Skip to main content

Nieuws

China Animal Agriculture Association brengt kort bezoek aan Nederland

door Andries de Vries

Inmiddels zijn we dat wel gewend; een groep Chinese gasten die in enkele dagen kennis willen maken met de Nederlandse pluimvee sector. Dat lukt natuurlijk nooit volledig, maar we proberen ze wel in die dagen te laten ervaren dat de Nederlandse productie omstandigheden en de consumenten wensen steeds weer nieuwe innovaties opgang brengen.  Dat vertaalt zich zichtbaar in producten, equipment en productie methoden. Maar meer nog in knowhow over het daadwerkelijk werken met nieuwe systemen en de vereiste kennis van mensen om er mee om te kunnen gaan.

Verkopen van productiemiddelen, ontstaan via de “Dutch Approach” is meestal meer consultancy en begeleiding van de implementatie van nieuwe ontwikkelingen dan het leveren van de apparatuur of producten zelf.

De groep bestond o.a. uit de president van de Chinese pluimvee organisatie en van de vleeskuikenorganisatie,  de directeur/secretaris van die organisaties en enkele afgevaardigden van grote pluimvee productie ketens. 
We bezochten Vencomatic waar “early feeding” centraal stond.  Er werd uitgebreid stil gestaan bij het Patio en X-track concept.  Onze Chinese gasten waren onder de indruk van deze innovatieve methoden.

Mr. Brian van Hooff  van VDL Agrotech ontving de gasten eerst op het bedrijf in Eindhoven en gaf een helde uitleg hoe ze daar innovaties organiseren, aan de hand van een volledig nieuw ontwikkelde voerpan, die vermorsen van voer tot het uiterste minimum beperkt.  Daarna bezochten we vleeskuikenbedrijf. Daar stond de echte praktijk centraal. Hoe runt een Nederlandse pluimveehouder zijn bedrijf en hoe maakt hij gebruik van al die nieuwe technieken.

Een onderdeel van een heel andere orde was het bezoek aan Eares Praktijk Centrum (voorheen PTC+). Het werd de gasten duidelijk dat de Nederlandse pluimvee sector tot hoge resultaten komt door  sterk ontwikkeld onderwijs systeem en door diverse organisaties die voor de sector op de bres staan. Jan Wolleswinkel sprak hierover vanuit zijn functie als voorzitter van DPC maar ook vanuit zijn rol in het verleden bij de belangenbehartiging voor pluimveehouders en in het overleg tussen overheid en sector.

Vervolgens gaf men vanuit Eares Praktijk Centrum een korte training over kennisoverdracht. Ook nu weer was men onder de indruk van de Nederlandse aanpak waar techniek vooral succesvol wordt ingezet omdat die wordt begeleid door deskundigheid. En ook omdat  permanent wordt ingezet op de vakbekwaamheid en competentie ontwikkeling van alle werkenden in de sector.

Blijft er iets hangen van een dergelijk bezoek? We hebben de indruk van wel. Concreet door al een vraag voor een nieuw bezoek (vanuit de CAAA) en de vraag om de “Dutch Approach” van onze leden in China nader voor het voetlicht te brengen.

20190402 1004 bezoek aan Eares praktijkcentrum Chinese delegatie CAAA Broilers 06

De Heus neemt meerderheidsbelang in Oekraïense voerfabrikant D-Mix

bron: https://www.pluimveeweb.nl/
De Heus heeft op 4 maart 2019 een overeenkomst getekend met de heer Fedir Shopsky voor het nemen van een meerderheidsbelang in D-Mix in de Oekraïne. Met dit partnership zet De Heus een strategische stap in de attractieve Oekraïense markt voor diervoeders. De joint-venture zal haar bedrijfsactiviteiten onder de handelsnaam ‘Koudijs Ukraine’ verrichten.

Dat maakte De Heus Voeders deze week bekend. Het familiebedrijf D-Mix, gerund door Fedir Shopsky, is gelegen in Zolochiv in het westen van Oekraïne en heeft een sterke regionale positie. D-Mix produceert concentraten, specialiteitvoeders en compleet voer, voor hoofdzakelijk pluimvee en varkens. Hierin heeft D-Mix een productiecapaciteit van circa 80.000 ton en daarnaast crushed D-Mix jaarlijks 50.000 ton zonnebloemzaad en sojabonen. Binnenkort wordt er gestart met de bouw van een premixfabriek die naar verwachting begin 2020 in gebruik wordt genomen. Hiermee kan een volledig pakket aan lokaal geproduceerde diervoeders aan de klant worden aangeboden. De dagelijkse leiding van Koudijs Ukraine zal in handen zijn van de heer Fedir Shopsky.

De heer Shopsky kijkt vol vertrouwen uit naar de toekomst: „Ik ben blij dat wij in de vorm van een joint-venture met De Heus gaan samenwerken. De Heus is voor ons de ideale partner om onze groeiende klantenkring verder uit te bouwen en hen extra ondersteuning te bieden in de professionalisering van hun veehouderijbedrijven. Met zijn kennis en lange termijn visie zal De Heus ons helpen een volgende fase van ontwikkeling door te maken.”

Oekraïne ligt in een van de meest vruchtbare gebieden van Midden- en Oost-Europa. De landbouwsector vormt hierdoor al jaren de motor van de Oekraïense economie. Het land is uitgegroeid tot een belangrijke speler op de internationale agrimarkt. De Oekraïense overheid investeert in en stimuleert de lokale landbouw om de opbrengsten en productie verder te verhogen en daarmee haar internationale positie te versterken. De verwachting is dat de omvang van de veehouderij zal toenemen en daarmee ook de vraag naar hoogwaardige en effectieve diervoeders.
De Oekraïense overheid staat open voor buitenlandse investeerders die extra kennis en ervaring op het gebied van diervoer, veehouderij en farmmanagement inbrengen. Bovenstaande vormt voor De Heus een uitstekende mogelijkheid om in Oekraïne te investeren. Deze stap is in lijn met De Heus’ ambitie om toonaagevende marktposities op te bouwen in landen waarin de diervoedermarkt zich de komende jaren sterk zal ontwikkelen.

Pluimvee en varkens

Zowel De Heus als D-Mix beschikken over hoogstaande specialistische kennis op het gebied van diervoeding voor pluimvee en varkens. Via het internationale netwerk en de expertise van De Heus zal deze kennis uitgewisseld en verder ontwikkeld worden. Zo zal Koudijs Ukraine de mogelijkheid krijgen om haar kennis niet alleen te verrijken op het gebied van nutritie, maar ook op het gebied van veehouderij en productietechnologie. Dit versnelt de innovatie, verbetert de kwaliteit van de diervoeders, versterkt de advisering aan klanten en optimaliseert de productieprocessen.

„Koudijs Ukraine gaat een veel belovende toekomst tegemoet. Sinds een aantal jaren investeren wij in het verbeteren van de technische support aan klanten. Wij verwachten met onze jarenlange ervaring in de internationale veehouderij en diervoederindustrie ook van waarde te kunnen zijn voor de verdere professionalisering van de veehouderij in Oekraïne”, zegt Koen de Heus, Ceo van De Heus.

de heus detail

Bincx: Van montage naar fabricage

Van den Brink Montage uit Kootwijkerbroek groeide in 18 jaar uit van een lokaal montage bedrijf naar een internationaal opererend staalconstructiebedrijf. Het heeft in de landbouw een sterke positie opgebouwd door het aanbod van solide en efficiënte bouwwerken die als lego-blokjes snel kunnen worden neergezet.

Door Wiebe van der Sluis

Op 3 april was het DPC marktcafé te gast bij Bincx in Kootwijkerbroek. Het staalbedrijf is een van de jongste leden van het DPC en wilde zich voorstellen. Gerbrand van den Brink, tot enkele jaren terug werkzaam bij Jansen Poultry, deed dat op een voortreffelijke manier. Hij nam de bezoekers na het welkomswoord van DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel door middel van een powerpoint-presentatie mee door de geschiedenis van dit jonge bedrijf. Het begon allemaal in 2001 als Van den Brink Montage. Het is opgericht door Wilco van den Brink, een neef van Gerbrand. De meeste bouw en montage werkzaamheden kwamen in het begin uit de agrarische sector. Maar ook kwamen er gaandeweg opdrachten om hallen te bouwen voor de industrie. Het bedrijf groeide en ging vanaf 2010 zelf staalbouw elementen fabriceren. De bouw en montage werkzaamheden bleven niet beperkt tot de Nederlandse markt. Via via, ook via DPC leden, kwamen er meerdere opdrachten vanuit het buitenland. Dat bracht Gerbrand er toe om bij zijn neef te gaan werken. Hij had bij Jansen Poultry ervaring met de internationale pluimveemarkt opgedaan en had daardoor een goede ingang bij belangrijke spelers in de internationale stallenbouw-business.

Verandering van naam

Door overnames en de ontwikkeling van nieuwe markten bleef Bincx groeien. Intussen zijn er 70 mensen werkzaam bij het bedrijf, waaronder een team van bouwkundigen die de noodzakelijke ontwerpen en berekeningen voor projecten in binnen- en buitenland maken. In 2016 nam Van den Brink het in Vlaardingen gevestigde Libbenga Staalbouw over, een staalconstructiebedrijf voor de petrochemische industrie, energiemarkt, distributiecentra, stations, kantoren en hotels. Hun pakket van engineering tot en met montage on-site sloot perfect aan bij de activiteiten van Van den Brink en zorgde voor een versteviging van het fundament onder de totale onderneming.  Jaarlijks worden enkele honderden stallen en bedrijfsgebouwen opgeleverd, waarbij de meeste buitenlandse bouwopdrachten onderdeel  zijn van een turn-key project van internationaal opererende stalinrichters.

Mede door de groei van de onderneming en de internationale activiteiten is de naam Van den Brink Montage in 2018 veranderd in Bincx. Het bedrijf is ISO en FSC gecertificeerd en richt zich geheel op duurzaamheid.

De rondleiding door het 8000m2 grootte bedrijfscomplex  gaf een indrukwekkend beeld van de complexiteit van het staalconstructiebedrijf. Elk project wordt voor zo ver mogelijk in de fabriek voorbereid zodat het net als lego-blokjes op de bouwplaats snel in elkaar kan worden gezet.

Aan het eind van de presentatie en rondleiding bedankte DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel Gerbrand en Wilco voor de ontvangst en wenste hen succes met de onderneming. Hij herinnerde de aanwezigen er verder op dat op 5 juni het Nationaal Pluimveecongres zal plaatsvinden in Hotel Van der Valk in Veenendaal en op 3 juli is de jaarlijkse BBQ in het Pluimveemuseum in Barneveld.

Van den Brink 1

Terugblik VIV Asia 2019

door Andries de Vries

VIV Asia 2019

We telden op deze beurs in Bangkok 44 stands van bedrijven die lid zijn van Dutch Poultry Centre. En dan waren er nog een aantal leden die er stonden onder de naam van een partner.  Men zag meer dan 45000 bezoekers langs komen. Wel een teken dat zuid oost Azië nog een groei markt is. 65% van de bezoekers kwamen van buiten Thailand. Het grootste deel daarvan uit China, maar ook in de top 10 zaten bezoekers uit landen als India, Pakistan, Vietnam, Malaysia en Indonesië.

Diverse standhouders die we spraken waren erg positief over de beursdeelname. Men heeft veel goede contacten opgedaan, met een perspectief op succesvolle relaties met potentiele klanten.  Nederland staat nog steeds goed op de kaart als gaat om pluimvee.

DPC heeft onder anderen ook een Seminar georganiseerd over het houden van eenden en dan met de nadruk op het binnen houden van eenden.  De belangstelling was niet overweldigend, dat was ook niet de verwachting vooraf. Maar de vijf inleiders hebben wel de aandacht weten te vestigen op de innovaties die Nederlandse bedrijven in de markt zetten om het binnen gaan houden van eenden succesvol te maken.

Vooraf gaande aan de beurs waren we ook uitgenodigd om met een klein groepje mensen een bezoek te brengen aan het nieuwe hoofdkantoor van Bangkok Ranch. Daar kregen we meer informatie over de productie, de afzet en de consumptie van eenden vlees.

Men is daar erg optimistisch over de ontwikkeling van de eenden vlees consumptie. En dat biedt goede kansen voor diverse leden van DPC.

 

Grote Britse processor en Marel Poultry bundelen hun krachten

15,000 bph greenfield voor Cranswick

Cranswick Poultry PLC heeft de krachten gebundeld met Marel Poultry, die een ultramoderne verwerkingslijn van 15.000 bph in Eye in Suffolk UK zal installeren. Het doel van dit Britse bedrijf is om een ​​van de meest geavanceerde pluimveeverwerkingsbedrijven van Europa te bouwen. Voor deze onderneming is Marel Poultry de ideale partner om alle apparatuur en technologie te leveren, van levende aanvoer tot etikettering.

Cranswick wil het meest efficiënte pluimveeverwerkingsproces in Groot-Brittannië en Europa realiseren en vers vlees leveren aan toonaangevende Britse retailers en andere klanten. Marel Poultry is goed voorbereid en volledig uitgerust om de juiste oplossingen te bieden voor dit ambitieuze project, een ultramoderne fabriek met een capaciteit van 15.000 bph.

Premium kwaliteit
"We zijn vereerd dat we aan Cranswick onze meest geavanceerde technologie en apparatuur kunnen leveren. We zijn ervan overtuigd dat we een prachtige fabriek gaan neerzetten," zegt Arie Tulp, sales en marketing directeur bij Marel Poultry, zegt: "Cranswick wil de hoogste doorvoersnelheden realiseren met een focus op topkwaliteit producten. Dankzij onze nieuwste ontwikkelingen en geavanceerde oplossingen kunnen wij dit waarmaken. We hebben al veel ervaring met 15.000 per uur verwerking en alle benodigde kennis en expertise daarvoor is bij ons in huis.
We hebben ervoor gezorgd dat elke stap in het proces de hoge snelheid aankan. We bieden Cranswick de gelegenheid om optimaal efficiënt te werken, met volledige controle over de kwaliteitsnormen; er is geen ruimte voor compromissen. De gekozen configuratie zal Cranswick zeker in staat stellen om de voornaamste processor van de UK te worden."

Cranswick construction

Nieuwste technologieën
Marel Poultry helpt Cranswick ook om de hoogste dierenwelzijnsnormen te respecteren. De allernieuwste technieken zullen de efficiëntie en diervriendelijkheid naar nieuwe hoogten brengen. Het proces begint met ATLAS, ‘s werelds meest geavanceerde en humane technologie voor levende aanvoer. Hi-tech toepassingen zoals Nuova, LineLink, RoboBatcher, SensorX en Thigh Fillet System zullen eveneens worden geïnstalleerd.

Controle
De SmartWeigher en IRIS weeg- en gradingsystemen van Marel Poultry gaan elk passerend product beoordelen. Samen met Marel Innova Food Processing Software worden gegevens verzameld en wordt volledige traceerbaarheid gewaarborgd. Met de geïntegreerde Innova-oplossing kan Cranswick de real-time status van productie en opbrengst controleren, monitoren en rapporteren.

Meer informatie: marel.com/poultry

VIV ASIA 2019: Holland Inspiration, the next steps for Ducks and other poultry

VIV ASIA 2019 SEMINAR:

Holland Inspiration, the next steps for Ducks and other poultry ..…

putting new concepts for ducks and other poultry  into practise

Dutch Poultry Centre (DPC)  is a non-commercial organisation founded by the Dutch Poultry industry. Serving the poultry planet is the mission of  DPC. In this seminar we will inform the audience about solutions for the most animal-friendly and environmentally- friendly poultry production, based on consumer wishes and introduction of the newest and most efficient technology. Do you want to use the knowledge advantage of Dutch companies? Visit than this seminar.  We present the information by short presentations and possibility for further contact.           

  1. “Animal friendly transport of one-day chicks without lost”, Mr. Gerrit v.d. Linde from ‘Heering Poultry’: 

Transport technology presents new technology for trans port from day old chickens in optimal climate conditions, with special effects for ducks.  

  1. “Ducks get their bath water from a cup”, Mr Danny Kracht from ‘Impex‘:

He presents new technology for keeping ducks inside  a poultry house. How to provide them with water for their bath replicating and stimulating their natural behaviour, which contributes to their health.

  1. “For the highest number of best quality chicks”, Mr. Marc Rijsdijk from ‘Innovatec’:

 About setting up a complete line of hatchery automation especially for ducks. This is a complex task, involving numerous parameters. No two hatcheries are the same. There is no standard solution. He tells how to achieve an automation line which is both ergonomic and produces the highest return on investment for today's hatcheries.

  1. “Packing for transport – Efficiency and animal and nature friendly”, Mr. Jacco Wagelaar from ‘Gi-OVO’:  

 Their designs creates and produces logistic solutions as well as packaging dedicated for the egg industry

  1. “Liquid nutritional supplements for intensive livestock farming of ducks” , Mr. Rob Baltussen from “Kanters”:

 He tells about solutions support animal health, promote animal welfare, and together we improve your business profits with a special focus on ducks.

  1. “Dutch Poultry Centre; The portal to the new world of poultry production”, Mr. Andries de Vries, manager of ‘Dutch Poultry Centre’

 

Date:     Thursday March 14, 2019

Time:    14:30 – 16:30

Place:    BITEC, Room  Silk 4

Pas Reform opent 100-jarig bestaan met feestelijke Nieuwjaarsborrel

In 2019 bestaat Pas Reform 100 jaar! Om het Jubileumjaar feestelijk in te zetten werd op 9 januari jl. een Nieuwjaarsborrel georganiseerd, het officiële startsein voor een reeks van internationale evenementen.

Het is allemaal begonnen in 1919, toen Gerrit Pas zijn eerste broedmachine bouwde; een houten kast op poten, met petroleum gestookte verwarming.

Gerrit had niet kunnen vermoeden dat het Achterhoeks familiebedrijf een eeuw later zou zijn uitgegroeid tot een toonaangevende wereldspeler op het gebied van broederijtechnologie, voor klanten in meer dan 100 landen.

De feestelijke aftrap vond plaats in Zeddam, op de locatie waar Gerrit Pas een eeuw geleden zijn bedrijf begon, en was door middel van een live registratie ook door collega’s in het buitenland te volgen. De Nieuwjaarsborrel werd gestart met het live gaan van een jubileumwebsite en de onthulling van een jubileumlogo.

In zijn openingsspeech nam CEO Harm Langen de genodigden mee naar Pas Reform’s trotse verleden en de doorontwikkeling van het bedrijf tot full-service leverancier van geïntegreerde broederij-oplossingen.

“Pas Reform heeft een zeer goede uitgangspositie voor verdere groei. We blijven onze klanten ondersteunen met een compleet, duurzaam en geïntegreerd producten- en dienstenpakket, waarbij data gedreven oplossingen de broederij een steeds grotere controle over het broedproces zullen geven.

Dank aan onze klanten, (oud-) medewerkers en samenwerkingspartners. Zonder hun vertrouwen hadden we deze mijlpaal nooit kunnen bereiken!”

Voor meer informatie over verleden, heden en toekomst van Pas Reform, zie www.pasrefrom.com

 

pasreform1

 

pasreform2

 

pasreform3

 

pasreform5

 

pasreform6

 

pasreform8

 

Hendrix Genetics werkt samen met Afrikaanse boeren om gewenste kippen te ontwikkelen

Hendrix Genetics ontvangt subsidie van de Bill and Melinda Gates Foundation om de levens van Afrikaanse pluimveehouders te verbeteren.

Hendrix Genetics heeft een meerjarensubsidie van de Bill & Melinda Gates Foundation ontvangen om de pluimveeproductie in Afrika te verbeteren. Hendrix Genetics zal de subsidie gebruiken om als mede-investeerder aanzienlijke middelen te steken in de ontwikkeling van een fokprogramma waarmee rassen moeten worden gefokt die geschikt zijn voor het Afrikaanse klimaat, zodat de toelevering van betere pluimvee-ouderdieren aan kleine Afrikaanse boeren kan worden veiliggesteld.

Tijdens het project, ‘Sustainable Access to Poultry Parental Stock to Africa’ (SAPPSA) geheten, wordt met kleine Afrikaanse boeren samengewerkt om een fokprogramma op maat te ontwikkelen dat toegang biedt tot betere multifunctionele rassen die goed presteren onder uiteenlopende Afrikaanse omstandigheden. Multifunctionele rassen zijn heel belangrijk omdat ze kleine boeren in staat stellen om een consistente inkomstenbron te creëren met zowel eieren als kippenvlees – stuk voor stuk bronnen die voedingsrijke eiwitten bieden voor de groeiende Afrikaanse bevolking.

„We vinden het geweldig dat we onze uitgebreide expertise met het fokken van pluimvee kunnen gebruiken om kleine boeren in Afrika verder te helpen”, aldus algemeen directeur Louis Perrault van Sasso, die vanaf het begin bij het project is betrokken. „We willen met steun van de Foundation verder werken aan een duurzame infrastructuur om gezonde ouderdieren in Afrika te verspreiden.”

Chief Innovation & Technology Officer Johan van Arendonk is trots dat Hendrix Genetics het Afrikaanse continent kan helpen om te voorzien in de groeiende vraag naar voedsel: „Toegang tot betere rassen is heel belangrijk. We zijn er van overtuigd dat we met de gezamenlijke kennis van Hendrix Genetics en Sasso de vastgestelde doelen gaan halen. Sasso is gespecialiseerd in het fokken van verschillend gekleurde kippen en heeft al met succes tal van kippen gefokt die zijn geschikt voor Afrikaanse ecosystemen.”

Het project zal onder leiding staan van projectmanager dr. Naomi Duijvesteijn van Hendrix Genetics. Ze zal nauw samenwerken met andere lopende initiatieven, zoals de World Poultry Foundation en het International Livestock Research Institute (ILRI), die zijn gericht op verbetering van pluimveeproductie in Afrikaanse landen om armoede te bestrijden.

Diergenetica heeft al een belangrijke rol gespeeld bij de verbetering van de duurzaamheid van dierproductie in verschillende werelddelen en zal ook in de toekomst belangrijk blijven. Dankzij de combinatie van het solide duurzaamheidsprogramma van Hendrix Genetics en investeringen zoals het SAPPSA-project ziet de toekomst er goed uit voor landbouw en voedselproductie in Afrika.

Hendrix Gentetics

Nieuwjaarsreceptie DPC-VIV 2019

Boerderij Mereveld in Utrecht was op 9 januari opnieuw het trefpunt voor de  traditionele DPC-VIV Nieuwjaarsbijeenkomst. Het werd een gezellige aftrap van het nieuwe jaar.

DPC voorzitter Jan Wolleswinkel  keek samen met ruim honderd aanwezigen even terug op net afgelopen jaar Daarin bleef de fipronil crisis een belangrijk onderwerp. Vooral de vraag voor velen is wie voor de schade opdraait. Het lijkt er op dat de rechtbank hier uiteindelijk een uitspraak over zal moeten doen. Aan het begin van dit nieuwe jaar blijft de pluimveesector haar aandacht vooral richten op de ontwikkelingen rond de strafmaatregelen tegen Iran. Deze belangrijke markt was weer open om handel mee te drijven maar lijkt na de recente onthullingen over betrokkenheid van de Iraanse overheid bij moordaanslagen in Nederland weer op slot te gaan. Zorgen zijn er ook over het beleid van de Amerikaanse president Trump, maar nog meer over de gevolgen van een eventuele Brexit. “Is het debat in het Britse Lagerhuis over dit laatste politiek of theater?”zo vroeg Wolleswinkel zich af.

In eigen land staan we, volgens de DPC voorzitter, voor de grote vraag hoe we invulling kunnen gaan geven aan de opdracht van de Minister van Landbouw om meer uit te gaan van kringloop landbouw en minder afhankelijk te worden van de import van veevoeder grondstoffen. Dit onderwerp is uitvoerig besproken tijdens de eindjaarsbijeenkomst en zal nu verder door vertegenwoordigers uit de diverse geledingen van de Nederlandse landbouw verder moeten worden uitgewerkt. Belangrijk daarbij is welk duurzaam verdienmodel daarbij kan worden gevonden.

VNU Exhibitions beursmanager Ruwan Berculo wees de aanwezigen op de komende VIV-Asia. Deze vakbeurs in Bangkok, Thailand, is ondertussen een van de belangrijkste vakbeurzen voor de veehouderij in de wereld. Naast de gebruikelijke Netwerk-borrlel en Seminars gaat de VIV in samenwerking met het DPC veel aandacht vragen voor de Nederlandse pluimveeindustrie. Er zal met name veel aandacht zijn voor innovatie, waarbij 5 Nederlandse pluimveehouders worden ingevlogen om hen te laten vertellen hoe wij in Nederland deze uitdagingen tegemoet treden. Zij moeten het Nederlandse product op de kaart zetten en worden daarbij begeleid door frontvrouw Hennie de Haan.

Broiler Meat Signalen

Een bijzonder moment werd op deze Nieuwjaarsbijeenkomst ingeruimd voor de overhandiging van het eerste exemplaar van het boek ‘Broiler Meat Signals’ door de schrijvers Piet Simons en Wim Tondeur aan Gert Jan Oplaat, voorzitter van de Nepluvi. Dit boek is al de achtste loot in de serie pluimvee signalen uitgegeven door het DPC lid Uitgeverij Roodbont. Het boek beschrijft op een onderhoudende en goed geïllustreerde manier de productie van pluimveevlees van ei tot vlees (-producten). Oplaat nam het boek met graagte in ontvangst. Hij bestelde er gelijk maar 10 bij voor zijn relaties en riep de aanwezigen op het zelfde te doen. Uitgever Ton Van Schie bedankte de schrijvers voor hun tomeloze inzet om dit nieuwe boek er prachtig uit te laten zien met het overhandigen van een boeket bloemen.  

Na de toost op het nieuwe boek en het nieuwe jaar was er ruimschoots de gelegenheid voor alle aanwezigen, onder het genot van een hapje en drankje, om elkaar een goed Nieuwjaar toe te wensen en afspraken te maken voor een goede samenwerking.

DSCF7575

 

foto1

Eindejaarsbijeenkomst 2018: Kringlooplandbouw is de toekomst voor Nederland

De toekomst van de Nederlandse landbouw wordt volgens de Minister van Landbouw bepaald door een betere beheersing van en balans tussen de in- en uitstroom van eiwitten en mineralen én het reduceren van de belasting op het milieu en woonomgeving.  Door kringlooplandbouw te omarmen ziet zij mogelijkheden. Tijdens de eindejaarsbijeenkomst van het DPC werd nader uitleggegeven over die mogelijkheden en ook de onmogelijkheden.

Met de recente presentatie van haar toekomstvisie “Nederland als koploper in kringlooplandbouw” heeft  Minister Schouten van LNV de landbouwsector aan het werk gezet. Ze wil er een beweging mee op gang brengen die er voor zorgt dat alle geledingen van agrarisch Nederland zich bewust wordt van het belang van een voedselproductieproces die een minimale belasting van het milieu vormt. Processen die maximaal gebruik maken van nabij verkrijgbare grondstoffen en een minimum aan reststoffen achter laten. Het DPC nam die uitdaging aan en liet drie inleiders tijdens de jaarlijkse eindejaarsbijeenkomst hun licht laten schijnen op de betekenis van circulaire voedselproductie voor pluimveesector.

Voorzitter Jan Wolleswinkel verwelkomde op donderdag 22 november een vijftigtal leden in De Westerbouwing in Oosterbeek om mee te denken over dit onderwerp. Als eerste inleider trad Mark de Bode op.  Als representant van het Ministerie van LNV zette hij uiteen wat de bedoeling van de minister is en hoe zij dat doel denkt te realiseren. Vooropgesteld, zo benadrukte De Bode, is het de minister te doen om de producenten niet nog meer te belasten, maar er voor te zorgen dat ze een eerlijke prijs voor hun producten krijgen. Het ministerie zal de noodzakelijke veranderingen voor zover mogelijk regisseren en faciliteren. Via gesprekken met belanghebbenden zal een plan van aanpak voor de realisatie van kringlooplandbouw moeten worden geformuleerd. Dat plan moet concrete doelen op specifieke thema’s (bodem, klimaat, mest, dierwelzijn, synergie landbouw en natuur, etc.) bevatten en moet begin 2019 gereed zijn.  De hamvraag hierbij volgens De Bode is: ‘Hoe gaan we de samenwerking in de voedselketen zo organiseren dat we over een aantal jaren trots aan de maatschappij kunnen laten zien dat we de kringloop in praktijk hebben gebracht. En meer nog dat we op een duurzame en emissie arme manier nog steeds lekkere en veilige producten voortbrengen en daarvoor ook de waardering krijgen’.

Brabant is te klein

Jan Buys, de tweede spreker, is in de provincie Brabant al een aantal jaren bezig met het terug dringen van emissie problemen en een visie te ontwikkelen voor het realiseren van circulaire landbouw.  De provincie wil snel naar een landbouw die geen schade toebrengt aan de bodem, de lucht, de natuur en de mens. Buys gaf daarbij aan dat de belangrijkste vraag is of we de landbouw  willen behouden en zo ja, dan moet we heel snel aan het werk en zorgen voor een maatschappelijke waardering. De uitdaging bij de kringlooplandbouw ligt naar zijn mening in het in balans brengen van vraag en aanbod. Buys: “We hebben ons in Brabant goed gerealiseerd dat de provincie een te klein gebied is om de kringloop visie op los te laten, wellicht moeten we ons daarbij richten op Noordwest Europa of een nog groter gebied.” De pluimveehouderij doet het volgens Buys goed op het gebied van dierenwelzijn, CO2-footprint en innovatie, maar heeft nog uitdagingen met betrekking tot fijnstof en geur alsook de afhankelijkheid van soja importen en de circulariteit ten aanzien van mest.

Lekken verhinderen circulariteit

Bij de voornoemde uitdagingen kan Theun Vellinga van Wageningen Universiteit en Research, de derde spreker, zich wel aansluiten. In Europees verband zal volgens hem meer moeten worden gedaan om minder afhankelijk te worden van de import van eiwitbronnen door meer zelf te gaan produceren. Dat kan door meer braakliggend land te benutten, de productiviteit van eiwithoudende gewassen te verbeteren, reststromen zoals diermeel en swill toe te laten, en de inzet van synthetische aminozuren en algen en zeewieren te vergroten.

 Hij plaatst echter nog al wat kanttekeningen bij de agrarische kringloop gedachte omdat de consumenten stromen niet meedoen en daarmee een lek in het systeem veroorzaken.  De in- en uitstroom van eiwitten en mineralen voor de landbouw  is redelijk te controleren, maar zodra de uitstroom in de consumentenstroom over gaat is er weinig zicht op waar die eiwitten en mineralen vervolgens naar toe gaan en of (en in welke mate) die terugvloeien in de kringloop. Daarmee, zo stelde Vellinga, kan de landbouw nimmer circulair zijn.

Willen we toch vooruitgang boeken op het gebied van circulariteit dan, zo benadrukt hij, zullen we met zijn allen de kringloop in omgekeerde volgorde moeten gaan benaderen. Met dat achteruit denken krijgen de leveranciers de opdracht om eisen te stellen aan de circulariteit en footprint van de aan hen geleverde grondstoffen. Pas dan kunnen veehouders via hun inkoopvoorwaarden de stikstof en fosfor benutting optimaliseren.

De inleidingen gaven voldoende stof tot discussie en zoals Jan Wolleswinkel in zijn bedank en slotwoord zei: “Voldoende stof tot nadenken en er is veel werk aan de winkel.”  De eindejaarsbijeenkomst werd afgesloten met een gezellige nakout  en een uitnodiging voor de Nieuwjaarsborrel op woensdag 9 januari in Boerderij Mereveld in Utrecht.

 

Businesspotentie in India, maar heb geduld

De pluimveemarkt in India is volop in beweging. Kijkend naar de toekomst liggen daar vele mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen. De binnenlandse markt is vertoont een sterk groei mede omdat de overheid in zet op zelfvoorziening. Voor veel bedrijven liggen er kansen maar verwacht niet dat je er snel zaken kunt doen.

Wie geduld heeft in zaken doen heeft goede kansen om succesvol te zijn in India. Dat bleek tijdens het rondetafel gesprek op 27 september in het Poultry Expertise Centrum in Barneveld. Deze bijeenkomst voor DPC-leden was belegd in samenwerking met het Nederlands Business Support Office (NBSO)  in Hyderabad, India. Dit bureau heeft in opdracht van het DPC een strategie geschreven over hoe de Indiase markt het best benaderd kan worden om succes te hebben. De Trade and Investment Commissioner van het NBSO, de heer Ajay Justin Odathekal, presenteerde het rapport en schetste  de grote mogelijkheden die het immens grote land India te bieden heeft, zeker op het gebied van de pluimveehouderij. Het land heeft 1,33 miljard inwoners en is wat de dierlijk eiwit behoefte betreft vooral aangewezen op vis en pluimvee. De Indiase economie groeide vorig jaar met 6,7 procent en zal naar verwachting dit jaar 7,3 procent bedragen.

Zelfvoorziening

In India is de consumptie van eieren per hoofd van de bevolking de afgelopen 5 jaar gestegen van 30 naar 68 eieren per jaar en de consumptie van pluimveevlees steeg van 400 naar 2500 gram per jaar. Voedingsdeskundigen adviseren echter een minimum van 180 eieren en 2500 gram vlees voor een gezond volwassen mens.  Op dit moment ligt de jaarlijkse pluimveevleesproductie van India ligt op ongeveer 3,8 miljoen ton(3000 slachtkuikens) en de eierenproductie op 88,1 biljoen stuks ofwel bijna  4 miljoen ton van 260 miljoen leghennen. Deze volumes zullen door de toenemende welvaart en de groeiende midden klasse in de komende jaren sterk moeten groeien om aan de binnenlandse vraag te kunnen blijven voldoen, zo zei Dr. R.N. Chatterjee, directeur pluimveeonderzoek van het Indian Council for Agriculture Research (ICAR) in zijn presentatie. Hij benadrukt dat de Indiase overheid een sterke nadruk legt op zelfvoorziening en het stimuleren van backyard farming. Dat geldt zowel voor de voedsel- als wel voor de voervoorziening. Bovendien streeft ze naar het verdubbelen van de inkomens in de landbouw.  Het implementeren van nieuwe technologieën staat hoog in het vaandel van de overheid, maar merkt daarbij ook dat dierwelzijn en milieu niet uit het oog mogen worden verloren. De consumenten stellen meer en meer vragen en hebben zo hun eisen. Om aan een groeiende vraag te kunnen blijven voldoen zal meer kennis en ondersteuning nodig zijn. Dat biedt volgens Dr. Chatterjee vooral voor bedrijven actief op het terrein van voeding, gezondheid en huisvesting kansen.

Schakel locals in

Waar vele jaren terug de pluimvee-industrie zich het meest ontwikkelde in het Midden en Noorden van India zien we in de laatste decennia een verschuiving naar het klimatologisch mildere zuiden (Fig. 1 en 2) . Bij die ontwikkeling maken Indiase ondernemers graag gebruik van Nederlandse kennis. Vooral op het gebied van diervoeding scoren de Nederlanders goed om dat ze zeer goed ingewijd zijn in het gebruik van uiteenlopende  voergrondstoffen. Met die boodschap stak Selvan Kannan, voormalig directeur van Trouw Nutrition in India, de Nederlandse veevoer deskundigen een pluim op de hoed. Maar zei tegelijk dat men niet erg bereid is om voor die kennis te betalen, omdat de kosten veelal te hoog zijn.

Kannan benadrukte dat  India een continent is met 23 talen en veel dialecten. Elke regio heeft een andere cultuur en daarom moet je de locale business taal en gewoonten kennen voordat je er zaken kunt doen. Het kopiëren van strategieën van het ene land of streek naar het andere gaat niet werken, en daarom is het zinvol om locals in te schakelen bij het ontwikkelen van nieuwe markten. Accepteer daarbij dat ‘ja’ niet altijd ‘ja’ is en dat een contract altijd beschouwd wordt als een document dat veranderd kan worden. Het meest belangrijk voor zaken doen in India is volgens Kannan is dat je gebruik maakt van een boekhouder die zowel de Indiase wet als de Nederlandse wet kent. Daarnaast moet je je goed verdiepen en de werkelijke vraag van de klant en bereid zijn jouw service en producten aan te passen aan de locale condities. Let wel, zo beklemtoonde hij, India biedt vele kansen, maar neem de tijd en verwacht geen snel succes.

Figuur 1: De vleeskuiken productie In India is merendeels geconcentreerd in 5 deelstaten, samen hebben ze >50% van de nationale productie

 

Figuur 2: De eierenproductie in India is merendeels geconcentreerd in 3 deelstaten, samen hebben ze 50%+ van de totale productie

DPC ondersteunt conferentie Eendenhouderij in China

Voorafgaande aan de VIV- China organiseerde de Chinese organisatie voor eendenhouderij  op 16 september j.l. de “First VIV-Conference between China and the Netherlands on healthy breeding of Duck”.  Dutch Poultry Centre was door de organisatie gevraagd om mee te denken in de dag opzet en een aantal sprekers aan te dragen.

Het werd een dag vullend programma met o.a. 5 Nederlandse sprekers vanuit de DPC leden. Daarnaast was er een levendig discussie forum.  Er werden ongeveer 100 bezoekers verwacht maar het werden meer dan 250 bezoekers. Voor de deelnemende bedrijven ook een mooi platform om zich te presenteren. De aftrap aan het begin van het congres werd trouwens mede gedaan door het DPC bestuurslid Ruwan Berculo van de VIV.

De Chinese overheid wil de eenden houderij op een aantal punten verbeteren. Dan gaat het om de milieu aspecten, medicijn gebruik,  de voedselveiligheid en ecologische aspecten van de houderij.

Dat betekent o.a. dat de eenden naar binnen moeten. De houderij buiten levert een enorme belasting van het milieu op.  Diverse onderzoeken werken gepresenteerd over de manier waarop de dieren dan het beste gehouden kunnen worden. Daaruit kwam de houderij in kooien net iets beter uit dan grondhuisvesting. Op het punt van medicijngebruik en voedselveiligheid leveren die ook een plus op.

De DPC leden presenteerden zich ook als ware probleem oplossers. Ze focusten zich vooral op minder sterfte en beteren resultaten in diverse processen, zoals de productie van broedeieren, het transport van eendaags kuikens, de huisvesting en het slachtproces . Dat leidt tot minder verlies en betere groei  en daarmee ook tot verbetering van de aspecten waar de Chinese overheid de sector toe wil aanzetten. Naast de verbetering van de houderij werd vanuit één van de DPC leden ook het verwerken van mest naar voren gebracht. Mest is dan geen probleem meer maar een nuttig product.

De organisatie van deze conferentie is, gesterkt door de grote belangstelling, zeker van plan om ook een tweede conferentie te organiseren.  Wanneer dat gaat gebeuren is nog onderwerp van gesprek, alhoewel al met DPC is gesproken over haal deelname aan het vervolg.

eendenseminar 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

eendenseminar 3

Romijnlezing 10 oktober 2018 in Nieuwspoort

Op 10 oktober 2018 vindt de Romijnlezing plaats. U kunt zich aanmelden voor de Romijn Lezing bij het secretariaat van de WPSA NL: secretariaat.WPSA@upcmail.nl. U kunt kosteloos deelnemen, maar aanmelden is noodzakelijk i.v.m. de beschikbare ruimte.

Programma 4de Romijn Lezing

10 oktober 2018 in “Nieuwspoort”, Lange Poten 10, 2511CL Den Haag

Thema: “Wees nou eens eerlijk” ‘Tijd voor een discussie over duurzaamheid van kip en ei.

13:30-13:35        Introductie Simon Rozendaal (Wetenschapsjournalist )

13:35-13:55        Prof. Edith Feskens, Wageningen University & Research: Waarde pluimveevlees en eieren in de humane voeding.

13:55-14:15        Drs. Kiki Kersten, Cargill:  De carbon footprint van pluimveevoer; wat zijn de mogelijkheden?

14:15-14:40        Prof. Bas Rodenburg, Universiteit Utrecht: Welzijnsvriendelijk op te grote voet? Hoe we dierenwelzijn, productiviteit en CO2 footprint kunnen verenigen.

14:40-15:10        Pauze

15:10-15:35        Drs. Wouter van der Weijden, Centrum voor Landbouw en Milieu: Overleven vergt samenwerking

15:35-16:00`      Ir. Jeen Akkerman, JEEN Bureau voor communicatie: Communicatie met impact= een goed verhaal goed vertellen

16:00-16:25        Jaco Geurts, CDA Tweede Kamerlid: Hoe bepaalt de overheid de balans tussen efficiënte voedselproductie, dierenwelzijn en milieu

16:25-16:45        Discussie en sluiting Simon Rozendaal met take-home message

16:45-17:45        Napraten onder het genot van een hapje en een drankje

Kennis en ervaring van Bolidt applicatieteams internationaal gewaardeerd

Na eerder Bolidt-vloeren in de Filippijnen te hebben aangebracht, mochten de gespecialiseerde applicatieteams van Bolidt nu aan de slag bij Marcela Farms Incorporated (MFI). MFI is een conglomeraat van uiteenlopende bedrijven, die actief zijn in de landbouw, aquacultuur en industrie. Nadat MFI kennis had gemaakt met Bolidt-vloeren bij anderen projecten in de Filipijnen, werd Bolidt gevraagd voor de vloersystemen voor de pluimveebroederij en slachterij van MFI.

Vis, garnalen, vlees en pluimvee

Marcela Farms Incorporated is een onderneming die 100% Filippijns eigendom is. De activiteiten van MFI laten zich categoriseren in de hoofdgroepen vis, garnalen, vlees en pluimvee. Het bedrijf wordt gedreven door de visie om een actieve rol in de industrie te spelen, voedselzekerheid te verzekeren en werk te genereren. Naast grote viskwekerijen, boerderijen, broederijen, slachterijen en een veevoederbedrijf beschikt MFI over de enige EU-geaccrediteerde verwerkingsfabriek. De producten van MFI worden dan ook verwerkt onder strikte naleving van het HACCP-kwaliteitssysteem, Good Manufacturing Practices (GMP) en Sanitation Standard Operating Procedures (SSOP).

Internationale spelers

Bolidt is gespecialiseerd in vloersystemen voor de pluimvee-industrie en is gewend om projecten over de gehele wereld uit te voeren. Eerder kozen andere internationale spelers als Bell & Evans (V.S.), Probroed & Sloot (NL), Cobb-Vantress (V.S.) en Aviagen Broiler Breeders (V.S.) al naar tevredenheid voor de innovatieve vloersystemen van Bolidt. Deze referenties, samen met de Bolidt-vloeren bij andere projecten in de Filippijnen, gaven MFI meer dan voldoende vertrouwen om ook voor Bolidt te kiezen.

Naadloos en poriëndicht

Net als in de genoemde broederijen adviseerde Bolidt MFI om te kiezen voor het Bolidtop® 700 vloersysteem. De strenge HACCP-regelgeving, het gebruik van hogedrukspuiten, reinigingsmiddelen en de intensieve belasting van de vloeren zijn hiervoor de belangrijkste redenen. Omdat het vloersysteem vloeibaar wordt aangebracht, is het geheel naadloos en poriëndicht. Bacteriën krijgen geen kans om zich te nestelen in de vloer. Een geruststellende gedachte, want een uitbraak van ziektes door bacteriën is zo’n beetje het ergste wat een pluimveebedrijf kan overkomen. Ook het onder alle omstandigheden stroeve karakter van Bolidtop® 700 is een belangrijk pluspunt. Dat verkleint de kans op uitglijden en verhoogt de veiligheid van medewerkers.

Gespecialiseerde applicatieteams

Ondanks de grote fysieke afstand tussen de Filippijnen en het Bolidt hoofdkantoor in Hendrik-Ido-Ambacht, is het project uitstekend verlopen. Dat is mede te danken aan de internationale scope van Bolidt en het feit dat alles – van ontwikkeling tot en met productie – onder één dak gebeurt. De eigen gespecialiseerde applicatieteams, die voor projecten overal ter wereld worden ingevlogen, zorgen er daarnaast voor dat de vloersystemen perfect worden aangebracht en dat de hygiëne in het productieproces voor vele jaren is gegarandeerd.

Na 35 jaar maakt de CEO van familiebedrijf Colubris Cleantech ruimte voor nieuwe generatie

Na 35 jaar maakt de CEO van familiebedrijf Colubris Cleantech ruimte voor nieuwe generatie. Oprichter Gertie van den Hurk draagt de rol van algemeen directeur, CEO, per 1 september over aan Frank Tillmann. Hijzal zich niet meer richten op het dagelijks bestuur, maar blijft zich als ondernemer/eigenaar van Colubris Cleantech bezighouden met de verdere groei van de onderneming. Hij bereikte onlangs de leeftijd van 65 en vindt dat het tijd is voor een nieuwe generatie leiders, zodat opgebouwde kennis en gedreven jonge mensen met nieuwe inzichten elkaar kunnen aanvullen.

Familiebedrijf

Colubris Cleantech houdt zich bezig met het zuiveren van afvalwater, afval recycling en bioresource oplossingen. Het bedrijf is in 1984 opgericht door Gertie van den Hurk. Hij kwam er al snel achter dat hij niet alles in zijn eentje kon doen. Het Achterhoeks bedrijf groeide uit van eenmanszaak tot wereldwijde speler op het gebied van milieutechnologie. Colubris is een echt familiebedrijf: Zoon Dennis (27 jaar werkzaamin het bedrijf), is actief als operationeel verantwoordelijke. Dochter Reggy (22 jaar werkzaam), is verantwoordelijk voor de communicatie en is teamleider van het secretariaat. Zoon Joey is actief als ondernemer en is verantwoordelijk voor marketing bij verschillende initiatieven. Tevenszal hij zich net als Gertie richten op diverse vormen van innovatie bij Colubris.Gertie: “De werknemers vormen al vanaf het begin de ruggengraat van de familie. De grootste kracht zit hem ook in de mensen om ons heen. Daar draait het bij ons in het ondernemerschap vooral om”.

Samenwerking

Het bleek op korte termijn nog niet mogelijk om binnen eigen gelederen een algemeen directeur/CEOopvolger te vinden. Na een lange zoektocht heeft Colubris in Frank Tillmann een ervaren man gevonden, die de rol van dagelijks bestuur op zich zal gaan nemen. Frank: “We hebben elkaar gevonden in visie en gelijke inzichten”. “We zullen daarbij ook samenwerking zoeken met externe partijen die ons kunnen versterken”. Samenwerking en continuïteit zijn cruciaal. De slogan is dan ook niet voor niets: Let’s close the loop together.

Zonnige jaarlijkse BBQ een mooi seizoensslot

De jaarlijkse BBQ van het DPC in het Pluimveemuseum in Barneveld werd een mooie afsluiting van een enerverend seizoen. Veel leden, inclusief de nieuwe, hebben genoten van de goede sfeer, de drankjes en de wederom goed voorziene barbecue.

De eerste woensdag van juli was dit jaar een geschikte dag om de jaarlijkse DPC-BBQ te organiseren. Mooi weer en een gezellig aantal deelnemers. Voorzitter Jan Wolleswinkel was dan ook blij om iedereen na een geslaagde VIV opnieuw in een goede stemming te zien. Ook omdat er de nodige nieuwe leden te verwelkomen waren, zoals: Avivet ( Lunteren ), Veterinair Centrum Someren (Someren), Poultry vets (Ell), Van den Brink Montage ( Lunteren), VAV conveyors (Katwijk), Agruniek Rijnvallei (Barneveld/Wageningen), Muller Beltex (Pijnacker), Van Mourik groep (Ede), Dosers (Tienray), Farmresult (Wierden), Palital Feedadditives (Velddriel) en Vet effect ( Bilthoven). In zijn openingswoord ging Wolleswinkel niet te veel ion op wat er het afgelopen seizoen zoal door het DPC was gedaan. Maar liet wel merken dat hij tevreden was over de uiteindelijke conclusies in het eindrapport over de fipronil-affaire en hoopt dat de eiersector daarmee weer vooruit kan, ook al zijn er nog de nodige problemen op te lossen.

Terugblik op de VIV

DPC bestuurslid Ruwan Berculo gaf nog even een snelle terugblik op de VIV. Hij stelde dat de Nederlandse Pluimvee-industrie hier heeft laten zien wat we te bieden hebben. Ze heeft ook laten zien dat we oog hebben voor de veelheid van maatschappelijke issues en dat we hard op weg zijn om oplossingen aan te dragen. Het project Kip van Oranje was daar een prachtig voorbeeld van. Iedereen die de beurs op ging heeft bij de ingang kennis kunnen maken met een veelheid aan nieuwe concepten, concepten die de sector een nieuw elan kunnen geven. Toch was Ruwan niet op alle fronten even tevreden. Hij miste bij de bezoekers vooral de Nederlandse pluimveehouders en vertegenwoordigers van de veevoerindustrie en andere toeleverende bedrijven. Opvallend was, zo zei hij, dat van de 160 deelnemers aan een gelijktijdig gehouden congres slechts 20 de beurs hebben bezocht. Hij vraagt zich dan ook af hoe dat komt. Waarom maken ze die stap niet? Hebben we de boer uit het oog verloren soms? Jan Douwe van der Ploeg (vh WUR) gaf in zijn laatste Foodblog ook aan dat de industrie de boer buitenspel zet door de technologie op de voorgrond te plaatsen. In China is dat naar zijn mening net andersom. Of dat zo is laten we in het midden, maar Ruwan gelooft wel dat we de boer weer meer centraal moeten stellen en dus hem terug brengen naar het hart van de business. En daarom blijft de VIV de initiatieven van Kip van Oranje ondersteunen. VIV China en VIV Asia komen er aan en ook daar gaat VIV hen een platform geven. Ruwan hoopt dat het Nederlandse bedrijfsleven dit ondersteunt en meegaat doen. Deze woorden waren voer voor discussie tijdens de BBQ. Ze vormden samen met de voortreffelijke spijzen van de grill en drankjes voor een aangename afsluiting van een mooi DPC activiteiten jaar.

Inkomende handelsmissie Sri Lanka

Graag informeren wij u over het bezoek van een pluimvee-handelsdelegatie uit Sri Lanka aan Nederland.

Op maandag 18 juni zullen in totaal 23 delegatieleden, 10 middelgrote pluimveebedrijven (legboerderijen en vleeskuikenbedrijven) en 13 dierenartsen, uit verschillende segmenten binnen de pluimveesector uit Sri Lanka aanwezig zijn tijdens het seminar en matchmakingevent in Barneveld. Deze delegatie is op zoek naar de nieuwste producten en kennis op het gebied van duurzamere productie binnen de pluimveesector. Deelname aan het seminar en matchmaking event met individuele gesprekken biedt u mogelijk kansen.

In Sri Lanka is in de afgelopen jaren de vraag naar pluimveeproducten sterk toegenomen. Lokale producenten kunnen tot nu toe aan deze vraag naar kippenvlees en eieren voldoen. In toenemende mate is het echter voor de producenten moeilijker geworden om concurrerend te blijven, uit te breiden ten behoeve van de export en op de lange termijn duurzaam te produceren. Hierdoor moet de kwaliteit van producten, voedselveiligheid en duurzaamheid in de hele pluimveeketen naar een hoger niveau gebracht worden.

Wilt u in contact komen met de delegatie? Dat kan tijdens het seminar en/of matchmaking event op maandag 18 juni (van 12.30 – 16.30 uur) in het Nederlands Pluimveemuseum in Barneveld (Hessenweg 2A, 3771 RB Barneveld). Aansluitend zal er een netwerkborrel plaatsvinden. Aanmelden voor het seminar en/of matchmaking kan door het aanmeldformulier te sturen aan info@nec.nl (t.a.v. Dyon Zwijnenburg). Aanmelden kan tot 8 juni 2018.

Meer informatie over dit Matchmaking Event kunt u vinden op: https://nec.nl/agenda/17-tm-23-juni-handelsmissie-sri-lanka-pluimvee/

Fancom heeft grote ambities

Tijdens het DPC-Marktcafé bij Fancom kregen de aanwezigen een kijkje achter de schermen van dit automatiseringsbedrijf. Ze konden zich verwonderen over de ontwikkelingen die het bedrijf heeft door gemaakt en over de ambities voor de komende jaren.

Ruim 50 leden en belangstellenden van het DPC kwamen op 21 maart naar het DPC-Marktcafé bij Fancom in Panningen. Ze werden welkom geheten door DPC voorzitter Jan Wolleswinkel en Fancom directeur Paul Smits. Deze laatste gaf een korte uiteenzetting van het ontstaan en de plannen van het bedrijf en refereerde daarbij aan de ontwikkelingen in de sectoren waarin het bedrijf actief is. Vorig jaar vierde Fancom haar 40 jarig bestaan. Peter Wijnen begon in 1977 in Beringe met het maken van computers voor de tuinbouw. De vraag rees al gauw of deze systemen ook in de veehouderij toegepast konden worden. In 1979 werd dan ook de eerste pluimvee klimaatscomputer geïntroduceerd. Grote stappen werden gezet toen de varkenssector belangstelling voor automatisering kreeg. Daardoor is deze sector vele jaren de belangrijkste omzet generator voor het Fancom geweest. Tot vorig jaar, toen nam de pluimveesector het stokje over en zorgt nu voor meer dan 50% van de omzet.

Voortvarende groei

Pluimvee is volgens Paul Smits toonaangevend voor wat betreft innovaties en dan in het bijzonder met het integreren van dataverwerking tussen alle schakels in de keten. Hij is er trots op directeur van zo’n innovatief bedrijf te zijn waar mensen graag en vele jaren (gemiddeld 18 jaar) willen blijven werken. Vorig jaar is het 40 jarig jubileum van één medewerker gevierd en dit jaar is er weer een medewerker 40 jaar bij het bedrijf. De gemiddelde leeftijd van de werknemers is mede door de groei nu aan het dalen, want de nieuwe generatie it-ers begint zich in het bedrijf te interesseren. Fancom heeft sinds 1986 zijn hoofdvestiging in Panningen. Daar in het hoofdkantoor vindt men nu R&D, sales, marketing, administratie en operation. In een naast gelegen pand is productie en opslag gehuisvest. Dit pand is in 2015 betrokken en lijkt volgend jaar al weer te klein te zijn. Of dat tot een uitbreiding in Panningen leidt is niet zeker. Mogelijk wordt een deel van de opslag en productie naar het buitenland verplaatst. Het grootste deel van Fancom’s activiteiten liggen reeds via verkoop ondersteunende distributeurs in meer 60 landen.

Schaalvergroting nodig

Vooraf aan de rondleiding ging Product Manager Poultry Systems John van Helden nog even dieper in op de historie in en schetste de recente ontwikkelingen binnen de onderneming. Door het succes van Fancom werd internationale interesse gewekt, wat in 1997 leidde tot een overname door het Amerikaanse bedrijf CTB. Intussen is Fancom een intensieve samenwerking aangegaan met de Universiteit in Leuven en de HAS in Den Bosch om hun systemen intelligenter te maken en verder te ontwikkelen voor de praktijk van de veehouderij van de toekomst. De vraag naar dierlijke eiwitten zal wereldwijd sterk toenemen en dat vraagt om schaalvergroting. Maar dan wel, volgens Fancom, op een verantwoorde en duurzame manier waarbij transparantie, voedselveiligheid en dierenwelzijn kunnen worden gewaarborgd. Daarom wil Fancom voor haar klanten optimale condities creëren door hun systemen voor klimaatbeheersing, voerautomatisering, biometrie en data management zodanig op elkaar af te stemmen dat ze elkaar versterken. Biometrie krijgt daarbij de komende jaren veel aandacht omdat daarmee, met behulp van slimme sensoren, zicht- en hoorbaar diergedrag kan worden gemeten waardoor ongewenste gezondheids- en welzijnsaspecten in een zeer vroeg stadium kunnen worden waargenomen en gecorrigeerd. Door inzet van meerdere slimme automatiseringssystemen wordt het mogelijk om veel data te genereren welke via data analyse ondernemers informatie kan verschaffen die de bedrijfsvoering verder kan optimaliseren. En daarin ziet Fancom een belangrijke taak voor zich weggelegd.

De rondgang door het bedrijf ondersteunde de introducties en gaf een goede indruk van het gecompliceerde karakter van een automatiseringsbedrijf in de veehouderij. Tijdens de aansluitende netwerkborrel werd daar nog intensief over door gepraat.

DPC conference tijdens VIV MEA 2018

Van 5 februari  tot en met 7 februari  2018 vond voor de tweede keer door VNU Exhibitions georganiseerde VIV MEA plaats in Abu Dhabi.  De beurs is een belangrijke springplank naar het Midden Oosten.  Veel leden van DPC waren op de beurs vertegenwoordigd.

Onder de naam:  “Dutch innovations for more profit of your poultry business” organiseerde DPC in samenwerking met de Nederlandse Ambassade een conferentie waarbij de Nederlandse innovaties in de pluimveeketen aan het lokale publiek werden gepresenteerd.

Jan Wolleswinkel, voorzitter van DPC, verwelkomde de gasten. Vervolgens was het de beurt aan de landbouwattaché, Hans van Beek. Hij gaf aan hoe belangrijk Nederland is voor de pluimveesector.

Jan Hulzebosch, relatiemanager van DPC, hield een inleiding over de innovatiekracht van de Nederlandse pluimveesector. Innovatie is onontbeerlijk voor de ontwikkeling van nieuwe producten, processen en diensten. Het is bewezen dat bedrijven die investeren in innovaties op de lange termijn de beste resultaten behalen. Nederland staat internationaal bekend om zijn innovatiekracht in de Pluimveesector. Jan noemde een aantal voorbeelden van Nederlandse bedrijven die hier hun sporen hebben verdiend.  Op alle deelgebieden zijn er ontwikkelingen, zoals op het gebied van de gezondheid, het milieu, dierenwelzijn, superfood. Kortom Nederland is een leidende natie op het gebied van Innovatie.

Namens Hatchtech BV, gaf Eric Hemink een presentatie over “Early Feading”. De perfecte start van het broedproces. Hatchtech heeft “ Early Feeding and early drinking”  geïntroduceerd.  Een van de kernpunten is het reduceren van antibiotica. Eric schetste een beeld van de ontwikkelingen in de broederij sinds 1957.  Er heeft een enorme omslag plaatsgevonden.  Het systeem van vroeg water en voer geven gaat zeker bijdragen tot nog betere resultaten. Aan de hand van een aantal voorbeelden liet Eric deze revolutionaire ontwikkelingen zien.  

Krish Gobardhan van Jansen Poultry Equipment vertelde over het belang van een goede huisvesting .

De sleutel tot een succesvolle productie van broedeieren zijn de mechanische legnesten. De broederij vraagt schone eieren met lage bacterie risico’s, ongewassen en geen breuk. Het “ Roll-awaynest” biedt hiervoor de oplossing. Ook wordt het probleem van vloereieren nagenoeg voorkomen.

Vervolgens was de focus gericht op de gezondheid. Marc Spackler van Intracare gaf het belang aan van het voorkomen van stress en hoe dat kan worden bereikt. Hij schetste aan de hand van een aantal sheets  hoe Intracare een oplossing kan aanbieden voor dit probleem.

Het drogen van kippenmest met name in (sub)tropische gebieden is heel belangrijk. Over dit onderwerp hield Henk Haaring van Dorset Green Machines een aansprekend verhaal. De ontwikkelingen staan niet stil en Dorset  heeft bewezen dat er goede resultaten kunnen worden behaald.

Erik Hoekstrstra van Heering Holland wees op het belang van zorgvuldig transport van eendagskuikens. Dit kan bijdragen tot veel betere resultaten. Transport van kuikens neemt slecht een korte tijd in van het hele broedproces, maar het heeft wel grote invloed. Het is daarom belangrijk tijdens het transport  maatregelen te nemen die er toe bijdragen dat deze invloeden worden beperkt. Heering biedt hiervoor een aantal goede oplossingen.

Tenslotte was het woord aan Karel de Waal van Meyn Food . Innovaties in het hele poultry proces zijn van essentieel belang voor de hele sector. Meyn levert maatwerk op het gebied van huisvesting.

Ondernemers staan voor uitdagingen  op het gebied van kwaliteit, voedselveiligheid, kosten, arbeid, milieu, dieren welzijn en natuurlijk  financiële resultaten. Meyn biedt een aantal innovatieve oplossingen die tegemoet komen aan deze uitdagingen.

Jan Wolleswinkel bedankte de sprekers voor hun inspirerende inleidingen . De Nederlandse Pluimvee industrie is leidinggevend in de wereld en is voortdurend bezig met het zoeken naar verbeteringen. De sprekers hebben hier een goed beeld van gegeven.

 

 

Vrolijk het nieuwe jaar in

Traditioneel werd ook dit jaar het nieuwe jaar voor het DPC, in samenwerking met de VIV, ingeluid met een receptie op woensdag 10 januari in Boerderij Mereveld te Utrecht. De opkomst was weer groots en de sfeer positief. Er werd terug gekeken naar 2017 maar vooral vooruitgekeken naar 2018.

Bij aanvang van de receptie wenste DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel een ieder zowel zakelijk als privé alle goeds toe voor 2018. Terugkijkend op 2017 heeft hij naar zijn zeggen reden blij te zijn want de verkiezingen had ons weer een Ministerie van Landbouw opgeleverd en het fipronil-ei werd niet het woord van het jaar. Een bijzonder woord van welkom gerichte hij tot de heer Ton van Arnhem voormalig Landbouw raad en tegenwoordig werkzaam bij Top Sector Agr&Food , een onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, en de nieuwe Relatiebeheerder van het DPC, Jan Hulzebosch.

Wolleswinkel stelde dat de pluimveehouderij het komende jaar weer nieuwe uitdagingen zal moeten aan gaan. Eén daarvan is de strijd tegen fijnstof. In Barneveld is daartoe een kenniscentrum opgericht, van waaruit ondersteuning kan worden gegeven aan bedrijven die met fijnstofproblemen kampen of preventief maatregelen willen treffen. Daarnaast staat het onderwerp Big Data op menige agenda. De sector is volgens Wolleswinkel huiverig voor het delen van allerlei bedrijfsgegevens, maar gelijktijdig vinden velen het wel belangrijk. Ze zien er grote voordelen in maar de vraag is hoe ga je het doen zonder daarbij de verhoudingen tussen de participerende deelnemers te schaden.

Versterken van netwerken

Na de welkomsttoespraak van de DPC voorzitter Wolleswinkel zette Jan Hulzebosch uiteen hoe hij zijn, zoals hij het zelf noemt, eervolle taak als relatiemanager de komende tijd denkt te gaan invullen. Hij zal samen met Piet Simons meerdere DPC-leden bezoeken om zicht te krijgen op hun activiteiten en wat hun wensen zijn ten aanzien van het DPC. Het zei dat het niet mogelijk zal zijn om alle leden op korte termijn te bezoeken en daarom raad hij leden aan om contact met hem op te nemen als ze ideeën voor activiteiten hebben of als zijn inzet gewenst is. Hij hoopt op een goede samenwerking.

Als mede organisator van de Nieuwjaarsreceptie wenste ook VIV beursmanager Ruwan Berculo iedereen een gelukkig en gezond 2018 toe. Bij deze gelegenheid stond hij even stil bij het overlijden van VIV communicatie medewerkster  Ellen Wonder. Teven stelde hij vier nieuwe leden van het VIV team voor: de sales managers Merve Atabey, Kevin Smits en George Bilalis en Elena Geremia. Zij zullen in sterke mate een bijdrage gaan leveren om VIV Europe 2018 tot een succes te maken. Zijn collega Anneke van Rooijen heeft daarbij de speciale opdracht om ondersteuning te geven aan het opvangen van buitenlandse delegaties/groepen. Deze kunnen zich bij de VIV melden indien zij specifieke wensen of vragen hebben op het gebied van productie en verwerking van pluimvee en andere foodproducts. Samen met het DPC gaat zij bekijken welke activiteiten voor deze beursbezoekers kunnen worden georganiseerd om netwerken te versterken. 

Aansluitend aan de korte introducties werd gezellig nageborreld een werden de nodige nieuwe en of hernieuwde contacten gelegd en afspraken voor de komende tijd gemaakt.

 

Het Nationale Pluimvee Congres in Colombia

Van 5 t/m 7 september 2018 vindt het Nationale Pluimvee Congres in Colombia plaats. Het Congres wordt door de Colombiaanse pluimvee sectororganisatie FENAVI georganiseerd, in combinatie met een beurs. Het is uitgegroeid tot dé ontmoetingsplaats van het nationale en internationale bedrijfsleven dat actief is in de Colombiaanse pluimveesector en het belangrijkste pluimvee event in Colombia.

De deelname aan het FENAVI Congres wordt georganiseerd door het ministerie van LNV en de Landbouwraad bij de Nederlandse Ambassade te Bogotá in samenwerking met het Holland House Colombia. Dit keer vindt het congres plaats in Bucaramanga, de hoofdstad van het departement Santander en een belangrijk centrum van de Colombiaanse pluimveeproductie.

De Nederlandse Ambassade zal een Holland Paviljoen van ca. 50 m2 inrichten om een zo groot mogelijke groep Nederlandse bedrijven de kans op deelname te bieden. Twee mogelijkheden worden geboden:
1.         Beursdeelname met individuele stand van ca. 5-6 m2 op het Holland Paviljoen. Er zijn maximaal 6 individuele stands beschikbaar
2.         Deelname via de Holland Lounge van het Paviljoen.

Voor aanmelden en/of vragen kunt u contact opnemen met:


• Landbouwraad Colombia, Nederlandse Ambassade Colombia, Patricia de Vries, +57 1 6384212, bog-lnv@minbuza.nl

• Holland House Colombia, Jan Willem van Bokhoven, +57 1 7449566, jwvanbokhoven@hollandhouse-colombia.com 

Voor meer informatie over het Pluimveecongres: http://www.fenavi.org/congreso2018/

Erepenning voor Marel Poultry

Voor het eerst in de geschiedenis heeft het Boxmeerse gemeentebestuur de Wimke de Körver Erepenning toegekend. Deze onderscheiding voor ondernemingen werd toebedeeld aan Marel Poultry, een bedrijf dat in grote mate heeft bijgedragen aan de internationale naamsbekendheid van Boxmeer. Op 2 januari reikte burgemeester Van Soest de erepenning officieel uit aan algemeen directeur Anton de Weerd.

De erepenning is niet zonder reden vernoemd naar Wim Hendrix, alias Wim de Körver. Hij stond 100 jaar geleden aan de basis van veel Boxmeerse bedrijven die we nu kennen als Hendrix Genetics, MSD, Nutreco en Marel Poultry. Burgemeester van Soest motiveert de toekenning: “Wij zijn blij dat we deze allereerste Wim de Körver Erepenning mogen uitreiken aan Marel Poultry. Het is een goed en gezond bedrijf dat duidelijk in de lift zit, sterk met innovaties bezig is, investeert in uitbreiding, zorgt voor werkgelegenheid en maatschappelijk betrokken is. Mede dankzij de internationale uitstraling van Marel Poultry is Boxmeer toonaangevend geworden in de agrifood industrie.

In 1963 ontstaan uit het historische Stork is Marel Poultry een oer-Boxmeerse onderneming. Als Stork PMT werd het bedrijf overgenomen door het IJslandse Marel in 2008, maar altijd is de Boxmeerse vestiging een ijkpunt in de organisatie gebleven. Het feit dat in Boxmeer nog echt machineproductie plaatsvindt is op zich al zeer bijzonder in een tijd waarin productiewerk in de regel naar lage-lonenlanden is verplaatst.

Marel Poultry is in de loop der tijd wereldmarktleider geworden op het gebied van pluimveeverwerkende machinebouw. “Om onze sterke positie te behouden hebben we op alle gebieden eigenschappen zoals daadkracht en innovatie nodig,” zegt Anton de Weerd. “En doortastendheid zoals Wim de Körver had. Iedereen in ons bedrijf, van productiemedewerkers tot hooggeschoolde ingenieurs, is zich daarvan bewust en zet zich 100% in om vernieuwend bezig te zijn.

Dagelijks weten klanten vanuit alle werelddelen en de meest verafgelegen landen Boxmeer te vinden voor een fabrieksbezoek. Op beurzen wereldwijd is de naam Marel Poultry onlosmakelijk verbonden met de locatie ‘Boxmeer’. “Boxmeer is bekender in Atlanta dan in Amsterdam, want op kipgebied zijn we het centrum van de wereld,” zegt Anton de Weerd.

Als belangrijke werkgever voor de gemeente en de verdere omgeving, met meer dan 1000 medewerkers alleen al in Boxmeer, is Marel Poultry zich bewust van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Sponsoring van verenigingen en evenementen vloeit hieruit voort, evenals samenwerkingsverbanden met regionale scholen en landelijke universiteiten zoals WUR Wageningen en TU Eindhoven.

Burgemeester Karel van Soest van Boxmeer reikt de Wimke de Körver Erepenning uit aan Anton de Weerd, Managing Director Marel Poultry.

Volg ons op

Contact

Dutch Poultry Centre
Landjuweel 15
3905 PG  Veenendaal
The Netherlands


Kamer van Koophandel 08132038


© 2023 Dutch Poultry Centre