveren, van levende aanvoer tot etikettering.

Cranswick wil het meest efficiënte pluimveeverwerkingsproces in Groot-Brittannië en Europa realiseren en vers vlees leveren aan toonaangevende Britse retailers en andere klanten. Marel Poultry is goed voorbereid en volledig uitgerust om de juiste oplossingen te bieden voor dit ambitieuze project, een ultramoderne fabriek met een capaciteit van 15.000 bph.

Premium kwaliteit
"We zijn vereerd dat we aan Cranswick onze meest geavanceerde technologie en apparatuur kunnen leveren. We zijn ervan overtuigd dat we een prachtige fabriek gaan neerzetten," zegt Arie Tulp, sales en marketing directeur bij Marel Poultry, zegt: "Cranswick wil de hoogste doorvoersnelheden realiseren met een focus op topkwaliteit producten. Dankzij onze nieuwste ontwikkelingen en geavanceerde oplossingen kunnen wij dit waarmaken. We hebben al veel ervaring met 15.000 per uur verwerking en alle benodigde kennis en expertise daarvoor is bij ons in huis.
We hebben ervoor gezorgd dat elke stap in het proces de hoge snelheid aankan. We bieden Cranswick de gelegenheid om optimaal efficiënt te werken, met volledige controle over de kwaliteitsnormen; er is geen ruimte voor compromissen. De gekozen configuratie zal Cranswick zeker in staat stellen om de voornaamste processor van de UK te worden."

Cranswick construction

Nieuwste technologieën
Marel Poultry helpt Cranswick ook om de hoogste dierenwelzijnsnormen te respecteren. De allernieuwste technieken zullen de efficiëntie en diervriendelijkheid naar nieuwe hoogten brengen. Het proces begint met ATLAS, ‘s werelds meest geavanceerde en humane technologie voor levende aanvoer. Hi-tech toepassingen zoals Nuova, LineLink, RoboBatcher, SensorX en Thigh Fillet System zullen eveneens worden geïnstalleerd.

Controle
De SmartWeigher en IRIS weeg- en gradingsystemen van Marel Poultry gaan elk passerend product beoordelen. Samen met Marel Innova Food Processing Software worden gegevens verzameld en wordt volledige traceerbaarheid gewaarborgd. Met de geïntegreerde Innova-oplossing kan Cranswick de real-time status van productie en opbrengst controleren, monitoren en rapporteren.

Meer informatie: marel.com/poultry

VIV ASIA 2019: Holland Inspiration, the next steps for Ducks and other poultry

VIV ASIA 2019 SEMINAR:

Holland Inspiration, the next steps for Ducks and other poultry ..…

putting new concepts for ducks and other poultry  into practise

Dutch Poultry Centre (DPC)  is a non-commercial organisation founded by the Dutch Poultry industry. Serving the poultry planet is the mission of  DPC. In this seminar we will inform the audience about solutions for the most animal-friendly and environmentally- friendly poultry production, based on consumer wishes and introduction of the newest and most efficient technology. Do you want to use the knowledge advantage of Dutch companies? Visit than this seminar.  We present the information by short presentations and possibility for further contact.           

  1. “Animal friendly transport of one-day chicks without lost”, Mr. Gerrit v.d. Linde from ‘Heering Poultry’: 

Transport technology presents new technology for trans port from day old chickens in optimal climate conditions, with special effects for ducks.  

  1. “Ducks get their bath water from a cup”, Mr Danny Kracht from ‘Impex‘:

He presents new technology for keeping ducks inside  a poultry house. How to provide them with water for their bath replicating and stimulating their natural behaviour, which contributes to their health.

  1. “For the highest number of best quality chicks”, Mr. Marc Rijsdijk from ‘Innovatec’:

 About setting up a complete line of hatchery automation especially for ducks. This is a complex task, involving numerous parameters. No two hatcheries are the same. There is no standard solution. He tells how to achieve an automation line which is both ergonomic and produces the highest return on investment for today's hatcheries.

  1. “Packing for transport – Efficiency and animal and nature friendly”, Mr. Jacco Wagelaar from ‘Gi-OVO’:  

 Their designs creates and produces logistic solutions as well as packaging dedicated for the egg industry

  1. “Liquid nutritional supplements for intensive livestock farming of ducks” , Mr. Rob Baltussen from “Kanters”:

 He tells about solutions support animal health, promote animal welfare, and together we improve your business profits with a special focus on ducks.

  1. “Dutch Poultry Centre; The portal to the new world of poultry production”, Mr. Andries de Vries, manager of ‘Dutch Poultry Centre’

 

Date:     Thursday March 14, 2019

Time:    14:30 – 16:30

Place:    BITEC, Room  Silk 4

Pas Reform opent 100-jarig bestaan met feestelijke Nieuwjaarsborrel

In 2019 bestaat Pas Reform 100 jaar! Om het Jubileumjaar feestelijk in te zetten werd op 9 januari jl. een Nieuwjaarsborrel georganiseerd, het officiële startsein voor een reeks van internationale evenementen.

Het is allemaal begonnen in 1919, toen Gerrit Pas zijn eerste broedmachine bouwde; een houten kast op poten, met petroleum gestookte verwarming.

Gerrit had niet kunnen vermoeden dat het Achterhoeks familiebedrijf een eeuw later zou zijn uitgegroeid tot een toonaangevende wereldspeler op het gebied van broederijtechnologie, voor klanten in meer dan 100 landen.

De feestelijke aftrap vond plaats in Zeddam, op de locatie waar Gerrit Pas een eeuw geleden zijn bedrijf begon, en was door middel van een live registratie ook door collega’s in het buitenland te volgen. De Nieuwjaarsborrel werd gestart met het live gaan van een jubileumwebsite en de onthulling van een jubileumlogo.

In zijn openingsspeech nam CEO Harm Langen de genodigden mee naar Pas Reform’s trotse verleden en de doorontwikkeling van het bedrijf tot full-service leverancier van geïntegreerde broederij-oplossingen.

“Pas Reform heeft een zeer goede uitgangspositie voor verdere groei. We blijven onze klanten ondersteunen met een compleet, duurzaam en geïntegreerd producten- en dienstenpakket, waarbij data gedreven oplossingen de broederij een steeds grotere controle over het broedproces zullen geven.

Dank aan onze klanten, (oud-) medewerkers en samenwerkingspartners. Zonder hun vertrouwen hadden we deze mijlpaal nooit kunnen bereiken!”

Voor meer informatie over verleden, heden en toekomst van Pas Reform, zie www.pasrefrom.com

 

pasreform1

 

pasreform2

 

pasreform3

 

pasreform5

 

pasreform6

 

pasreform8

 

Hendrix Genetics werkt samen met Afrikaanse boeren om gewenste kippen te ontwikkelen

Hendrix Genetics ontvangt subsidie van de Bill and Melinda Gates Foundation om de levens van Afrikaanse pluimveehouders te verbeteren.

Hendrix Genetics heeft een meerjarensubsidie van de Bill & Melinda Gates Foundation ontvangen om de pluimveeproductie in Afrika te verbeteren. Hendrix Genetics zal de subsidie gebruiken om als mede-investeerder aanzienlijke middelen te steken in de ontwikkeling van een fokprogramma waarmee rassen moeten worden gefokt die geschikt zijn voor het Afrikaanse klimaat, zodat de toelevering van betere pluimvee-ouderdieren aan kleine Afrikaanse boeren kan worden veiliggesteld.

Tijdens het project, ‘Sustainable Access to Poultry Parental Stock to Africa’ (SAPPSA) geheten, wordt met kleine Afrikaanse boeren samengewerkt om een fokprogramma op maat te ontwikkelen dat toegang biedt tot betere multifunctionele rassen die goed presteren onder uiteenlopende Afrikaanse omstandigheden. Multifunctionele rassen zijn heel belangrijk omdat ze kleine boeren in staat stellen om een consistente inkomstenbron te creëren met zowel eieren als kippenvlees – stuk voor stuk bronnen die voedingsrijke eiwitten bieden voor de groeiende Afrikaanse bevolking.

„We vinden het geweldig dat we onze uitgebreide expertise met het fokken van pluimvee kunnen gebruiken om kleine boeren in Afrika verder te helpen”, aldus algemeen directeur Louis Perrault van Sasso, die vanaf het begin bij het project is betrokken. „We willen met steun van de Foundation verder werken aan een duurzame infrastructuur om gezonde ouderdieren in Afrika te verspreiden.”

Chief Innovation & Technology Officer Johan van Arendonk is trots dat Hendrix Genetics het Afrikaanse continent kan helpen om te voorzien in de groeiende vraag naar voedsel: „Toegang tot betere rassen is heel belangrijk. We zijn er van overtuigd dat we met de gezamenlijke kennis van Hendrix Genetics en Sasso de vastgestelde doelen gaan halen. Sasso is gespecialiseerd in het fokken van verschillend gekleurde kippen en heeft al met succes tal van kippen gefokt die zijn geschikt voor Afrikaanse ecosystemen.”

Het project zal onder leiding staan van projectmanager dr. Naomi Duijvesteijn van Hendrix Genetics. Ze zal nauw samenwerken met andere lopende initiatieven, zoals de World Poultry Foundation en het International Livestock Research Institute (ILRI), die zijn gericht op verbetering van pluimveeproductie in Afrikaanse landen om armoede te bestrijden.

Diergenetica heeft al een belangrijke rol gespeeld bij de verbetering van de duurzaamheid van dierproductie in verschillende werelddelen en zal ook in de toekomst belangrijk blijven. Dankzij de combinatie van het solide duurzaamheidsprogramma van Hendrix Genetics en investeringen zoals het SAPPSA-project ziet de toekomst er goed uit voor landbouw en voedselproductie in Afrika.

Hendrix Gentetics

Nieuwjaarsreceptie DPC-VIV 2019

Boerderij Mereveld in Utrecht was op 9 januari opnieuw het trefpunt voor de  traditionele DPC-VIV Nieuwjaarsbijeenkomst. Het werd een gezellige aftrap van het nieuwe jaar.

DPC voorzitter Jan Wolleswinkel  keek samen met ruim honderd aanwezigen even terug op net afgelopen jaar Daarin bleef de fipronil crisis een belangrijk onderwerp. Vooral de vraag voor velen is wie voor de schade opdraait. Het lijkt er op dat de rechtbank hier uiteindelijk een uitspraak over zal moeten doen. Aan het begin van dit nieuwe jaar blijft de pluimveesector haar aandacht vooral richten op de ontwikkelingen rond de strafmaatregelen tegen Iran. Deze belangrijke markt was weer open om handel mee te drijven maar lijkt na de recente onthullingen over betrokkenheid van de Iraanse overheid bij moordaanslagen in Nederland weer op slot te gaan. Zorgen zijn er ook over het beleid van de Amerikaanse president Trump, maar nog meer over de gevolgen van een eventuele Brexit. “Is het debat in het Britse Lagerhuis over dit laatste politiek of theater?”zo vroeg Wolleswinkel zich af.

In eigen land staan we, volgens de DPC voorzitter, voor de grote vraag hoe we invulling kunnen gaan geven aan de opdracht van de Minister van Landbouw om meer uit te gaan van kringloop landbouw en minder afhankelijk te worden van de import van veevoeder grondstoffen. Dit onderwerp is uitvoerig besproken tijdens de eindjaarsbijeenkomst en zal nu verder door vertegenwoordigers uit de diverse geledingen van de Nederlandse landbouw verder moeten worden uitgewerkt. Belangrijk daarbij is welk duurzaam verdienmodel daarbij kan worden gevonden.

VNU Exhibitions beursmanager Ruwan Berculo wees de aanwezigen op de komende VIV-Asia. Deze vakbeurs in Bangkok, Thailand, is ondertussen een van de belangrijkste vakbeurzen voor de veehouderij in de wereld. Naast de gebruikelijke Netwerk-borrlel en Seminars gaat de VIV in samenwerking met het DPC veel aandacht vragen voor de Nederlandse pluimveeindustrie. Er zal met name veel aandacht zijn voor innovatie, waarbij 5 Nederlandse pluimveehouders worden ingevlogen om hen te laten vertellen hoe wij in Nederland deze uitdagingen tegemoet treden. Zij moeten het Nederlandse product op de kaart zetten en worden daarbij begeleid door frontvrouw Hennie de Haan.

Broiler Meat Signalen

Een bijzonder moment werd op deze Nieuwjaarsbijeenkomst ingeruimd voor de overhandiging van het eerste exemplaar van het boek ‘Broiler Meat Signals’ door de schrijvers Piet Simons en Wim Tondeur aan Gert Jan Oplaat, voorzitter van de Nepluvi. Dit boek is al de achtste loot in de serie pluimvee signalen uitgegeven door het DPC lid Uitgeverij Roodbont. Het boek beschrijft op een onderhoudende en goed geïllustreerde manier de productie van pluimveevlees van ei tot vlees (-producten). Oplaat nam het boek met graagte in ontvangst. Hij bestelde er gelijk maar 10 bij voor zijn relaties en riep de aanwezigen op het zelfde te doen. Uitgever Ton Van Schie bedankte de schrijvers voor hun tomeloze inzet om dit nieuwe boek er prachtig uit te laten zien met het overhandigen van een boeket bloemen.  

Na de toost op het nieuwe boek en het nieuwe jaar was er ruimschoots de gelegenheid voor alle aanwezigen, onder het genot van een hapje en drankje, om elkaar een goed Nieuwjaar toe te wensen en afspraken te maken voor een goede samenwerking.

DSCF7575

 

foto1

Eindejaarsbijeenkomst 2018: Kringlooplandbouw is de toekomst voor Nederland

De toekomst van de Nederlandse landbouw wordt volgens de Minister van Landbouw bepaald door een betere beheersing van en balans tussen de in- en uitstroom van eiwitten en mineralen én het reduceren van de belasting op het milieu en woonomgeving.  Door kringlooplandbouw te omarmen ziet zij mogelijkheden. Tijdens de eindejaarsbijeenkomst van het DPC werd nader uitleggegeven over die mogelijkheden en ook de onmogelijkheden.

Met de recente presentatie van haar toekomstvisie “Nederland als koploper in kringlooplandbouw” heeft  Minister Schouten van LNV de landbouwsector aan het werk gezet. Ze wil er een beweging mee op gang brengen die er voor zorgt dat alle geledingen van agrarisch Nederland zich bewust wordt van het belang van een voedselproductieproces die een minimale belasting van het milieu vormt. Processen die maximaal gebruik maken van nabij verkrijgbare grondstoffen en een minimum aan reststoffen achter laten. Het DPC nam die uitdaging aan en liet drie inleiders tijdens de jaarlijkse eindejaarsbijeenkomst hun licht laten schijnen op de betekenis van circulaire voedselproductie voor pluimveesector.

Voorzitter Jan Wolleswinkel verwelkomde op donderdag 22 november een vijftigtal leden in De Westerbouwing in Oosterbeek om mee te denken over dit onderwerp. Als eerste inleider trad Mark de Bode op.  Als representant van het Ministerie van LNV zette hij uiteen wat de bedoeling van de minister is en hoe zij dat doel denkt te realiseren. Vooropgesteld, zo benadrukte De Bode, is het de minister te doen om de producenten niet nog meer te belasten, maar er voor te zorgen dat ze een eerlijke prijs voor hun producten krijgen. Het ministerie zal de noodzakelijke veranderingen voor zover mogelijk regisseren en faciliteren. Via gesprekken met belanghebbenden zal een plan van aanpak voor de realisatie van kringlooplandbouw moeten worden geformuleerd. Dat plan moet concrete doelen op specifieke thema’s (bodem, klimaat, mest, dierwelzijn, synergie landbouw en natuur, etc.) bevatten en moet begin 2019 gereed zijn.  De hamvraag hierbij volgens De Bode is: ‘Hoe gaan we de samenwerking in de voedselketen zo organiseren dat we over een aantal jaren trots aan de maatschappij kunnen laten zien dat we de kringloop in praktijk hebben gebracht. En meer nog dat we op een duurzame en emissie arme manier nog steeds lekkere en veilige producten voortbrengen en daarvoor ook de waardering krijgen’.

Brabant is te klein

Jan Buys, de tweede spreker, is in de provincie Brabant al een aantal jaren bezig met het terug dringen van emissie problemen en een visie te ontwikkelen voor het realiseren van circulaire landbouw.  De provincie wil snel naar een landbouw die geen schade toebrengt aan de bodem, de lucht, de natuur en de mens. Buys gaf daarbij aan dat de belangrijkste vraag is of we de landbouw  willen behouden en zo ja, dan moet we heel snel aan het werk en zorgen voor een maatschappelijke waardering. De uitdaging bij de kringlooplandbouw ligt naar zijn mening in het in balans brengen van vraag en aanbod. Buys: “We hebben ons in Brabant goed gerealiseerd dat de provincie een te klein gebied is om de kringloop visie op los te laten, wellicht moeten we ons daarbij richten op Noordwest Europa of een nog groter gebied.” De pluimveehouderij doet het volgens Buys goed op het gebied van dierenwelzijn, CO2-footprint en innovatie, maar heeft nog uitdagingen met betrekking tot fijnstof en geur alsook de afhankelijkheid van soja importen en de circulariteit ten aanzien van mest.

Lekken verhinderen circulariteit

Bij de voornoemde uitdagingen kan Theun Vellinga van Wageningen Universiteit en Research, de derde spreker, zich wel aansluiten. In Europees verband zal volgens hem meer moeten worden gedaan om minder afhankelijk te worden van de import van eiwitbronnen door meer zelf te gaan produceren. Dat kan door meer braakliggend land te benutten, de productiviteit van eiwithoudende gewassen te verbeteren, reststromen zoals diermeel en swill toe te laten, en de inzet van synthetische aminozuren en algen en zeewieren te vergroten.

 Hij plaatst echter nog al wat kanttekeningen bij de agrarische kringloop gedachte omdat de consumenten stromen niet meedoen en daarmee een lek in het systeem veroorzaken.  De in- en uitstroom van eiwitten en mineralen voor de landbouw  is redelijk te controleren, maar zodra de uitstroom in de consumentenstroom over gaat is er weinig zicht op waar die eiwitten en mineralen vervolgens naar toe gaan en of (en in welke mate) die terugvloeien in de kringloop. Daarmee, zo stelde Vellinga, kan de landbouw nimmer circulair zijn.

Willen we toch vooruitgang boeken op het gebied van circulariteit dan, zo benadrukt hij, zullen we met zijn allen de kringloop in omgekeerde volgorde moeten gaan benaderen. Met dat achteruit denken krijgen de leveranciers de opdracht om eisen te stellen aan de circulariteit en footprint van de aan hen geleverde grondstoffen. Pas dan kunnen veehouders via hun inkoopvoorwaarden de stikstof en fosfor benutting optimaliseren.

De inleidingen gaven voldoende stof tot discussie en zoals Jan Wolleswinkel in zijn bedank en slotwoord zei: “Voldoende stof tot nadenken en er is veel werk aan de winkel.”  De eindejaarsbijeenkomst werd afgesloten met een gezellige nakout  en een uitnodiging voor de Nieuwjaarsborrel op woensdag 9 januari in Boerderij Mereveld in Utrecht.

 

Businesspotentie in India, maar heb geduld

De pluimveemarkt in India is volop in beweging. Kijkend naar de toekomst liggen daar vele mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen. De binnenlandse markt is vertoont een sterk groei mede omdat de overheid in zet op zelfvoorziening. Voor veel bedrijven liggen er kansen maar verwacht niet dat je er snel zaken kunt doen.

Wie geduld heeft in zaken doen heeft goede kansen om succesvol te zijn in India. Dat bleek tijdens het rondetafel gesprek op 27 september in het Poultry Expertise Centrum in Barneveld. Deze bijeenkomst voor DPC-leden was belegd in samenwerking met het Nederlands Business Support Office (NBSO)  in Hyderabad, India. Dit bureau heeft in opdracht van het DPC een strategie geschreven over hoe de Indiase markt het best benaderd kan worden om succes te hebben. De Trade and Investment Commissioner van het NBSO, de heer Ajay Justin Odathekal, presenteerde het rapport en schetste  de grote mogelijkheden die het immens grote land India te bieden heeft, zeker op het gebied van de pluimveehouderij. Het land heeft 1,33 miljard inwoners en is wat de dierlijk eiwit behoefte betreft vooral aangewezen op vis en pluimvee. De Indiase economie groeide vorig jaar met 6,7 procent en zal naar verwachting dit jaar 7,3 procent bedragen.

Zelfvoorziening

In India is de consumptie van eieren per hoofd van de bevolking de afgelopen 5 jaar gestegen van 30 naar 68 eieren per jaar en de consumptie van pluimveevlees steeg van 400 naar 2500 gram per jaar. Voedingsdeskundigen adviseren echter een minimum van 180 eieren en 2500 gram vlees voor een gezond volwassen mens.  Op dit moment ligt de jaarlijkse pluimveevleesproductie van India ligt op ongeveer 3,8 miljoen ton(3000 slachtkuikens) en de eierenproductie op 88,1 biljoen stuks ofwel bijna  4 miljoen ton van 260 miljoen leghennen. Deze volumes zullen door de toenemende welvaart en de groeiende midden klasse in de komende jaren sterk moeten groeien om aan de binnenlandse vraag te kunnen blijven voldoen, zo zei Dr. R.N. Chatterjee, directeur pluimveeonderzoek van het Indian Council for Agriculture Research (ICAR) in zijn presentatie. Hij benadrukt dat de Indiase overheid een sterke nadruk legt op zelfvoorziening en het stimuleren van backyard farming. Dat geldt zowel voor de voedsel- als wel voor de voervoorziening. Bovendien streeft ze naar het verdubbelen van de inkomens in de landbouw.  Het implementeren van nieuwe technologieën staat hoog in het vaandel van de overheid, maar merkt daarbij ook dat dierwelzijn en milieu niet uit het oog mogen worden verloren. De consumenten stellen meer en meer vragen en hebben zo hun eisen. Om aan een groeiende vraag te kunnen blijven voldoen zal meer kennis en ondersteuning nodig zijn. Dat biedt volgens Dr. Chatterjee vooral voor bedrijven actief op het terrein van voeding, gezondheid en huisvesting kansen.

Schakel locals in

Waar vele jaren terug de pluimvee-industrie zich het meest ontwikkelde in het Midden en Noorden van India zien we in de laatste decennia een verschuiving naar het klimatologisch mildere zuiden (Fig. 1 en 2) . Bij die ontwikkeling maken Indiase ondernemers graag gebruik van Nederlandse kennis. Vooral op het gebied van diervoeding scoren de Nederlanders goed om dat ze zeer goed ingewijd zijn in het gebruik van uiteenlopende  voergrondstoffen. Met die boodschap stak Selvan Kannan, voormalig directeur van Trouw Nutrition in India, de Nederlandse veevoer deskundigen een pluim op de hoed. Maar zei tegelijk dat men niet erg bereid is om voor die kennis te betalen, omdat de kosten veelal te hoog zijn.

Kannan benadrukte dat  India een continent is met 23 talen en veel dialecten. Elke regio heeft een andere cultuur en daarom moet je de locale business taal en gewoonten kennen voordat je er zaken kunt doen. Het kopiëren van strategieën van het ene land of streek naar het andere gaat niet werken, en daarom is het zinvol om locals in te schakelen bij het ontwikkelen van nieuwe markten. Accepteer daarbij dat ‘ja’ niet altijd ‘ja’ is en dat een contract altijd beschouwd wordt als een document dat veranderd kan worden. Het meest belangrijk voor zaken doen in India is volgens Kannan is dat je gebruik maakt van een boekhouder die zowel de Indiase wet als de Nederlandse wet kent. Daarnaast moet je je goed verdiepen en de werkelijke vraag van de klant en bereid zijn jouw service en producten aan te passen aan de locale condities. Let wel, zo beklemtoonde hij, India biedt vele kansen, maar neem de tijd en verwacht geen snel succes.

Figuur 1: De vleeskuiken productie In India is merendeels geconcentreerd in 5 deelstaten, samen hebben ze >50% van de nationale productie

 

Figuur 2: De eierenproductie in India is merendeels geconcentreerd in 3 deelstaten, samen hebben ze 50%+ van de totale productie

DPC ondersteunt conferentie Eendenhouderij in China

Voorafgaande aan de VIV- China organiseerde de Chinese organisatie voor eendenhouderij  op 16 september j.l. de “First VIV-Conference between China and the Netherlands on healthy breeding of Duck”.  Dutch Poultry Centre was door de organisatie gevraagd om mee te denken in de dag opzet en een aantal sprekers aan te dragen.

Het werd een dag vullend programma met o.a. 5 Nederlandse sprekers vanuit de DPC leden. Daarnaast was er een levendig discussie forum.  Er werden ongeveer 100 bezoekers verwacht maar het werden meer dan 250 bezoekers. Voor de deelnemende bedrijven ook een mooi platform om zich te presenteren. De aftrap aan het begin van het congres werd trouwens mede gedaan door het DPC bestuurslid Ruwan Berculo van de VIV.

De Chinese overheid wil de eenden houderij op een aantal punten verbeteren. Dan gaat het om de milieu aspecten, medicijn gebruik,  de voedselveiligheid en ecologische aspecten van de houderij.

Dat betekent o.a. dat de eenden naar binnen moeten. De houderij buiten levert een enorme belasting van het milieu op.  Diverse onderzoeken werken gepresenteerd over de manier waarop de dieren dan het beste gehouden kunnen worden. Daaruit kwam de houderij in kooien net iets beter uit dan grondhuisvesting. Op het punt van medicijngebruik en voedselveiligheid leveren die ook een plus op.

De DPC leden presenteerden zich ook als ware probleem oplossers. Ze focusten zich vooral op minder sterfte en beteren resultaten in diverse processen, zoals de productie van broedeieren, het transport van eendaags kuikens, de huisvesting en het slachtproces . Dat leidt tot minder verlies en betere groei  en daarmee ook tot verbetering van de aspecten waar de Chinese overheid de sector toe wil aanzetten. Naast de verbetering van de houderij werd vanuit één van de DPC leden ook het verwerken van mest naar voren gebracht. Mest is dan geen probleem meer maar een nuttig product.

De organisatie van deze conferentie is, gesterkt door de grote belangstelling, zeker van plan om ook een tweede conferentie te organiseren.  Wanneer dat gaat gebeuren is nog onderwerp van gesprek, alhoewel al met DPC is gesproken over haal deelname aan het vervolg.

eendenseminar 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

eendenseminar 3

Volg ons op

Contact

Dutch Poultry Centre
Landjuweel 15
3905 PG  Veenendaal
The Netherlands


Kamer van Koophandel 08132038


© 2023 Dutch Poultry Centre