Skip to main content

Nieuws

Pas Reform opent 100-jarig bestaan met feestelijke Nieuwjaarsborrel

In 2019 bestaat Pas Reform 100 jaar! Om het Jubileumjaar feestelijk in te zetten werd op 9 januari jl. een Nieuwjaarsborrel georganiseerd, het officiële startsein voor een reeks van internationale evenementen.

Het is allemaal begonnen in 1919, toen Gerrit Pas zijn eerste broedmachine bouwde; een houten kast op poten, met petroleum gestookte verwarming.

Gerrit had niet kunnen vermoeden dat het Achterhoeks familiebedrijf een eeuw later zou zijn uitgegroeid tot een toonaangevende wereldspeler op het gebied van broederijtechnologie, voor klanten in meer dan 100 landen.

De feestelijke aftrap vond plaats in Zeddam, op de locatie waar Gerrit Pas een eeuw geleden zijn bedrijf begon, en was door middel van een live registratie ook door collega’s in het buitenland te volgen. De Nieuwjaarsborrel werd gestart met het live gaan van een jubileumwebsite en de onthulling van een jubileumlogo.

In zijn openingsspeech nam CEO Harm Langen de genodigden mee naar Pas Reform’s trotse verleden en de doorontwikkeling van het bedrijf tot full-service leverancier van geïntegreerde broederij-oplossingen.

“Pas Reform heeft een zeer goede uitgangspositie voor verdere groei. We blijven onze klanten ondersteunen met een compleet, duurzaam en geïntegreerd producten- en dienstenpakket, waarbij data gedreven oplossingen de broederij een steeds grotere controle over het broedproces zullen geven.

Dank aan onze klanten, (oud-) medewerkers en samenwerkingspartners. Zonder hun vertrouwen hadden we deze mijlpaal nooit kunnen bereiken!”

Voor meer informatie over verleden, heden en toekomst van Pas Reform, zie www.pasrefrom.com

 

pasreform1

 

pasreform2

 

pasreform3

 

pasreform5

 

pasreform6

 

pasreform8

 

Hendrix Genetics werkt samen met Afrikaanse boeren om gewenste kippen te ontwikkelen

Hendrix Genetics ontvangt subsidie van de Bill and Melinda Gates Foundation om de levens van Afrikaanse pluimveehouders te verbeteren.

Hendrix Genetics heeft een meerjarensubsidie van de Bill & Melinda Gates Foundation ontvangen om de pluimveeproductie in Afrika te verbeteren. Hendrix Genetics zal de subsidie gebruiken om als mede-investeerder aanzienlijke middelen te steken in de ontwikkeling van een fokprogramma waarmee rassen moeten worden gefokt die geschikt zijn voor het Afrikaanse klimaat, zodat de toelevering van betere pluimvee-ouderdieren aan kleine Afrikaanse boeren kan worden veiliggesteld.

Tijdens het project, ‘Sustainable Access to Poultry Parental Stock to Africa’ (SAPPSA) geheten, wordt met kleine Afrikaanse boeren samengewerkt om een fokprogramma op maat te ontwikkelen dat toegang biedt tot betere multifunctionele rassen die goed presteren onder uiteenlopende Afrikaanse omstandigheden. Multifunctionele rassen zijn heel belangrijk omdat ze kleine boeren in staat stellen om een consistente inkomstenbron te creëren met zowel eieren als kippenvlees – stuk voor stuk bronnen die voedingsrijke eiwitten bieden voor de groeiende Afrikaanse bevolking.

„We vinden het geweldig dat we onze uitgebreide expertise met het fokken van pluimvee kunnen gebruiken om kleine boeren in Afrika verder te helpen”, aldus algemeen directeur Louis Perrault van Sasso, die vanaf het begin bij het project is betrokken. „We willen met steun van de Foundation verder werken aan een duurzame infrastructuur om gezonde ouderdieren in Afrika te verspreiden.”

Chief Innovation & Technology Officer Johan van Arendonk is trots dat Hendrix Genetics het Afrikaanse continent kan helpen om te voorzien in de groeiende vraag naar voedsel: „Toegang tot betere rassen is heel belangrijk. We zijn er van overtuigd dat we met de gezamenlijke kennis van Hendrix Genetics en Sasso de vastgestelde doelen gaan halen. Sasso is gespecialiseerd in het fokken van verschillend gekleurde kippen en heeft al met succes tal van kippen gefokt die zijn geschikt voor Afrikaanse ecosystemen.”

Het project zal onder leiding staan van projectmanager dr. Naomi Duijvesteijn van Hendrix Genetics. Ze zal nauw samenwerken met andere lopende initiatieven, zoals de World Poultry Foundation en het International Livestock Research Institute (ILRI), die zijn gericht op verbetering van pluimveeproductie in Afrikaanse landen om armoede te bestrijden.

Diergenetica heeft al een belangrijke rol gespeeld bij de verbetering van de duurzaamheid van dierproductie in verschillende werelddelen en zal ook in de toekomst belangrijk blijven. Dankzij de combinatie van het solide duurzaamheidsprogramma van Hendrix Genetics en investeringen zoals het SAPPSA-project ziet de toekomst er goed uit voor landbouw en voedselproductie in Afrika.

Hendrix Gentetics

Nieuwjaarsreceptie DPC-VIV 2019

Boerderij Mereveld in Utrecht was op 9 januari opnieuw het trefpunt voor de  traditionele DPC-VIV Nieuwjaarsbijeenkomst. Het werd een gezellige aftrap van het nieuwe jaar.

DPC voorzitter Jan Wolleswinkel  keek samen met ruim honderd aanwezigen even terug op net afgelopen jaar Daarin bleef de fipronil crisis een belangrijk onderwerp. Vooral de vraag voor velen is wie voor de schade opdraait. Het lijkt er op dat de rechtbank hier uiteindelijk een uitspraak over zal moeten doen. Aan het begin van dit nieuwe jaar blijft de pluimveesector haar aandacht vooral richten op de ontwikkelingen rond de strafmaatregelen tegen Iran. Deze belangrijke markt was weer open om handel mee te drijven maar lijkt na de recente onthullingen over betrokkenheid van de Iraanse overheid bij moordaanslagen in Nederland weer op slot te gaan. Zorgen zijn er ook over het beleid van de Amerikaanse president Trump, maar nog meer over de gevolgen van een eventuele Brexit. “Is het debat in het Britse Lagerhuis over dit laatste politiek of theater?”zo vroeg Wolleswinkel zich af.

In eigen land staan we, volgens de DPC voorzitter, voor de grote vraag hoe we invulling kunnen gaan geven aan de opdracht van de Minister van Landbouw om meer uit te gaan van kringloop landbouw en minder afhankelijk te worden van de import van veevoeder grondstoffen. Dit onderwerp is uitvoerig besproken tijdens de eindjaarsbijeenkomst en zal nu verder door vertegenwoordigers uit de diverse geledingen van de Nederlandse landbouw verder moeten worden uitgewerkt. Belangrijk daarbij is welk duurzaam verdienmodel daarbij kan worden gevonden.

VNU Exhibitions beursmanager Ruwan Berculo wees de aanwezigen op de komende VIV-Asia. Deze vakbeurs in Bangkok, Thailand, is ondertussen een van de belangrijkste vakbeurzen voor de veehouderij in de wereld. Naast de gebruikelijke Netwerk-borrlel en Seminars gaat de VIV in samenwerking met het DPC veel aandacht vragen voor de Nederlandse pluimveeindustrie. Er zal met name veel aandacht zijn voor innovatie, waarbij 5 Nederlandse pluimveehouders worden ingevlogen om hen te laten vertellen hoe wij in Nederland deze uitdagingen tegemoet treden. Zij moeten het Nederlandse product op de kaart zetten en worden daarbij begeleid door frontvrouw Hennie de Haan.

Broiler Meat Signalen

Een bijzonder moment werd op deze Nieuwjaarsbijeenkomst ingeruimd voor de overhandiging van het eerste exemplaar van het boek ‘Broiler Meat Signals’ door de schrijvers Piet Simons en Wim Tondeur aan Gert Jan Oplaat, voorzitter van de Nepluvi. Dit boek is al de achtste loot in de serie pluimvee signalen uitgegeven door het DPC lid Uitgeverij Roodbont. Het boek beschrijft op een onderhoudende en goed geïllustreerde manier de productie van pluimveevlees van ei tot vlees (-producten). Oplaat nam het boek met graagte in ontvangst. Hij bestelde er gelijk maar 10 bij voor zijn relaties en riep de aanwezigen op het zelfde te doen. Uitgever Ton Van Schie bedankte de schrijvers voor hun tomeloze inzet om dit nieuwe boek er prachtig uit te laten zien met het overhandigen van een boeket bloemen.  

Na de toost op het nieuwe boek en het nieuwe jaar was er ruimschoots de gelegenheid voor alle aanwezigen, onder het genot van een hapje en drankje, om elkaar een goed Nieuwjaar toe te wensen en afspraken te maken voor een goede samenwerking.

DSCF7575

 

foto1

Eindejaarsbijeenkomst 2018: Kringlooplandbouw is de toekomst voor Nederland

De toekomst van de Nederlandse landbouw wordt volgens de Minister van Landbouw bepaald door een betere beheersing van en balans tussen de in- en uitstroom van eiwitten en mineralen én het reduceren van de belasting op het milieu en woonomgeving.  Door kringlooplandbouw te omarmen ziet zij mogelijkheden. Tijdens de eindejaarsbijeenkomst van het DPC werd nader uitleggegeven over die mogelijkheden en ook de onmogelijkheden.

Met de recente presentatie van haar toekomstvisie “Nederland als koploper in kringlooplandbouw” heeft  Minister Schouten van LNV de landbouwsector aan het werk gezet. Ze wil er een beweging mee op gang brengen die er voor zorgt dat alle geledingen van agrarisch Nederland zich bewust wordt van het belang van een voedselproductieproces die een minimale belasting van het milieu vormt. Processen die maximaal gebruik maken van nabij verkrijgbare grondstoffen en een minimum aan reststoffen achter laten. Het DPC nam die uitdaging aan en liet drie inleiders tijdens de jaarlijkse eindejaarsbijeenkomst hun licht laten schijnen op de betekenis van circulaire voedselproductie voor pluimveesector.

Voorzitter Jan Wolleswinkel verwelkomde op donderdag 22 november een vijftigtal leden in De Westerbouwing in Oosterbeek om mee te denken over dit onderwerp. Als eerste inleider trad Mark de Bode op.  Als representant van het Ministerie van LNV zette hij uiteen wat de bedoeling van de minister is en hoe zij dat doel denkt te realiseren. Vooropgesteld, zo benadrukte De Bode, is het de minister te doen om de producenten niet nog meer te belasten, maar er voor te zorgen dat ze een eerlijke prijs voor hun producten krijgen. Het ministerie zal de noodzakelijke veranderingen voor zover mogelijk regisseren en faciliteren. Via gesprekken met belanghebbenden zal een plan van aanpak voor de realisatie van kringlooplandbouw moeten worden geformuleerd. Dat plan moet concrete doelen op specifieke thema’s (bodem, klimaat, mest, dierwelzijn, synergie landbouw en natuur, etc.) bevatten en moet begin 2019 gereed zijn.  De hamvraag hierbij volgens De Bode is: ‘Hoe gaan we de samenwerking in de voedselketen zo organiseren dat we over een aantal jaren trots aan de maatschappij kunnen laten zien dat we de kringloop in praktijk hebben gebracht. En meer nog dat we op een duurzame en emissie arme manier nog steeds lekkere en veilige producten voortbrengen en daarvoor ook de waardering krijgen’.

Brabant is te klein

Jan Buys, de tweede spreker, is in de provincie Brabant al een aantal jaren bezig met het terug dringen van emissie problemen en een visie te ontwikkelen voor het realiseren van circulaire landbouw.  De provincie wil snel naar een landbouw die geen schade toebrengt aan de bodem, de lucht, de natuur en de mens. Buys gaf daarbij aan dat de belangrijkste vraag is of we de landbouw  willen behouden en zo ja, dan moet we heel snel aan het werk en zorgen voor een maatschappelijke waardering. De uitdaging bij de kringlooplandbouw ligt naar zijn mening in het in balans brengen van vraag en aanbod. Buys: “We hebben ons in Brabant goed gerealiseerd dat de provincie een te klein gebied is om de kringloop visie op los te laten, wellicht moeten we ons daarbij richten op Noordwest Europa of een nog groter gebied.” De pluimveehouderij doet het volgens Buys goed op het gebied van dierenwelzijn, CO2-footprint en innovatie, maar heeft nog uitdagingen met betrekking tot fijnstof en geur alsook de afhankelijkheid van soja importen en de circulariteit ten aanzien van mest.

Lekken verhinderen circulariteit

Bij de voornoemde uitdagingen kan Theun Vellinga van Wageningen Universiteit en Research, de derde spreker, zich wel aansluiten. In Europees verband zal volgens hem meer moeten worden gedaan om minder afhankelijk te worden van de import van eiwitbronnen door meer zelf te gaan produceren. Dat kan door meer braakliggend land te benutten, de productiviteit van eiwithoudende gewassen te verbeteren, reststromen zoals diermeel en swill toe te laten, en de inzet van synthetische aminozuren en algen en zeewieren te vergroten.

 Hij plaatst echter nog al wat kanttekeningen bij de agrarische kringloop gedachte omdat de consumenten stromen niet meedoen en daarmee een lek in het systeem veroorzaken.  De in- en uitstroom van eiwitten en mineralen voor de landbouw  is redelijk te controleren, maar zodra de uitstroom in de consumentenstroom over gaat is er weinig zicht op waar die eiwitten en mineralen vervolgens naar toe gaan en of (en in welke mate) die terugvloeien in de kringloop. Daarmee, zo stelde Vellinga, kan de landbouw nimmer circulair zijn.

Willen we toch vooruitgang boeken op het gebied van circulariteit dan, zo benadrukt hij, zullen we met zijn allen de kringloop in omgekeerde volgorde moeten gaan benaderen. Met dat achteruit denken krijgen de leveranciers de opdracht om eisen te stellen aan de circulariteit en footprint van de aan hen geleverde grondstoffen. Pas dan kunnen veehouders via hun inkoopvoorwaarden de stikstof en fosfor benutting optimaliseren.

De inleidingen gaven voldoende stof tot discussie en zoals Jan Wolleswinkel in zijn bedank en slotwoord zei: “Voldoende stof tot nadenken en er is veel werk aan de winkel.”  De eindejaarsbijeenkomst werd afgesloten met een gezellige nakout  en een uitnodiging voor de Nieuwjaarsborrel op woensdag 9 januari in Boerderij Mereveld in Utrecht.

 

Businesspotentie in India, maar heb geduld

De pluimveemarkt in India is volop in beweging. Kijkend naar de toekomst liggen daar vele mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen. De binnenlandse markt is vertoont een sterk groei mede omdat de overheid in zet op zelfvoorziening. Voor veel bedrijven liggen er kansen maar verwacht niet dat je er snel zaken kunt doen.

Wie geduld heeft in zaken doen heeft goede kansen om succesvol te zijn in India. Dat bleek tijdens het rondetafel gesprek op 27 september in het Poultry Expertise Centrum in Barneveld. Deze bijeenkomst voor DPC-leden was belegd in samenwerking met het Nederlands Business Support Office (NBSO)  in Hyderabad, India. Dit bureau heeft in opdracht van het DPC een strategie geschreven over hoe de Indiase markt het best benaderd kan worden om succes te hebben. De Trade and Investment Commissioner van het NBSO, de heer Ajay Justin Odathekal, presenteerde het rapport en schetste  de grote mogelijkheden die het immens grote land India te bieden heeft, zeker op het gebied van de pluimveehouderij. Het land heeft 1,33 miljard inwoners en is wat de dierlijk eiwit behoefte betreft vooral aangewezen op vis en pluimvee. De Indiase economie groeide vorig jaar met 6,7 procent en zal naar verwachting dit jaar 7,3 procent bedragen.

Zelfvoorziening

In India is de consumptie van eieren per hoofd van de bevolking de afgelopen 5 jaar gestegen van 30 naar 68 eieren per jaar en de consumptie van pluimveevlees steeg van 400 naar 2500 gram per jaar. Voedingsdeskundigen adviseren echter een minimum van 180 eieren en 2500 gram vlees voor een gezond volwassen mens.  Op dit moment ligt de jaarlijkse pluimveevleesproductie van India ligt op ongeveer 3,8 miljoen ton(3000 slachtkuikens) en de eierenproductie op 88,1 biljoen stuks ofwel bijna  4 miljoen ton van 260 miljoen leghennen. Deze volumes zullen door de toenemende welvaart en de groeiende midden klasse in de komende jaren sterk moeten groeien om aan de binnenlandse vraag te kunnen blijven voldoen, zo zei Dr. R.N. Chatterjee, directeur pluimveeonderzoek van het Indian Council for Agriculture Research (ICAR) in zijn presentatie. Hij benadrukt dat de Indiase overheid een sterke nadruk legt op zelfvoorziening en het stimuleren van backyard farming. Dat geldt zowel voor de voedsel- als wel voor de voervoorziening. Bovendien streeft ze naar het verdubbelen van de inkomens in de landbouw.  Het implementeren van nieuwe technologieën staat hoog in het vaandel van de overheid, maar merkt daarbij ook dat dierwelzijn en milieu niet uit het oog mogen worden verloren. De consumenten stellen meer en meer vragen en hebben zo hun eisen. Om aan een groeiende vraag te kunnen blijven voldoen zal meer kennis en ondersteuning nodig zijn. Dat biedt volgens Dr. Chatterjee vooral voor bedrijven actief op het terrein van voeding, gezondheid en huisvesting kansen.

Schakel locals in

Waar vele jaren terug de pluimvee-industrie zich het meest ontwikkelde in het Midden en Noorden van India zien we in de laatste decennia een verschuiving naar het klimatologisch mildere zuiden (Fig. 1 en 2) . Bij die ontwikkeling maken Indiase ondernemers graag gebruik van Nederlandse kennis. Vooral op het gebied van diervoeding scoren de Nederlanders goed om dat ze zeer goed ingewijd zijn in het gebruik van uiteenlopende  voergrondstoffen. Met die boodschap stak Selvan Kannan, voormalig directeur van Trouw Nutrition in India, de Nederlandse veevoer deskundigen een pluim op de hoed. Maar zei tegelijk dat men niet erg bereid is om voor die kennis te betalen, omdat de kosten veelal te hoog zijn.

Kannan benadrukte dat  India een continent is met 23 talen en veel dialecten. Elke regio heeft een andere cultuur en daarom moet je de locale business taal en gewoonten kennen voordat je er zaken kunt doen. Het kopiëren van strategieën van het ene land of streek naar het andere gaat niet werken, en daarom is het zinvol om locals in te schakelen bij het ontwikkelen van nieuwe markten. Accepteer daarbij dat ‘ja’ niet altijd ‘ja’ is en dat een contract altijd beschouwd wordt als een document dat veranderd kan worden. Het meest belangrijk voor zaken doen in India is volgens Kannan is dat je gebruik maakt van een boekhouder die zowel de Indiase wet als de Nederlandse wet kent. Daarnaast moet je je goed verdiepen en de werkelijke vraag van de klant en bereid zijn jouw service en producten aan te passen aan de locale condities. Let wel, zo beklemtoonde hij, India biedt vele kansen, maar neem de tijd en verwacht geen snel succes.

Figuur 1: De vleeskuiken productie In India is merendeels geconcentreerd in 5 deelstaten, samen hebben ze >50% van de nationale productie

 

Figuur 2: De eierenproductie in India is merendeels geconcentreerd in 3 deelstaten, samen hebben ze 50%+ van de totale productie

DPC ondersteunt conferentie Eendenhouderij in China

Voorafgaande aan de VIV- China organiseerde de Chinese organisatie voor eendenhouderij  op 16 september j.l. de “First VIV-Conference between China and the Netherlands on healthy breeding of Duck”.  Dutch Poultry Centre was door de organisatie gevraagd om mee te denken in de dag opzet en een aantal sprekers aan te dragen.

Het werd een dag vullend programma met o.a. 5 Nederlandse sprekers vanuit de DPC leden. Daarnaast was er een levendig discussie forum.  Er werden ongeveer 100 bezoekers verwacht maar het werden meer dan 250 bezoekers. Voor de deelnemende bedrijven ook een mooi platform om zich te presenteren. De aftrap aan het begin van het congres werd trouwens mede gedaan door het DPC bestuurslid Ruwan Berculo van de VIV.

De Chinese overheid wil de eenden houderij op een aantal punten verbeteren. Dan gaat het om de milieu aspecten, medicijn gebruik,  de voedselveiligheid en ecologische aspecten van de houderij.

Dat betekent o.a. dat de eenden naar binnen moeten. De houderij buiten levert een enorme belasting van het milieu op.  Diverse onderzoeken werken gepresenteerd over de manier waarop de dieren dan het beste gehouden kunnen worden. Daaruit kwam de houderij in kooien net iets beter uit dan grondhuisvesting. Op het punt van medicijngebruik en voedselveiligheid leveren die ook een plus op.

De DPC leden presenteerden zich ook als ware probleem oplossers. Ze focusten zich vooral op minder sterfte en beteren resultaten in diverse processen, zoals de productie van broedeieren, het transport van eendaags kuikens, de huisvesting en het slachtproces . Dat leidt tot minder verlies en betere groei  en daarmee ook tot verbetering van de aspecten waar de Chinese overheid de sector toe wil aanzetten. Naast de verbetering van de houderij werd vanuit één van de DPC leden ook het verwerken van mest naar voren gebracht. Mest is dan geen probleem meer maar een nuttig product.

De organisatie van deze conferentie is, gesterkt door de grote belangstelling, zeker van plan om ook een tweede conferentie te organiseren.  Wanneer dat gaat gebeuren is nog onderwerp van gesprek, alhoewel al met DPC is gesproken over haal deelname aan het vervolg.

eendenseminar 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

eendenseminar 3

Romijnlezing 10 oktober 2018 in Nieuwspoort

Op 10 oktober 2018 vindt de Romijnlezing plaats. U kunt zich aanmelden voor de Romijn Lezing bij het secretariaat van de WPSA NL: secretariaat.WPSA@upcmail.nl. U kunt kosteloos deelnemen, maar aanmelden is noodzakelijk i.v.m. de beschikbare ruimte.

Programma 4de Romijn Lezing

10 oktober 2018 in “Nieuwspoort”, Lange Poten 10, 2511CL Den Haag

Thema: “Wees nou eens eerlijk” ‘Tijd voor een discussie over duurzaamheid van kip en ei.

13:30-13:35        Introductie Simon Rozendaal (Wetenschapsjournalist )

13:35-13:55        Prof. Edith Feskens, Wageningen University & Research: Waarde pluimveevlees en eieren in de humane voeding.

13:55-14:15        Drs. Kiki Kersten, Cargill:  De carbon footprint van pluimveevoer; wat zijn de mogelijkheden?

14:15-14:40        Prof. Bas Rodenburg, Universiteit Utrecht: Welzijnsvriendelijk op te grote voet? Hoe we dierenwelzijn, productiviteit en CO2 footprint kunnen verenigen.

14:40-15:10        Pauze

15:10-15:35        Drs. Wouter van der Weijden, Centrum voor Landbouw en Milieu: Overleven vergt samenwerking

15:35-16:00`      Ir. Jeen Akkerman, JEEN Bureau voor communicatie: Communicatie met impact= een goed verhaal goed vertellen

16:00-16:25        Jaco Geurts, CDA Tweede Kamerlid: Hoe bepaalt de overheid de balans tussen efficiënte voedselproductie, dierenwelzijn en milieu

16:25-16:45        Discussie en sluiting Simon Rozendaal met take-home message

16:45-17:45        Napraten onder het genot van een hapje en een drankje

Kennis en ervaring van Bolidt applicatieteams internationaal gewaardeerd

Na eerder Bolidt-vloeren in de Filippijnen te hebben aangebracht, mochten de gespecialiseerde applicatieteams van Bolidt nu aan de slag bij Marcela Farms Incorporated (MFI). MFI is een conglomeraat van uiteenlopende bedrijven, die actief zijn in de landbouw, aquacultuur en industrie. Nadat MFI kennis had gemaakt met Bolidt-vloeren bij anderen projecten in de Filipijnen, werd Bolidt gevraagd voor de vloersystemen voor de pluimveebroederij en slachterij van MFI.

Vis, garnalen, vlees en pluimvee

Marcela Farms Incorporated is een onderneming die 100% Filippijns eigendom is. De activiteiten van MFI laten zich categoriseren in de hoofdgroepen vis, garnalen, vlees en pluimvee. Het bedrijf wordt gedreven door de visie om een actieve rol in de industrie te spelen, voedselzekerheid te verzekeren en werk te genereren. Naast grote viskwekerijen, boerderijen, broederijen, slachterijen en een veevoederbedrijf beschikt MFI over de enige EU-geaccrediteerde verwerkingsfabriek. De producten van MFI worden dan ook verwerkt onder strikte naleving van het HACCP-kwaliteitssysteem, Good Manufacturing Practices (GMP) en Sanitation Standard Operating Procedures (SSOP).

Internationale spelers

Bolidt is gespecialiseerd in vloersystemen voor de pluimvee-industrie en is gewend om projecten over de gehele wereld uit te voeren. Eerder kozen andere internationale spelers als Bell & Evans (V.S.), Probroed & Sloot (NL), Cobb-Vantress (V.S.) en Aviagen Broiler Breeders (V.S.) al naar tevredenheid voor de innovatieve vloersystemen van Bolidt. Deze referenties, samen met de Bolidt-vloeren bij andere projecten in de Filippijnen, gaven MFI meer dan voldoende vertrouwen om ook voor Bolidt te kiezen.

Naadloos en poriëndicht

Net als in de genoemde broederijen adviseerde Bolidt MFI om te kiezen voor het Bolidtop® 700 vloersysteem. De strenge HACCP-regelgeving, het gebruik van hogedrukspuiten, reinigingsmiddelen en de intensieve belasting van de vloeren zijn hiervoor de belangrijkste redenen. Omdat het vloersysteem vloeibaar wordt aangebracht, is het geheel naadloos en poriëndicht. Bacteriën krijgen geen kans om zich te nestelen in de vloer. Een geruststellende gedachte, want een uitbraak van ziektes door bacteriën is zo’n beetje het ergste wat een pluimveebedrijf kan overkomen. Ook het onder alle omstandigheden stroeve karakter van Bolidtop® 700 is een belangrijk pluspunt. Dat verkleint de kans op uitglijden en verhoogt de veiligheid van medewerkers.

Gespecialiseerde applicatieteams

Ondanks de grote fysieke afstand tussen de Filippijnen en het Bolidt hoofdkantoor in Hendrik-Ido-Ambacht, is het project uitstekend verlopen. Dat is mede te danken aan de internationale scope van Bolidt en het feit dat alles – van ontwikkeling tot en met productie – onder één dak gebeurt. De eigen gespecialiseerde applicatieteams, die voor projecten overal ter wereld worden ingevlogen, zorgen er daarnaast voor dat de vloersystemen perfect worden aangebracht en dat de hygiëne in het productieproces voor vele jaren is gegarandeerd.

Na 35 jaar maakt de CEO van familiebedrijf Colubris Cleantech ruimte voor nieuwe generatie

Na 35 jaar maakt de CEO van familiebedrijf Colubris Cleantech ruimte voor nieuwe generatie. Oprichter Gertie van den Hurk draagt de rol van algemeen directeur, CEO, per 1 september over aan Frank Tillmann. Hijzal zich niet meer richten op het dagelijks bestuur, maar blijft zich als ondernemer/eigenaar van Colubris Cleantech bezighouden met de verdere groei van de onderneming. Hij bereikte onlangs de leeftijd van 65 en vindt dat het tijd is voor een nieuwe generatie leiders, zodat opgebouwde kennis en gedreven jonge mensen met nieuwe inzichten elkaar kunnen aanvullen.

Familiebedrijf

Colubris Cleantech houdt zich bezig met het zuiveren van afvalwater, afval recycling en bioresource oplossingen. Het bedrijf is in 1984 opgericht door Gertie van den Hurk. Hij kwam er al snel achter dat hij niet alles in zijn eentje kon doen. Het Achterhoeks bedrijf groeide uit van eenmanszaak tot wereldwijde speler op het gebied van milieutechnologie. Colubris is een echt familiebedrijf: Zoon Dennis (27 jaar werkzaamin het bedrijf), is actief als operationeel verantwoordelijke. Dochter Reggy (22 jaar werkzaam), is verantwoordelijk voor de communicatie en is teamleider van het secretariaat. Zoon Joey is actief als ondernemer en is verantwoordelijk voor marketing bij verschillende initiatieven. Tevenszal hij zich net als Gertie richten op diverse vormen van innovatie bij Colubris.Gertie: “De werknemers vormen al vanaf het begin de ruggengraat van de familie. De grootste kracht zit hem ook in de mensen om ons heen. Daar draait het bij ons in het ondernemerschap vooral om”.

Samenwerking

Het bleek op korte termijn nog niet mogelijk om binnen eigen gelederen een algemeen directeur/CEOopvolger te vinden. Na een lange zoektocht heeft Colubris in Frank Tillmann een ervaren man gevonden, die de rol van dagelijks bestuur op zich zal gaan nemen. Frank: “We hebben elkaar gevonden in visie en gelijke inzichten”. “We zullen daarbij ook samenwerking zoeken met externe partijen die ons kunnen versterken”. Samenwerking en continuïteit zijn cruciaal. De slogan is dan ook niet voor niets: Let’s close the loop together.

Zonnige jaarlijkse BBQ een mooi seizoensslot

De jaarlijkse BBQ van het DPC in het Pluimveemuseum in Barneveld werd een mooie afsluiting van een enerverend seizoen. Veel leden, inclusief de nieuwe, hebben genoten van de goede sfeer, de drankjes en de wederom goed voorziene barbecue.

De eerste woensdag van juli was dit jaar een geschikte dag om de jaarlijkse DPC-BBQ te organiseren. Mooi weer en een gezellig aantal deelnemers. Voorzitter Jan Wolleswinkel was dan ook blij om iedereen na een geslaagde VIV opnieuw in een goede stemming te zien. Ook omdat er de nodige nieuwe leden te verwelkomen waren, zoals: Avivet ( Lunteren ), Veterinair Centrum Someren (Someren), Poultry vets (Ell), Van den Brink Montage ( Lunteren), VAV conveyors (Katwijk), Agruniek Rijnvallei (Barneveld/Wageningen), Muller Beltex (Pijnacker), Van Mourik groep (Ede), Dosers (Tienray), Farmresult (Wierden), Palital Feedadditives (Velddriel) en Vet effect ( Bilthoven). In zijn openingswoord ging Wolleswinkel niet te veel ion op wat er het afgelopen seizoen zoal door het DPC was gedaan. Maar liet wel merken dat hij tevreden was over de uiteindelijke conclusies in het eindrapport over de fipronil-affaire en hoopt dat de eiersector daarmee weer vooruit kan, ook al zijn er nog de nodige problemen op te lossen.

Terugblik op de VIV

DPC bestuurslid Ruwan Berculo gaf nog even een snelle terugblik op de VIV. Hij stelde dat de Nederlandse Pluimvee-industrie hier heeft laten zien wat we te bieden hebben. Ze heeft ook laten zien dat we oog hebben voor de veelheid van maatschappelijke issues en dat we hard op weg zijn om oplossingen aan te dragen. Het project Kip van Oranje was daar een prachtig voorbeeld van. Iedereen die de beurs op ging heeft bij de ingang kennis kunnen maken met een veelheid aan nieuwe concepten, concepten die de sector een nieuw elan kunnen geven. Toch was Ruwan niet op alle fronten even tevreden. Hij miste bij de bezoekers vooral de Nederlandse pluimveehouders en vertegenwoordigers van de veevoerindustrie en andere toeleverende bedrijven. Opvallend was, zo zei hij, dat van de 160 deelnemers aan een gelijktijdig gehouden congres slechts 20 de beurs hebben bezocht. Hij vraagt zich dan ook af hoe dat komt. Waarom maken ze die stap niet? Hebben we de boer uit het oog verloren soms? Jan Douwe van der Ploeg (vh WUR) gaf in zijn laatste Foodblog ook aan dat de industrie de boer buitenspel zet door de technologie op de voorgrond te plaatsen. In China is dat naar zijn mening net andersom. Of dat zo is laten we in het midden, maar Ruwan gelooft wel dat we de boer weer meer centraal moeten stellen en dus hem terug brengen naar het hart van de business. En daarom blijft de VIV de initiatieven van Kip van Oranje ondersteunen. VIV China en VIV Asia komen er aan en ook daar gaat VIV hen een platform geven. Ruwan hoopt dat het Nederlandse bedrijfsleven dit ondersteunt en meegaat doen. Deze woorden waren voer voor discussie tijdens de BBQ. Ze vormden samen met de voortreffelijke spijzen van de grill en drankjes voor een aangename afsluiting van een mooi DPC activiteiten jaar.

Inkomende handelsmissie Sri Lanka

Graag informeren wij u over het bezoek van een pluimvee-handelsdelegatie uit Sri Lanka aan Nederland.

Op maandag 18 juni zullen in totaal 23 delegatieleden, 10 middelgrote pluimveebedrijven (legboerderijen en vleeskuikenbedrijven) en 13 dierenartsen, uit verschillende segmenten binnen de pluimveesector uit Sri Lanka aanwezig zijn tijdens het seminar en matchmakingevent in Barneveld. Deze delegatie is op zoek naar de nieuwste producten en kennis op het gebied van duurzamere productie binnen de pluimveesector. Deelname aan het seminar en matchmaking event met individuele gesprekken biedt u mogelijk kansen.

In Sri Lanka is in de afgelopen jaren de vraag naar pluimveeproducten sterk toegenomen. Lokale producenten kunnen tot nu toe aan deze vraag naar kippenvlees en eieren voldoen. In toenemende mate is het echter voor de producenten moeilijker geworden om concurrerend te blijven, uit te breiden ten behoeve van de export en op de lange termijn duurzaam te produceren. Hierdoor moet de kwaliteit van producten, voedselveiligheid en duurzaamheid in de hele pluimveeketen naar een hoger niveau gebracht worden.

Wilt u in contact komen met de delegatie? Dat kan tijdens het seminar en/of matchmaking event op maandag 18 juni (van 12.30 – 16.30 uur) in het Nederlands Pluimveemuseum in Barneveld (Hessenweg 2A, 3771 RB Barneveld). Aansluitend zal er een netwerkborrel plaatsvinden. Aanmelden voor het seminar en/of matchmaking kan door het aanmeldformulier te sturen aan info@nec.nl (t.a.v. Dyon Zwijnenburg). Aanmelden kan tot 8 juni 2018.

Meer informatie over dit Matchmaking Event kunt u vinden op: https://nec.nl/agenda/17-tm-23-juni-handelsmissie-sri-lanka-pluimvee/

Fancom heeft grote ambities

Tijdens het DPC-Marktcafé bij Fancom kregen de aanwezigen een kijkje achter de schermen van dit automatiseringsbedrijf. Ze konden zich verwonderen over de ontwikkelingen die het bedrijf heeft door gemaakt en over de ambities voor de komende jaren.

Ruim 50 leden en belangstellenden van het DPC kwamen op 21 maart naar het DPC-Marktcafé bij Fancom in Panningen. Ze werden welkom geheten door DPC voorzitter Jan Wolleswinkel en Fancom directeur Paul Smits. Deze laatste gaf een korte uiteenzetting van het ontstaan en de plannen van het bedrijf en refereerde daarbij aan de ontwikkelingen in de sectoren waarin het bedrijf actief is. Vorig jaar vierde Fancom haar 40 jarig bestaan. Peter Wijnen begon in 1977 in Beringe met het maken van computers voor de tuinbouw. De vraag rees al gauw of deze systemen ook in de veehouderij toegepast konden worden. In 1979 werd dan ook de eerste pluimvee klimaatscomputer geïntroduceerd. Grote stappen werden gezet toen de varkenssector belangstelling voor automatisering kreeg. Daardoor is deze sector vele jaren de belangrijkste omzet generator voor het Fancom geweest. Tot vorig jaar, toen nam de pluimveesector het stokje over en zorgt nu voor meer dan 50% van de omzet.

Voortvarende groei

Pluimvee is volgens Paul Smits toonaangevend voor wat betreft innovaties en dan in het bijzonder met het integreren van dataverwerking tussen alle schakels in de keten. Hij is er trots op directeur van zo’n innovatief bedrijf te zijn waar mensen graag en vele jaren (gemiddeld 18 jaar) willen blijven werken. Vorig jaar is het 40 jarig jubileum van één medewerker gevierd en dit jaar is er weer een medewerker 40 jaar bij het bedrijf. De gemiddelde leeftijd van de werknemers is mede door de groei nu aan het dalen, want de nieuwe generatie it-ers begint zich in het bedrijf te interesseren. Fancom heeft sinds 1986 zijn hoofdvestiging in Panningen. Daar in het hoofdkantoor vindt men nu R&D, sales, marketing, administratie en operation. In een naast gelegen pand is productie en opslag gehuisvest. Dit pand is in 2015 betrokken en lijkt volgend jaar al weer te klein te zijn. Of dat tot een uitbreiding in Panningen leidt is niet zeker. Mogelijk wordt een deel van de opslag en productie naar het buitenland verplaatst. Het grootste deel van Fancom’s activiteiten liggen reeds via verkoop ondersteunende distributeurs in meer 60 landen.

Schaalvergroting nodig

Vooraf aan de rondleiding ging Product Manager Poultry Systems John van Helden nog even dieper in op de historie in en schetste de recente ontwikkelingen binnen de onderneming. Door het succes van Fancom werd internationale interesse gewekt, wat in 1997 leidde tot een overname door het Amerikaanse bedrijf CTB. Intussen is Fancom een intensieve samenwerking aangegaan met de Universiteit in Leuven en de HAS in Den Bosch om hun systemen intelligenter te maken en verder te ontwikkelen voor de praktijk van de veehouderij van de toekomst. De vraag naar dierlijke eiwitten zal wereldwijd sterk toenemen en dat vraagt om schaalvergroting. Maar dan wel, volgens Fancom, op een verantwoorde en duurzame manier waarbij transparantie, voedselveiligheid en dierenwelzijn kunnen worden gewaarborgd. Daarom wil Fancom voor haar klanten optimale condities creëren door hun systemen voor klimaatbeheersing, voerautomatisering, biometrie en data management zodanig op elkaar af te stemmen dat ze elkaar versterken. Biometrie krijgt daarbij de komende jaren veel aandacht omdat daarmee, met behulp van slimme sensoren, zicht- en hoorbaar diergedrag kan worden gemeten waardoor ongewenste gezondheids- en welzijnsaspecten in een zeer vroeg stadium kunnen worden waargenomen en gecorrigeerd. Door inzet van meerdere slimme automatiseringssystemen wordt het mogelijk om veel data te genereren welke via data analyse ondernemers informatie kan verschaffen die de bedrijfsvoering verder kan optimaliseren. En daarin ziet Fancom een belangrijke taak voor zich weggelegd.

De rondgang door het bedrijf ondersteunde de introducties en gaf een goede indruk van het gecompliceerde karakter van een automatiseringsbedrijf in de veehouderij. Tijdens de aansluitende netwerkborrel werd daar nog intensief over door gepraat.

DPC conference tijdens VIV MEA 2018

Van 5 februari  tot en met 7 februari  2018 vond voor de tweede keer door VNU Exhibitions georganiseerde VIV MEA plaats in Abu Dhabi.  De beurs is een belangrijke springplank naar het Midden Oosten.  Veel leden van DPC waren op de beurs vertegenwoordigd.

Onder de naam:  “Dutch innovations for more profit of your poultry business” organiseerde DPC in samenwerking met de Nederlandse Ambassade een conferentie waarbij de Nederlandse innovaties in de pluimveeketen aan het lokale publiek werden gepresenteerd.

Jan Wolleswinkel, voorzitter van DPC, verwelkomde de gasten. Vervolgens was het de beurt aan de landbouwattaché, Hans van Beek. Hij gaf aan hoe belangrijk Nederland is voor de pluimveesector.

Jan Hulzebosch, relatiemanager van DPC, hield een inleiding over de innovatiekracht van de Nederlandse pluimveesector. Innovatie is onontbeerlijk voor de ontwikkeling van nieuwe producten, processen en diensten. Het is bewezen dat bedrijven die investeren in innovaties op de lange termijn de beste resultaten behalen. Nederland staat internationaal bekend om zijn innovatiekracht in de Pluimveesector. Jan noemde een aantal voorbeelden van Nederlandse bedrijven die hier hun sporen hebben verdiend.  Op alle deelgebieden zijn er ontwikkelingen, zoals op het gebied van de gezondheid, het milieu, dierenwelzijn, superfood. Kortom Nederland is een leidende natie op het gebied van Innovatie.

Namens Hatchtech BV, gaf Eric Hemink een presentatie over “Early Feading”. De perfecte start van het broedproces. Hatchtech heeft “ Early Feeding and early drinking”  geïntroduceerd.  Een van de kernpunten is het reduceren van antibiotica. Eric schetste een beeld van de ontwikkelingen in de broederij sinds 1957.  Er heeft een enorme omslag plaatsgevonden.  Het systeem van vroeg water en voer geven gaat zeker bijdragen tot nog betere resultaten. Aan de hand van een aantal voorbeelden liet Eric deze revolutionaire ontwikkelingen zien.  

Krish Gobardhan van Jansen Poultry Equipment vertelde over het belang van een goede huisvesting .

De sleutel tot een succesvolle productie van broedeieren zijn de mechanische legnesten. De broederij vraagt schone eieren met lage bacterie risico’s, ongewassen en geen breuk. Het “ Roll-awaynest” biedt hiervoor de oplossing. Ook wordt het probleem van vloereieren nagenoeg voorkomen.

Vervolgens was de focus gericht op de gezondheid. Marc Spackler van Intracare gaf het belang aan van het voorkomen van stress en hoe dat kan worden bereikt. Hij schetste aan de hand van een aantal sheets  hoe Intracare een oplossing kan aanbieden voor dit probleem.

Het drogen van kippenmest met name in (sub)tropische gebieden is heel belangrijk. Over dit onderwerp hield Henk Haaring van Dorset Green Machines een aansprekend verhaal. De ontwikkelingen staan niet stil en Dorset  heeft bewezen dat er goede resultaten kunnen worden behaald.

Erik Hoekstrstra van Heering Holland wees op het belang van zorgvuldig transport van eendagskuikens. Dit kan bijdragen tot veel betere resultaten. Transport van kuikens neemt slecht een korte tijd in van het hele broedproces, maar het heeft wel grote invloed. Het is daarom belangrijk tijdens het transport  maatregelen te nemen die er toe bijdragen dat deze invloeden worden beperkt. Heering biedt hiervoor een aantal goede oplossingen.

Tenslotte was het woord aan Karel de Waal van Meyn Food . Innovaties in het hele poultry proces zijn van essentieel belang voor de hele sector. Meyn levert maatwerk op het gebied van huisvesting.

Ondernemers staan voor uitdagingen  op het gebied van kwaliteit, voedselveiligheid, kosten, arbeid, milieu, dieren welzijn en natuurlijk  financiële resultaten. Meyn biedt een aantal innovatieve oplossingen die tegemoet komen aan deze uitdagingen.

Jan Wolleswinkel bedankte de sprekers voor hun inspirerende inleidingen . De Nederlandse Pluimvee industrie is leidinggevend in de wereld en is voortdurend bezig met het zoeken naar verbeteringen. De sprekers hebben hier een goed beeld van gegeven.

 

 

Vrolijk het nieuwe jaar in

Traditioneel werd ook dit jaar het nieuwe jaar voor het DPC, in samenwerking met de VIV, ingeluid met een receptie op woensdag 10 januari in Boerderij Mereveld te Utrecht. De opkomst was weer groots en de sfeer positief. Er werd terug gekeken naar 2017 maar vooral vooruitgekeken naar 2018.

Bij aanvang van de receptie wenste DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel een ieder zowel zakelijk als privé alle goeds toe voor 2018. Terugkijkend op 2017 heeft hij naar zijn zeggen reden blij te zijn want de verkiezingen had ons weer een Ministerie van Landbouw opgeleverd en het fipronil-ei werd niet het woord van het jaar. Een bijzonder woord van welkom gerichte hij tot de heer Ton van Arnhem voormalig Landbouw raad en tegenwoordig werkzaam bij Top Sector Agr&Food , een onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, en de nieuwe Relatiebeheerder van het DPC, Jan Hulzebosch.

Wolleswinkel stelde dat de pluimveehouderij het komende jaar weer nieuwe uitdagingen zal moeten aan gaan. Eén daarvan is de strijd tegen fijnstof. In Barneveld is daartoe een kenniscentrum opgericht, van waaruit ondersteuning kan worden gegeven aan bedrijven die met fijnstofproblemen kampen of preventief maatregelen willen treffen. Daarnaast staat het onderwerp Big Data op menige agenda. De sector is volgens Wolleswinkel huiverig voor het delen van allerlei bedrijfsgegevens, maar gelijktijdig vinden velen het wel belangrijk. Ze zien er grote voordelen in maar de vraag is hoe ga je het doen zonder daarbij de verhoudingen tussen de participerende deelnemers te schaden.

Versterken van netwerken

Na de welkomsttoespraak van de DPC voorzitter Wolleswinkel zette Jan Hulzebosch uiteen hoe hij zijn, zoals hij het zelf noemt, eervolle taak als relatiemanager de komende tijd denkt te gaan invullen. Hij zal samen met Piet Simons meerdere DPC-leden bezoeken om zicht te krijgen op hun activiteiten en wat hun wensen zijn ten aanzien van het DPC. Het zei dat het niet mogelijk zal zijn om alle leden op korte termijn te bezoeken en daarom raad hij leden aan om contact met hem op te nemen als ze ideeën voor activiteiten hebben of als zijn inzet gewenst is. Hij hoopt op een goede samenwerking.

Als mede organisator van de Nieuwjaarsreceptie wenste ook VIV beursmanager Ruwan Berculo iedereen een gelukkig en gezond 2018 toe. Bij deze gelegenheid stond hij even stil bij het overlijden van VIV communicatie medewerkster  Ellen Wonder. Teven stelde hij vier nieuwe leden van het VIV team voor: de sales managers Merve Atabey, Kevin Smits en George Bilalis en Elena Geremia. Zij zullen in sterke mate een bijdrage gaan leveren om VIV Europe 2018 tot een succes te maken. Zijn collega Anneke van Rooijen heeft daarbij de speciale opdracht om ondersteuning te geven aan het opvangen van buitenlandse delegaties/groepen. Deze kunnen zich bij de VIV melden indien zij specifieke wensen of vragen hebben op het gebied van productie en verwerking van pluimvee en andere foodproducts. Samen met het DPC gaat zij bekijken welke activiteiten voor deze beursbezoekers kunnen worden georganiseerd om netwerken te versterken. 

Aansluitend aan de korte introducties werd gezellig nageborreld een werden de nodige nieuwe en of hernieuwde contacten gelegd en afspraken voor de komende tijd gemaakt.

 

Het Nationale Pluimvee Congres in Colombia

Van 5 t/m 7 september 2018 vindt het Nationale Pluimvee Congres in Colombia plaats. Het Congres wordt door de Colombiaanse pluimvee sectororganisatie FENAVI georganiseerd, in combinatie met een beurs. Het is uitgegroeid tot dé ontmoetingsplaats van het nationale en internationale bedrijfsleven dat actief is in de Colombiaanse pluimveesector en het belangrijkste pluimvee event in Colombia.

De deelname aan het FENAVI Congres wordt georganiseerd door het ministerie van LNV en de Landbouwraad bij de Nederlandse Ambassade te Bogotá in samenwerking met het Holland House Colombia. Dit keer vindt het congres plaats in Bucaramanga, de hoofdstad van het departement Santander en een belangrijk centrum van de Colombiaanse pluimveeproductie.

De Nederlandse Ambassade zal een Holland Paviljoen van ca. 50 m2 inrichten om een zo groot mogelijke groep Nederlandse bedrijven de kans op deelname te bieden. Twee mogelijkheden worden geboden:
1.         Beursdeelname met individuele stand van ca. 5-6 m2 op het Holland Paviljoen. Er zijn maximaal 6 individuele stands beschikbaar
2.         Deelname via de Holland Lounge van het Paviljoen.

Voor aanmelden en/of vragen kunt u contact opnemen met:


• Landbouwraad Colombia, Nederlandse Ambassade Colombia, Patricia de Vries, +57 1 6384212, bog-lnv@minbuza.nl

• Holland House Colombia, Jan Willem van Bokhoven, +57 1 7449566, jwvanbokhoven@hollandhouse-colombia.com 

Voor meer informatie over het Pluimveecongres: http://www.fenavi.org/congreso2018/

Erepenning voor Marel Poultry

Voor het eerst in de geschiedenis heeft het Boxmeerse gemeentebestuur de Wimke de Körver Erepenning toegekend. Deze onderscheiding voor ondernemingen werd toebedeeld aan Marel Poultry, een bedrijf dat in grote mate heeft bijgedragen aan de internationale naamsbekendheid van Boxmeer. Op 2 januari reikte burgemeester Van Soest de erepenning officieel uit aan algemeen directeur Anton de Weerd.

De erepenning is niet zonder reden vernoemd naar Wim Hendrix, alias Wim de Körver. Hij stond 100 jaar geleden aan de basis van veel Boxmeerse bedrijven die we nu kennen als Hendrix Genetics, MSD, Nutreco en Marel Poultry. Burgemeester van Soest motiveert de toekenning: “Wij zijn blij dat we deze allereerste Wim de Körver Erepenning mogen uitreiken aan Marel Poultry. Het is een goed en gezond bedrijf dat duidelijk in de lift zit, sterk met innovaties bezig is, investeert in uitbreiding, zorgt voor werkgelegenheid en maatschappelijk betrokken is. Mede dankzij de internationale uitstraling van Marel Poultry is Boxmeer toonaangevend geworden in de agrifood industrie.

In 1963 ontstaan uit het historische Stork is Marel Poultry een oer-Boxmeerse onderneming. Als Stork PMT werd het bedrijf overgenomen door het IJslandse Marel in 2008, maar altijd is de Boxmeerse vestiging een ijkpunt in de organisatie gebleven. Het feit dat in Boxmeer nog echt machineproductie plaatsvindt is op zich al zeer bijzonder in een tijd waarin productiewerk in de regel naar lage-lonenlanden is verplaatst.

Marel Poultry is in de loop der tijd wereldmarktleider geworden op het gebied van pluimveeverwerkende machinebouw. “Om onze sterke positie te behouden hebben we op alle gebieden eigenschappen zoals daadkracht en innovatie nodig,” zegt Anton de Weerd. “En doortastendheid zoals Wim de Körver had. Iedereen in ons bedrijf, van productiemedewerkers tot hooggeschoolde ingenieurs, is zich daarvan bewust en zet zich 100% in om vernieuwend bezig te zijn.

Dagelijks weten klanten vanuit alle werelddelen en de meest verafgelegen landen Boxmeer te vinden voor een fabrieksbezoek. Op beurzen wereldwijd is de naam Marel Poultry onlosmakelijk verbonden met de locatie ‘Boxmeer’. “Boxmeer is bekender in Atlanta dan in Amsterdam, want op kipgebied zijn we het centrum van de wereld,” zegt Anton de Weerd.

Als belangrijke werkgever voor de gemeente en de verdere omgeving, met meer dan 1000 medewerkers alleen al in Boxmeer, is Marel Poultry zich bewust van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Sponsoring van verenigingen en evenementen vloeit hieruit voort, evenals samenwerkingsverbanden met regionale scholen en landelijke universiteiten zoals WUR Wageningen en TU Eindhoven.

Burgemeester Karel van Soest van Boxmeer reikt de Wimke de Körver Erepenning uit aan Anton de Weerd, Managing Director Marel Poultry.

VIV Europe 2018

Geachte leden,
 
Volgende zomer, van 20 tot en met 22 juni 2018, wordt VIV Europe georganiseerd in de Jaarbeurs in Utrecht, de Olympische spelen van de Internationale Pluimvee industrie.

Een belangrijke doelstelling van Dutch Poultry Centre is om haar leden in contact te brengen met internationale handelspartners. Dit om zaken op te zetten c.q. uit te bouwen in zowel Nederland als het buitenland. Daarnaast wil DPC het imago van BV Pluimvee NL versterken bij de internationale handelspartners middels kennisdeling.

Voor Dutch Poultry Centre is VIV Europe een uitstekende  gelegenheid om zichzelf, maar ook haar leden in de schijnwerper te plaatsen.  Ons voornemen is om actief buitenlandse delegaties uit te nodigen voor een bezoek aan de beurs, maar ook om voor (of na) de beurs een bezoekprogramma (“field visits”) op te zetten naar (productie)bedrijven die zaken doen met onze leden.

De landen die geselecteerd zijn om te benaderen zijn:
China
Afrika  ( Ethiopië, Ghana, Kenia, Nigeria, Sudan, Rwanda, Oeganda en Senegal)
Iran
Indonesië
India, Sri Lanka
Uzbekistan
UAE, Saudi Arabië
 
DPC faciliteert geen rechtstreekse bezoeken naar leden in de field visits; hierin kan men zelf de regie in nemen.

Wij willen u uitnodigen mee te denken bij de voorbereiding van dit voornemen. Heeft u ideeën over onderwerpen, mogelijke locaties voor field visits of speciale thema’s, neem dan graag contact met ons op via k.cornelissen@poultrycentre.nl.

DPC heeft een eigen stand in de ontvangsthal van de beurs.  Hier kunnen o.a. bezoekers worden doorverwezen naar leden/exposanten.  Op de tweede beursdag, 21 juni 2018, zal aan het einde van de middag een DPC Netwerk cocktail worden georganiseerd.  Voor deze netwerkbijeenkomst worden ook de buitenlandse delegaties uitgenodigd. Omdat in die periode ook het WK voetbal plaatsvindt is er gezorgd voor grote schermen, zodat belangrijke wedstrijden toch kunnen worden gevolgd!

Big Data: adopt or die!

De Eindejaarsbijeenkomst 2017 van het DPC stond in het teken van Big Data in de pluimveehouderij. Een onderwerp dat de nodige aandacht trekt en velen deed besluiten om naar het Van der Valk hotel in Duiven te komen om te horen dat je wel mee moet doen om niet op een dood spoor terecht te komen.

Iedereen in het bedrijfsleven praat tegenwoordig over Big Data. Ook de pluimveehouderij ontkomt daar niet aan. Dat was de reden voor het DPC om op haar Eindejaarsbijeenkomst aandacht aan dit onderwerp te besteden om inzichtelijk te maken waar het dan precies over gaat. Maar ook om helder te krijgen hoever de Nederlandse sector is met de implementatie van Big Data programma’s en wat er precies om ons heen gebeurt. Daartoe waren een aantal sprekers uitgenodigd die betrokken zijn bij actuele initiatieven in de sector. Vooraf aan deze sprekers gaf trendwatcher nieuwe technologie Sander Duivestein een uiteenzetting over wat er in de maatschappij zoal gaande is op het gebied van informatietechnologie.

‘Adopt or Die’

Alles is tegenwoordig digitaal en we kunnen er niet meer zonder, zo begon Duivestein zijn verhaal. Hij wees daarbij op het gebruik van de computer, smartphones, social media, de 3D-bril, de hololens, etc. De digitale technologie heeft zich verankerd in onze maatschappij en we kunnen er niet meer zonder. Daarbij komt dat de veranderingen zo snel gaan dat we het bijna niet meer bij kunnen houden. Onze kinderen kunnen al niet meer zonder wifi en over niet al te lange tijd nemen robots een niet onbelangrijk deel van onze dagelijkse bezigheden over: denk daarbij maar eens aan de keukenrobot die met een druk op de knop het eten voor je klaar maakt, zo stelde Duivestein. Scholen maken op grote schaal gebruik van elektronische schoolborden en iPhones om met de leerlingen te communiceren. Door de kunstmatige intelligentie kun je de hele wereld bevragen en zelfs voorspellingen maken over wat er op korte of langere tijd gaat gebeuren. Als voorbeeld gaf Duivestein dat Google op basis van diverse koop beslissingen en zoek opdrachten zeer goed kan aangeven of en wanneer een griepgolf is te verwachten. Dit voorbeeld kan door bedrijven omgezet worden in betere besluitvormingsprocessen voor hun onderneming of zelfs voor hele bedrijfssectoren. Het op grote schaal verzamelen van data leidt tot snellere en betere besluitvorming. Daardoor is er voor bedrijven reden genoeg om met elkaar in contact te komen, samen te werken en informatie te delen. “Secrets are lies” en “Sharing is caring” zijn in dit verband volgens Duivestein sleutel begrippen. Bedrijven moeten daarom naar zijn mening geen weerstand bieden aan de introductie van digitale data uitwisselingssystemen, maar deze juist omarmen. Het is Digitale Darwinisme: “Adopt or Die”.

Een gezonde pluimveeketen

Na de inleiding van Sander Duivestein gaven drie pitch-sprekers inzicht in de data-projecten waarbij zij betrokken zijn. Als eerste kwam Alex Spieker aan het woord. Als coördinator voor Pluimveegezondheidszorg en onderzoek&innovatie bij AviNed zette hij uiteen wat het project ‘Gezonde pluimveeketen’ inhoud . Door medewerking van alle schakels in de sector wordt naar zijn mening een beter inzicht gekregen in de oorzaak van ‘incidenten’ en wordt het mogelijk sneller in te grijpen wanneer zich problemen aanmelden. Voorwaarde is echter wel dat alle deelnemers al hun data beschikbaar stellen, waarbij de zekerheid wordt gegeven dat gevoelige informatie niet persoonlijk wordt gemaakt. Het project kan naar zijn mening alleen slagen als alle deelnemers de voordelen zien in het delen van data.

Marcel Kuijpers, DGA van Kuijpers Kip BV, beschreef wat hij in samenwerking met industriële partners (GMV/FME, Trouw Nutrition, Marel Stork, Vencomatic, Pas Reform, en Wageningen Universty 7 Research ) doen om kennis te genereren over indicatoren en verbanden die essentieel zijn voor een integrale ketenoptimalisatie. Die indicatoren moeten leiden tot een verbeterde diergezondheid, dierwelzijn, milieuprestaties en het rendement van de hele keten. De voortgang van het project lijkt voorshands een te hoog ambitie niveau te hebben omdat veel kuikenhouders niet bereid of in staat zijn de gewenste data beschikbaar te stellen. De toenemende claimcultuur in onze maatschappij bevordert volgens Kuijpers het optrekken van een rookgordijn en belemmerd de noodzakelijke eerlijkheid en openheid en duidelijkheid.

Van kan niet naar kunnen

Een zelfde beeld schetst Albert Hoekersweever, ketenwaarderegisseur bij HighHopes M-power company. Het Pro-Kuiken project waaraan hij werkt wil samenwerken aan preventieve diergezondheid door het volgen van vitale innovaties op boerderijniveau. Hij hoort vaak dat iets niet kan , maar wil bewijzen dat door samenwerking, openheid en het delen van data je op ketenniveau grote stappen kunt maken naar een verbetering van bedrijfsresultaten, transparantie en voedselveiligheid. En daar ligt naar zijn mening de sleutel voor duurzame waardecreatie voor de individuele bedrijven en vertrouwen bij de buitenwacht.

Na afloop van de presentaties volgden groepsdiscussies op basis van door de inleiders neergelegde stellingen. Daaruit bleek dat de ontwikkeling en het belang van Big Data breed wordt gedragen maar dat velen de weerstand van veel pluimveehouders herkennen om bedrijfsgegevens met anderen te delen. Er zal daarom nog veel werk moeten worden verzet om de diverse schakels in de keten te overtuigen van het belang van het delen van data en de voordelen die daarmee op korte en langere termijn kunnen worden behaald. Daarbij zal volgens velen de nodige aandacht moeten worden besteed aan bescherming van het individuele bedrijfsbelang en het eigendomsrecht op de verzamelde data.

Na de afsluitende dankwoorden wees DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel de aanwezigen op de Nieuwjaarsreceptie welke op woensdag 10 januari zal worden gehouden.

Met nieuwe fabriek is Impex klaar voor de toekomst

Recentelijk heeft Impex nabij Frankfurt in Duitsland een nieuwe fabriek in gebruik genomen waar ze haar drinknippels voor de varkens- en pluimveehouderij maakt. De ultra moderne productiefaciliteit in Aulenhausen is in de plaats gekomen van de in april 2014 afgebrande Neher fabriek. Met een investering van ruim 20 miljoen euro heeft Impex nu de modernste en duurzaamste drinknippelfabriek in de wereld. Jaarlijks worden er meer dan 30 miljoen nippels voor de varkens- en pluimveehouderij geproduceerd.

De opening van de  nieuwe Neher fabriek in het 250 zielen tellende Aulenhausen heeft een bijzondere betekenis voor het dorp. Landrat Manfred Michel en Burgemeester Manfred Heep van Weilmünster, waaronder Aulenhausen valt, spraken in hun rede tijdens de officiële opening grote dankbaarheid uit voor de beslissing van de Impex-directie, de familie Wentzel, om de fabriek weer in dit dorp op te bouwen. Een vertrek zou het dorpsleven grote schade hebben toegebracht. Nu is er toekomst voor jonge gezinnen om het dorpsleven nieuw elan te geven.

De fabriek biedt werk aan om en nabij 60 werknemers. De meesten hebben na het wegvallen van de oude fabriek intensieve training gehad om kennis te maken met de allernieuwste metaal meerspil draaimachines en geavanceerde meetapparatuur, opdat ze goed voorbereid zouden zijn op hun nieuwe werkomgeving. Een werkomgeving die in vele opzichten een verbetering is voor de werknemers en het milieu.

Naast de productie afdeling heeft de fabriek een ultramodern test- en onderzoekscentrum. Dit is de trots van Impex directeur Richard Wentzel. “Hier worden onder andere de producten uitvoerig gecontroleerd met hoge precisie meetapparatuur door middel van verschillende analyses op onder andere ruwheid, rondheid, vlakheid, haaksheid en dikte. Ook worden er duurzaamheidstesten van essentiële producten uitgevoerd om vele jaren van gebruik te kunnen garanderen. Met de modernste machines en de nieuwste technologieën, is het voor Impex mogelijk producten te blijven leveren die voldoen aan de drie pijlers waar Impex voor staat: Innovatie, Service en Kwaliteit.

 

Informatief DPC Marktcafé bij Vostermans

Met de organisatie van het marktcafé bij Vostermans Ventilation B.V. in Venlo is de aftrap voor een nieuwe serie bijeenkomsten voor leden van het DPC gegeven. Een flinke groep belangstellenden kwamen op woensdag 11 oktober samen in de recentelijk geopende nieuwe kantine van het internationaal opererende familiebedrijf.

Directeur Henk Vostermans schetste in zijn welkomstwoord de geschiedenis en de huidige omvang van de onderneming Vostermans Companies. Zijn vader begon in 1952 met het bedrijf en het groeide uit tot een van de grootste fabrikanten van ventilatoren in de wereld. Naast het bedrijf in Venlo heeft Vostermans Companies intussen vestigingen in de Verenigde Staten, Maleisië en China. Gezamenlijk bedienen zij klanten in meer dan 75 landen met ventilatieoplossingen. Elke markt heeft zijn eigen specificaties en wensen en getracht wordt alle klanten tevreden te stellen. “We hebben daadoor door de jaren heen geleerd om het credo ‘Think global but act local’ inhoud te geven”, zo zegt Henk. Hij stelde daarna zijn zoon Joris voor om iets meer over het bedrijf en de toekomst te vertellen.

Groeien met de markt mee

Joris is sinds enige tijd sales director van de onderneming en vertelt dat de ambities van het bedrijf groot zijn. De groei zit er al een paar jaar goed in en het doel is om in 2020 een jaaromzet van €100 miljoen te realiseren. Daartoe volgen ze de ontwikkelingen in de markt op de voet en zien daarbij dat de trend naar steeds grotere stallen internationaal doorzet. Dit vraagt om ventilatoren die grote hoeveelheden lucht kunnen verplaatsen, maar ook verfijnd de lucht stroom kunnen sturen. Dit vraagt om complexe systemen die ook nog eens zeer energie zuinig moeten zijn. Omdat Vostermans zelf de motoren en schoepen voor de ventilatoren maakt en daartoe een stevig onderzoek- en testteam in huis heeft weet het zich internationaal steeds meer als belangrijke speler in de ventilatoren markt te profileren. Bijzonder is de keuze die Vostermans jaren geleden heeft gemaakt om al hun ventilatoren te voorzien van kunststof schoepbladen. De keuze voor een speciale kunststofsamenstelling is al meer dan 50 jaar gelden gemaakt en het heeft zijn waarde bewezen. De huidige thermoplasts, een combinatie van polypropyleen en fiberglas, zijn ijzersterk en worden in de lucht en ruimtevaart als ook in de automobiel industrie uitgebreid toegepast. Hun geringe gewicht zorgt voor een lage belasting van de motor en daarmee een lang gebruiksgemak.

Na de inleidende woorden volgde een uitgebreide rondleiding door de fabriek, waarbij een goede indruk werd verkregen wat er bij de samenstelling van ventilatoren komt kijken en hoe groot het producten pakket van Vostermans is.

Nieuwe relatiemanager

Vooraf aan de introducties wees Jan Wolleswinkel in zijn welkomstwoord de aanwezigen op de Pluimveerelatiedag op dinsdag 17 oktober, een jaarlijks evenement georganiseerd door LTO/NOP en Pluimveehouderij, gehouden in het Poultry Expertise Centre in Barneveld. Ook verwelkomde de voorzitter de gespecialiseerde pluimvee dierenartsenpraktijk AviVet in Lunteren, met Roland Bronneberg als directeur, als nieuw lid van het DPC.

Tevens werd Jan Hulzebosch voorgesteld als nieuwe relatiebeheerder van het DPC. Jan is jaren verbonden geweest aan de praktijkschool in Barneveld en de afgelopen 9 jaar was hij werkzaam voor de Duitse stalsysteembouwer Salmet. Sinds 1 oktober is hij als zelfstandig consultant werkzaam en kan dat goed combineren met het werk als relatiebeheerder.

Het marktcafé werd traditie getrouw afgesloten et een netwerkborrel, waarvan met graagte gebruik werd gemaakt.

Nieuwe samenwerking tussen Marel Poultry en Costco

Mega greenfield voor Amerikaanse supermarktgigant

In de afgelopen drie jaar heeft het Marel Poultry team, samen met de mensen van Costco, hard gewerkt aan een state-of-the-art greenfield pluimveeverwerkingsfabriek in Fremont Nebraska, USA. Hiertoe heeft de Amerikaanse Costco Wholesale supermarktreus een nieuw bedrijf voor pluimveeverwerking in het leven geroepen, Lincoln Premium Poultry.

Deze samenwerking met Costco betekent de grootste order ooit voor Marel. Het is zelfs de grootste machine-order tot op heden in de pluimveeverwerkende industrie wereldwijd! In samenwerking met haar klanten spant Marel Poultry zich altijd in om geavanceerde innovaties door te voeren in de voedselverwerkende industrie. Het streven is om op een duurzame manier betaalbaar en hoogwaardig voedsel te leveren.

Nieuwste technologieën

Marel Poultry is gekozen om Lincoln Premium Poultry uit te rusten met de nieuwste technologieën in de industrie; van het ATLAS live bird aanvoersysteem met Stork CAS SmootFlow verdoving tot gerobotiseerd verpakken. Daartussen worden ook alle processtadia door Marel Poultry geleverd:  scalders, plukkers, eviscerators, koeltunnels, opdeellijnen en ontbeenlijnen tot en met SensorX inspectie. Alle systemen worden gemonitord door Innova food processing software om volledige traceerbaarheid te bereiken en de efficiëntie te verhogen.

2 miljoen kippen

Costco heeft 167 hectare aangekocht in Fremont en op die plek zal een kippenbroederij, mengvoederfabriek en verwerkingsfabriek worden gebouwd. De volledige supply chain wordt geconcentreerd in een straal van 150 km. Costco is van plan om 2 miljoen kippen per week te verwerken. De Lincoln Premium Poultry vestiging zal ongeveer een derde van de kipproducten produceren, die in de landelijke Costco winkels worden verkocht. Plan is dat Marel Poultry de totale installatie eind 2018 aflevert.Meer informatie: marel.com/poultry

Walt Shafer, projectleider Lincoln Premium Poultry en Larry Campbell, VP Sales Marel Poultry US, schudden elkaar de hand. Ook afgebeeld, Scott Thompson (Lincoln Premium Poultry), Ray Collison and Matt Brass (beide Marel Poultry).

Meyn profiteert van de groeiende vraag naar kip

Meyn behoort tot de grootste fabrikanten van pluimveeslachtlijnen wereldwijd. Het bedrijf specialiseert zich in wall-to-wall-oplossingen waarbij hele opstellingen worden neergezet. Doel is niet de goedkoopste, maar wel de beste te zijn.

Het is zo’n typisch voorbeeld van een relatief kleine maar uiterst succesvolle multinational in de Nederlandse agri- en foodindustrie: Meyn Poultry Processing Solutions, een bedrijf dat van onder de rook van Amsterdam wist uit te groeien tot één van de grootste producenten van slachtlijnen voor pluimveeverwerkers. Jaarlijks worden wereldwijd meer dan 8,5 miljard vleeskuikens verwerkt met Meyn-apparatuur. Alleen het Nederlands-IJslandse Marel is nog groter. De groei is er wat topman Erik Blom betreft nog niet uit, want de markt voor kippenvlees groeit en in ontwikkelingslanden worden slachthuizen gemoderniseerd.

De markt voor pluimveeverwerkingsapparatuur is gesegmenteerd: het doden en ontveren, het oogsten van de organen, het delen, uitbenen, marineren en tuimelen. Meyn maakt machines voor het hele proces tot aan het marineren en tuimelen. Het meeste geld zit in het doden en ontveren. Klanten hebben verschillende wensen: sommigen willen een hele kip en weer andere willen het dier opgedeeld. In alle gevallen begint het proces met het doden en ontveren, wat in euro’s dan ook het grootste segment is.

Middelgrote multinational

De onderneming realiseert een jaaromzet van tussen € 275 miljoen en € 300 miljoen. De onderneming is de laatste jaren sterk gegroeid. In 2011 zette het bedrijf nog een kleine € 200 miljoen om. Het bedrijf wordt al sinds de oprichting in 1959 geleid vanuit Oostzaan. Lang hield het bedrijf midden in het dorp in een klein gebouw kantoor, maar uit haar voegen gebarsten betrok het bedrijf in 2011 aan de rand van Amsterdam-Noord een nieuw en fors groter pand.

Op in totaal 17 locaties werken circa 1.000 mensen. Het bedrijf produceert in Oostzaan, Polen en in de Amerikaanse staat Georgia. Daarnaast heeft het bedrijf 14 verkoop- en servicekantoren in onder meer de VS, Brazilië, Mexico, Canada, China, India, Thailand en Rusland. Om het wereldwijde karakter van de onderneming aan te geven: minder dan 5% van de omzet wordt in de Benelux gerealiseerd. Iets minder dan de helft van de omzet zit in de VS, wat voor Meyn ook de meest winstgevende markt is.

Profijt van megatrends

Meyn profiteert van enkele grote megatrends die de hele pluimveehouderij omhoog stuwen, aldus Blom. “De bevolking groeit, kan steeds vaker vlees betalen en pluimveevlees kan tegen een lagere kostprijs worden geproduceerd dan varkensvlees en rundvlees. De CO2-afdruk, in feite de voer-tot-vleesconversie, is ook voordeliger dan bij varkensvlees en rundvlees. Het is bovendien een product dat relatief weinig vet bevat. De wereldbevolking woont bovendien steeds vaker in steden en zal steeds meer industrieel verwerkt vlees eten.”

De wereldwijde consumptie van kippenvlees groeit al jaren harder dan de consumptie van varkensvlees en rundvlees. “Het helpt daarbij dat kip geen religieuze beperkingen kent. Blom denkt dat de markt voor pluimveeverwerkingsapparatuur tussen 2015 en 2020 met gemiddeld 4,7% per jaar zal groeien. De markt zal volgens deze verwachting in 2020 € 4 miljard bedragen. Er zijn ups en downs. Een uitbraak van vogelgriep raakt de afzet, evenals handelsembargo’s en politieke en economische frictie – zoals nu in het Midden-Oosten. De onderneming volgt met bovengemiddelde belangstelling de Braziliaanse economische problemen, corruptieperikelen en het bedorven vleesschandaal: als het slecht gaat met de Braziliaanse slachters, is dat een probleem.

Paar contracten bepalen succes

De bedrijven in de business vechten met elkaar om een relatief klein aantal grote contracten. Een relatief kleine groep vleesreuzen domineert de vleesmarkt. Het gaat dan om de zogeheten ‘Big Ten’ met spelers als JBS en BRF uit Brazilië, Tyson en Perdue uit de VS, Acolid uit Saoedi-Arabië en CP International uit Thailand. “Eén of twee contracten kunnen je jaar maken of breken”, stelt Blom vast.

Meyn realiseert in een gemiddeld jaar zo’n 30 projecten met een waarde van € 1 miljoen en daarnaast enkele projecten van € 8 miljoen of meer. In het laatste geval gaat het om wall-to-wall-projecten waarbij met partners binnen een gebouw een complete slachterij wordt neergezet. Een specialiteit die maar een paar bedrijven wereldwijd beheersen. Systemen worden modulair opgebouwd, wat betekent dat bij opschaling of modernisering een onderdeel van de slachtlijn eenvoudig kan worden vervangen.

Een groot deel van het geld dat voor producenten van slachtlijnen wordt verdiend met service, zoals het vervangen van onderdelen. Als voorbeeld noemt Blom de Rapid-machine die het borstvlees van het bot schraapt. “De machine combineert snelheid en kwaliteit en is daardoor complex. Door de Rapid kan een slachterij uit met veel minder werknemers, maar het is wel een machine die veel aandacht vraagt: afstellen, onderhoud en delen die relatief snel slijten. Dat laatste is voor ons niet ongunstig. In de kern gaat het erom een machine te ontwerpen die de klant een groot kostenvoordeel oplevert.”

Semi-automatisch werken

Profiteren van de groei in het pluimveesegment is volgens Blom niet eenvoudig. De markt is sterk aan verandering onderhevig. “China importeert bijvoorbeeld nu nog veel pluimveevlees. Als ik kijk naar de grote investeringen die Chinese slachterijen al dan niet met steun van de overheid doen, denk ik dat veel grote nieuwe projecten daar en niet in de landen die veel kippenvlees exporteren, zoals Brazilië en Thailand, zullen zitten. Bij zo’n ontwikkeling moet je dus aanwezig zijn en dat is met een groot land als China niet altijd eenvoudig.”

Een deel van de groei zal ook zitten in landen in Afrika maar ook in India en Pakistan, waar tot 90% van het vlees komt van dieren die voor de ogen van de consument worden geslacht. De eerste ketens worden gevormd en kleine slachthuizen zetten een voorzichtige stap naar automatisering. “In India zetten we machines neer die 600 tot 2.000 kippen per uur aankunnen. Dan praat je eigenlijk over semi-automatisch.”

Klanten in dergelijke landen kunnen meestal niet direct een complete, hypermoderne slachtlijn betalen. Of de arbeid is zo goedkoop dat de noodzaak tot het automatiseren van alle onderdelen van de slachtlijn ontbreekt. “Het is aan ons om ook bij die kleine, traditionele slachterijen aan te sluiten en met de klant te bepalen wanneer de tijd rijp is voor een stap voorwaarts. Meegroeien met de klant is het devies.”

 

Druk bezochte BBQ

Op 21 juni 2017 vond de jaarlijkse BBQ van DPC plaats. Dat deze bijeenkomst niet meer is weg te denken, bleek uit het grote aantal bezoekers. Meer dan 100 mensen gaven gehoor aan de uitnodiging.

Namens DPC heette Jan Wolleswinkel, voorzitter , iedereen van harte welkom. Een bijzonder woord van welkom was er voor  een groep vertegenwoordigers uit Afrika, die aansluitend aan de Afrika bijeenkomst eerder die middag, de BBQ bezochten .

Vervolgens kreeg Camille Janssen van Proagrica het woord. Op vrijdag 17 november aanstaande organiseert Proagrica de Agri & Food Carrière Dag (www.agrifoodcarrieredag.nl) in de Jaarbeurs in Utrecht.

Zij doen dit vanuit de overtuiging dat de Food&Agri sector een belangrijke sector is om carrière te maken. Zij werken samen met een aantal “groene” opleiders in NL en brengen daarmee (jonge) talenten en werkgevers/ opleiders bij elkaar. Er wordt tijdens een carrière- markt aan de jongeren een inhoudelijk programma aangeboden waarbij ze inspiratie kunnen opdoen in het Open Theater en het Innovatie theater. Verder kunnen ze hun CV laten pimpen en een Linkedin foto laten maken en gebruik maken van een coach waarvoor ze zich van te voren kunnen aanmelden.  Inmiddels hebben verschillende onderwijsinstellingen bevestigd dat zij het initiatief ondersteunen: WUR,  Wellant College en de HAS in Den Bosch.

DPC leden die op zoek zijn  naar (jong) talent en geïnteresseerd zijn in de Agri & Food Carrière Dag kunnen contact opnemen met Camille Janssen via het telefoonnummer: 06-10232916 of per email: camille.janssen@proagrica.com

Na Camille was het de beurt aan Eric Hubers, voorzitter NOP/LTO om iets te vertellen over een van de vervolgstappen naar aanleiding van het DPC Rapport. Hij benadrukte dat samenwerken van levensbelang is. Het is uitermate belangrijk dat alle belanghebbenden in de sector hetzelfde verhaal vertellen. Avined en LTO staan voor een toonaangevende Pluimveesector.  Als je dat wilt zijn en blijven,  is er een sterke en verbonden sector nodig. Er zijn maatschappelijk krachten aan het werk die er voor zorgen dat de Pluimveesector bij de politiek onvoldoende aandacht krijgt en derhalve een imago probleem heeft.

Er is steun nodig voor de primaire sector om het imago probleem te verbeteren. Het is goed dat er initiatieven zijn om te komen met oplossingen voor het fijnstof probleem. Ook is de steun van de industrie nodig.

Jan Wolleswinkel bedankt de sprekers en nodigde iedereen uit om gebruik te maken van de BBQ. De gasten genoten van het eten en drinken en daarnaast was er volop ruimte om te netwerken.

 

Volg ons op

Contact

Dutch Poultry Centre
Landjuweel 15
3905 PG  Veenendaal
The Netherlands


Kamer van Koophandel 08132038


© 2023 Dutch Poultry Centre